Stap te ver

„We leven in een tijd waarin we regelmatig opgeroepen worden ons te bezinnen op ontwikkelingen waar we in de samenleving mee geconfronteerd worden; ontwikkelingen die men in het verleden niet voor mogelijk hield, zoals het klonen van dieren. Dan komt de vraag op hoe wij hier als veehouder tegenover moeten staan.

Mijns inziens gaat de wetenschap in de techniek van het klonen te ver. De techniek is om meerdere redenen dan ook ontoelaatbaar. Als veehouder kan en mag men toch niet meewerken aan technisch geknutsel waarbij de aard van het dier, waarnaar God het geschapen heeft, in het geding komt. Daarover is de Bijbel zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament duidelijk. De zorg voor de dieren is aan ons als veehouders toevertrouwd. Wij mogen daar als rentmeester mee omgaan, om zodoende een boterham te verdienen en tevens voedsel te produceren voor de samenleving dichtbij en veraf.

Tast men met het klonen van dieren de specifieke eigenschappen niet aan? Is men op bepaalde terreinen al niet grensoverschrijdend bezig? De ontwikkelingen staan haaks op wat we lezen in Genesis 1, waar staat dat God alles geschapen heeft en dat het zeer goed was. Deze ontwikkelingen staan ook haaks op het beleid van de overheid, die miljoenen uittrekt om natuurontwikkeling te stimuleren, omdat men bang is dat te veel wilde soorten verloren gaan door de moderne land- en tuinbouw.

Onder de toelating van de Heere kan er veel. In een door de zonde gebroken schepping is het steeds weer de vraag of alles mag wat kan. Laten we ons inzetten om verantwoord om te gaan met de middelen die God ons gegeven heeft. Daarbij is het klonen van dieren door de wetenschap volgens mij duidelijk een stap te ver en is bezinning meer dan ooit op zijn plaats”.

J. Slingerland, melkveehouder in Berkenwoude.