Wetenschap

Michelin vindt steeds opnieuw het wiel uit

Tweehonderd kilometer
op een lekke band

Door W. G. Hulsman
Een lekke band? Gewoon doorrijden, zegt Michelin. Zonder problemen kan met een snelheid van 80 kilometer per uur nog een afstand van 200 kilometer worden afgelegd. De auto blijft ook goed bestuurbaar. De chauffeur kan zo doorrijden naar een veilige plaats of garage om zijn band te vervangen.

„Deze band is een nieuw concept. Wij vinden dat we het wiel wél opnieuw moeten uitvinden”, aldus Per de Vries, hoofd van het Centrum voor Training en Informatie van Michelin. De eisen voor de nieuwe band waren: meer veiligheid, meer comfort en de mogelijkheid om door te rijden.

In de band zit –strak op de velg– een soepele ring van rubber. De auto kan hierop blijven rijden, zonder dat de lekke band of de velg beschadigd wordt. Verder heeft de buitenband een zogenaamde verticale hielbevestiging, afgekort als pav (pneu à accrochage vertical). Als de spanning wegvalt, zorgt deze hielbevestiging ervoor dat de band toch strak om de velg blijft zitten. Michelin noemt het nieuwe type daarom de pav-band. In de band zit een spanningsdetector, die de bestuurder waarschuwt dat hij een lekke band heeft. „Anders zou hij niets merken”, volgens De Vries.

De ingenieuze band is niet wisselbaar dan alleen met wiel en al. Ook de vorm van de band is anders. De zijwanden zijn een stuk lager dan bij de traditionele band. Vooral bij het bochtenwerk zorgt dit volgens Michelin voor betere wegligging en stuurprecisie. Bovendien kan door deze vorm een kleinere band worden gemaakt. De autoconstructeurs krijgen zo meer binnenruimte in de auto of ze kunnen een groter wiel monteren waardoor meer ruimte beschikbaar is voor de remmen.

Reserveaccu
Bijkomend voordeel in ruimte en kosten is dat de bestuurder geen reserveband meer bij zich hoeft te hebben. De Vries: „Onderzoek heeft uitgewezen dat een band gemiddeld eens per 150.000 km lek gaat, dat wil zeggen eens per tien tot twaalf jaar. Dan is het toch niet nodig om al die tijd een reserveband mee te nemen? Niemand heeft toch een reserveaccu in zijn kofferbak?”

Michelin denkt en hoopt dat de pav-band de nieuwe standaard wordt. Zij is daarom in overleg met andere bandenproducenten. De band komt eerst in de Verenigde Staten op de markt en pas na 2000 in Europa als het product aanslaat en door andere producenten wordt overgenomen.

Een ander product waar Michelin mee komt, is het omkeerbare wiel voor vrachtwagens. Vooral aanhangers hebben veel eenzijdige slijtage als gevolg van het wringen bij scherpe bochten. Nu kunnen de transportbedrijven de wielen en daarmee de banden snel en eenvoudig omdraaien en opnieuw gebruiken zonder dat ze de band van het wiel hoeven te halen. Dit levert een hoger kilometerrendement.

Sinds enkele jaren experimenteert Michelin ook met gekleurde banden. Onder een snel sportwagentje draaien straks rode banden hun rondjes. Momenteel test Michelin dit trendy product in een aantal grote steden in het buitenland.

Jarige Bibendum
Michelin presenteert deze noviteiten aan het begin van haar jubileumjaar. Honderd jaar geleden ontstond Bibendum, het Michelinmannetje, uit een stapel banden. Edouard Michelin, die samen met zijn broer André grondlegger is van het bekende bandenconcern, zag in de stapel de vorm van een persoon.

De eerste affiche van Michelin toont zo'n bandenman die een toost uitbrengt met een glas scherven om de kwaliteit van de Michelinbanden aan te tonen en zegt: „Nunc est Bibendum” (Nu is het tijd om te drinken). Naast het mannetje zakken enkele concurrerende bandenmerken in elkaar. Enkele maanden later was de naam Bibendum gekoppeld aan het populaire Michelinmannetje.

Een klein decennium voor het ontstaan van Bibendum werd André –een talentvol ingenieur en studiegenoot van torenbouwer Gustav Eiffel– gevraagd het familiebedrijf, dat allerlei rubberproducten leverde, te saneren.

Het bandenavontuur begon in 1891 toen de Michelins uren bezig waren om de band van een gestrande Britse fietser te repareren. Michelin ontwikkelde na dit incident een demontabele fietsband. Door overwinningen in de wielersport en later in de autosport werd Michelin langzamerhand een begrip, vanaf 1898 droeg Bibendum daar ook aan bij.

Tafelpoot
Service heeft bij de broers Michelin vanaf het begin centraal gestaan. Zo zetten zij zich in 1912 in voor benummering van de Franse wegen en vanaf dat moment verschenen de beroemde Michelingidsen. De gidsen met informatie voor de reiziger waren gratis totdat een van de broers een Michelingids onder een te korte tafelpoot ontdekte.

De ontwikkeling van de band ging hierna snel. De luchtband, het verwisselbare wiel en het profiel op de band waren grote sprongen in de bandentechnologie.

Na de Tweede Wereldoorlog herleefde de belangstelling voor Bibendum door de eerste maanlanding. Een tv-presentator zei bij de landing van de Apollo 11 in 1969 dat hij de astronauten net zo zag bewegen als het Michelinmannetje. Zo'n 25 jaar later ging Michelin echt de ruimte in aan de landingsgestellen van de Space Shuttle. Voor Michelin was dit een prestigieuze opdracht. Elke band moet 65 ton kunnen dragen en bij de landing in enkele seconden een verhitting tot 120 graden Celsius kunnen doorstaan.

Michelin, nog steeds onder leiding van de familie, is inmiddels groot en internationaal geworden. Rond 1993 heeft de bandenproducent een moeilijke periode doorgemaakt. Er volgde een flinke sanering. Gevestigd in 170 landen, met drie onderzoekscentra, vier testlaboratoria en zes eigen rubberplantages in Brazilië en Nigeria, is Michelin nu marktleider. Het bedrijf produceert per dag onder meer 770.000 buitenbanden, 95.000 binnenbanden en 46.500 wielen. Daarbij gebruikt het per dag wereldwijd 4.000.000 kilometer staalkabel, genoeg om honderd keer de aarde te omspannen.

Ook Bibendum heeft zich verder ontwikkeld. Hij is slanker, zijn dikke sigaar is verdwenen en hij holt niet meer achter een band aan. En het symbool van mobiliteit houdt nu zelfs auto's met lekke banden op de weg.