Wetenschap30 oktober 2001

XP: kruising tussen twee families

Het huidige XP heeft nauwelijks overeenkomsten met z'n verre voorouders. De eerste Windows-versie verschijnt in november 1985, maar weinig computeraars zullen zich die schermen herinneren. In navolging van Xerox en Apple brengt Microsoft voor het eerst een besturingssysteem met een ”grafisch scherm”, een scherm dat niet alleen letters en cijfers maar ook symbolen, icoontjes en plaatjes bevat. In die tijd is het heel bijzonder om een klok met wijzers op het scherm te zien.

Het idee om het computerscherm te verdelen in aparte vensters, ”windows”, ontstaat al in 1982, maar het ontwikkelen ervan neemt een paar jaar in beslag. De vensters in Windows 1.01 kunnen elkaar niet overlappen, maar staan naast of boven elkaar en vullen samen het hele scherm. Een noviteit is het Clipboard, kladblok, waar de gebruiker tekst of getallen 'parkeert', bijvoorbeeld om ze uit te wisselen tussen de tekstverwerker (Windows Write, een voorloper van Word voor Windows) en de elektronische kaartenbak (Cardfile). Verder bevat deze eerste Windows een tekenprogramma (Paint), een kalender en een programma voor het beheren van bestanden (een verre voorloper van Explorer). „We stopten er ook een spelletje bij, Reversi, zodat gebruikers konden oefenen hoe ze met de muis moesten aanwijzen en klikken”, zegt Tandy Trower, in 1985 verantwoordelijk voor de ontwikkeling van Windows 1.0.

De opvolger, Windows 2.0, komt anderhalf jaar later op de markt. De verschillende vensters zijn nu los te koppelen, zodat er een bureaublad (Desktop) ontstaat. Het programma werkt desnoods nog zonder harde schijf.

Pas de volgende versie, Windows 3.0, betekent een belangrijke verandering. Die verschijnt pas in mei 1990, na 'tussenpausen' als Windows 286 en Windows 386. Grafisch ziet Windows 3.0 er al een stuk aantrekkelijker uit. Bestandsbeheer gebeurt in die versie met File Manager, en voor het eerst is het mogelijk om een bestand met de muis van de ene naar de andere map te slepen.

Een blok aan het been van Windows blijft de beperking om computergeheugens groter dan 640 kilobyte goed te benutten. Dat is nog een erfenis uit het MS-Dos-verleden. Versie 3.0 slaagt erin die horde te nemen, en dat veroorzaakt vooral de doorbraak van Windows. Vanaf versie 3.1 (april 1992) zijn lettertypes vrijwel traploos te vergroten en is de software in staat geluidsbestanden weer te geven. Via een 'broertje' ervan, Windows for Workgroups, kunnen computeraars met behulp van een netwerk samen dezelfde bestanden en printers gebruiken.

Een andere belemmering van de Windows-serie –eveneens afkomstig uit het MS-Dos-verleden– is dat de software geënt is op de 16-bit-processoren.

Een van de grootste omwentelingen in de Windows-geschiedenis is de komst van Windows 95, augustus 1995. De verandering is niet alleen cosmetisch –de startknop, de taakbalk, meer grafische mogelijkheden–, ook onder de motorkap is flink huisgehouden. Bestandsnamen mogen nu meer dan acht karakters tellen: jaarverslag1995.doc in plaats van jrvslg95.doc, de toegang tot internet via Explorer is een stuk eenvoudiger gemaakt, en randapparaten als printers en scanners worden automatisch herkend (”plug and play”, insteken en werken).

Belangrijkste verandering is dat Windows 95 efficiënter samenwerkt met de 32-bits-processoren (386, 486 en Pentium) van Intel. Een 32-bits-processor verwerkt 32 gegevensstromen tegelijkertijd. Windows 95 werkt daardoor beduidend sneller dan zijn voorgangers, die gebruikmaakten van 16 bits lange geheugenadressen.

De introductie van Windows 98 (juni 1998), en van Windows Me (Millennium Edition, september 2000) brengt geen grote verrassingen met zich mee. Gebruiksgemak, beter integratie van internettoegang, muziek en video, en sneller starten zijn de verbeteringen.

Windows 95, 98 en Me blijven echter kreupel lopen, omdat ze naast 32-bits-software nog steeds de 'vooroorlogse' 16-bits-programma's ondersteunen, zoals Word 95. Dat euvel is opgelost met Windows XP, dat volledig geënt is op 32-bits-architectuur.

Daarmee is Windows XP tegelijk de opvolger van een andere softwareserie: Windows NT. De eerste versie daarvan, 3.1, dateert uit augustus 1993 en is een echt 32-bits-besturingssysteem, geschikt voor de zware gebruiker. Het moet de concurrentie aangaan met Unix en is bedoeld om centrale computers in netwerken te besturen. Betrouwbaarheid, stabiliteit en beveiliging zijn daarbij van belang.

De naamgeving van de opvolgers van 3.1 is wat verwarrend: NT 4 (augustus 1996) gevolgd door Windows 2000 (februari 2000).