Wetenschap 16 oktober 2001

Train Simulator bezorgt speler zweet op de rug

Stoomcursus voor machinist

Door S. M. de Bruijn
Vanmorgen weer staan blauwbekken op het perron en gefoeterd op de dienstregeling, omdat de trein een kwartier te laat was? Probeer het eens zelf. De Train Simulator van Microsoft verhoogt zonder twijfel de bewondering voor de prestatie die de machinist elke keer weer levert.

De schoorsteen van de Flying Scotsman braakt zwarte rookwolken uit als de stoomloc de helling neemt, voorbij Appleby in het noordwesten van Engeland. Aan weerskanten van de trein is het klassieke landschap te zien, met stenen muurtjes langs de landwegen. In de verte doemt het beruchte Ribblehead Viaduct op, 32 meter boven het moeras. Het traject van Settle naar Carlisle is 116 kilometer, en ook op de computer doe je dat niet in een uurtje.

De Train Simulator van Microsoft –het computerprogramma is sinds afgelopen zomer op de markt– geeft gedetailleerde beelden van zes bekende spoorlijnen. Naast het traject in Engeland heeft de speler de keus uit een lijn in Oostenrijk, twee in de VS en twee in Japan. Daarvoor staan tien verschillende locomotieven ter beschikking.

Zweet
Aardig aan dit computerprogramma is dat de speler op allerlei manieren ermee kan reizen. Als passagier, lekker achteroverleunend in de restauratiewagon van de Orient Express, luisterend naar de pianomuziek en de Alpen bewonderend. Of als machinist, gespannen turend vanuit de cabine terwijl de wissers de sneeuw van de voorruit schrapen, ondertussen zand strooiend om slippen te voorkomen. Of als stoker op de stoomloc, bijna letterlijk met zweet op de rug.

Afgezien van de demonstratieritjes is dit spel zeker niet eenvoudig – eigenlijk is het te serieus om een spel genoemd te worden. Voor het echte werk, wegrangeren vanuit het drukke station van Tokio, of een dubbele loc met vijftig wagons chemicaliën door de Rocky Mountains trekken, of een passagierstrein keurig volgens de dienstregeling door het noordoosten van de VS loodsen, komt eerst flink wat studie kijken. Een stoomcursus in het Engels –maar duidelijk en begrijpelijk opgezet– moet machinisten snel op weg helpen.

Na een uurtje puzzelen zullen de meeste spelers in staat zijn om een simpele rit te volbrengen. Ook dan moet je al overal op letten: Staat de stroomafnemer omhoog, stond dat sein nu op groen, liggen er na die storm geen bomen op de rails.

Ook voor de gevorderde speler bevat het programma nog steeds uitdagingen. Zo moet de stoker op de stoomlocomotief letten op de kleur van de rook. Zwarte rook betekent dat de kolen niet goed verbrand zijn, witte rook dat de oven teveel lucht krijgt of dat het vuur niet warm genoeg is. Om het nog lastiger te maken, zitten er opdrachten in het spel: voorzichtig rijden over een door aardbevingen geteisterd gebied, vertragingen door onderhoud aan het spoor, een kapot treinstel ophalen of een wagon met een warmgelopen as onderweg afkoppelen.

Wie ook daarop uitgekeken is, kan vervolgens zelf zijn eigen trein en een bepaalde route ontwerpen en daarop rijden. Sommige aanvullingen zijn te koop, maar enthousiaste pseudo-machinisten hebben ook een groot aantal treinen en routes op internetpagina's geplaatst, waaronder Nederlandse lijnen en materieel. Het rondje rond de kerk ontbreekt nog.

Hoorn
De kwaliteit van de beelden is behoorlijk gedetailleerd, tot en met de schaduw van de rookpluimen en de twee leeuwtjes in het embleem van de Orient Express. Ook het geluid is goed verzorgd: het dopplereffect bij een passerende trein en de hoorn van de Dash 9-dieselloc klinken levensecht.

Wat nog ontbreekt zijn echte foto's van de treinen en de hoogtepunten langs de lijnen. Verder zouden beginnende machinisten geholpen zijn met tips tijdens de rit. Het spel is niet goedkoop, maar vormt een degelijk, niet-kinderachtig alternatief voor de populaire actie- en geweldspellen.

”Train Simulator”, uitg. Microsoft, 2001. Systeemeisen: Pentium II 266 (aanbevolen: 350), 32 Mb RAM, 1,8 Gb ruimte op harde schijf, 4 Mb 3D-videokaart. Prijs: € 67,73 (ƒ 149).