Wetenschap 9 oktober 2001

Hogedrukgebied bracht berging net op tijd in stroomversnelling

Het is koud bij de Koersk

Door Janneke van Reenen-Hak
Half september had de Russische kernonderzeeër Koersk al boven water moeten zijn. Na die datum zou het herfstachtige weer te veel een onzekere en onveilige factor zijn, aldus de bergers. Het is uiteindelijk 8 oktober geworden. Een hogedrukgebied dat afgelopen weekend boven de Barentszzee verbleef, heeft de berging –net op tijd– in een stroomversnelling gebracht.

De afgelopen weken was het bibberen in de Barentszzee. „Er moeten 52 Labello's komen”, liet Nico Buis van Smit International vorige week weten. Een dag later vraagt de bemanning van de bergingsponton Giant 4 om een middel tegen spierpijn. De wind (kracht 7 à 8 begin vorige week) en de kou (4 tot 6 graden boven nul) in het herfstige noorden van Rusland dringen overal doorheen en maken de klus er niet gemakkelijker op. De laatste loodjes bestonden uit de bevestiging van de pluggen van de bergingsponton aan de wand van de onderzeeër, een proces waarbij duikers in het koude water moesten afdalen.

Siberisch zijn de omstandigheden op de plek waar vorig jaar augustus de Russische kernonderzeeër Koersk verging nu ook weer niet. „Het is daar echt geen 30 graden onder nul. Vergelijk het met een winterse dag aan het Noordzeestrand. Een stevige bries bij een paar graden boven nul voelt steenkoud aan”, zegt meteoroloog Eric Terpstra van Meteo Consult in Wageningen, het instituut dat voor bergingsbedrijf Mammoet de weersverwachting voor de Barentszzee verzorgt.

Het weerbericht voor de Barentszzee heeft nog nooit zo veel aandacht gekregen als dit jaar. Iedereen die ook maar iets te maken had met de berging van de Koersk volgde de voorspellingen op de voet. Het weer voor de Barentszzee is niet moeilijker te voorspellen dan voor Nederland, vervolgt Terpstra. „In het noorden gelden dezelfde regels als in de rest van Europa. In de herfst is de atmosfeer nu eenmaal wat minder stabiel dan in de zomer. Er komen meer lagedrukgebieden voor, die gepaard gaan met onstuimig weer. Ook in Nederland is in dit seizoen de weersverwachting op langere termijn niet zo betrouwbaar als in de zomer.”

Terpstra maakt duidelijk dat de zomer de aangenaamste tijd is om je op de Barentszzee te begeven. „Dan ligt de temperatuur rond de 10 graden, met uitschieters richting 15 of 20 graden als de wind uit het zuiden komt. In september daalt het kwik geleidelijk naar een graad of 5 en ook in oktober schommelt de temperatuur rond die waarde, om in november rond het vriespunt uit te komen.”

Golfslag
Niet alleen de temperatuur in de Barentszzee bemoeilijkte de werkzaamheden. De golfslag die het onstuimige herfstweer met zich meebrengt, is minstens zo belangrijk. Op het moment dat de bergers de Koersk van de zeebodem tilden, mocht het schip niet meer dan 2,5 meter heen en weer deinen. Bij golven met een hoogte tot 2,5 meter is de veiligheid gewaarborgd, legt Mammoet-woordvoerster Larissa van Seumeren uit. „De 26 kranen op de ponton waar de Koersk aan komt te hangen, bevatten deiningscompensatoren. Dat zijn met stikstof gevulde cilinders die de beweging van het schip opvangen, zodat de kabels niet slap komen te hangen en de ponton uit balans raakt.” De bergers hebben geprofiteerd van het hogedrukgebied dat het afgelopen weekeinde boven de Barentszzee hing, de golven kwamen nauwelijks hoger dan een meter.

Niet alleen tijdens de berging, ook tijdens de tocht richting Moermansk is de golfhoogte van belang. De ponton kan dan wel meer hebben, maar een flinke storm zou problemen kunnen veroorzaken. Hoe veranderlijk het weer in de Barentszzee is, bleek begin vorige week. Een stormachtige wind van kracht 8 verscheen eerder dan verwacht, en verdween ook weer sneller dan de meteorologen voorspelden. Niet voor niets vertrok de Giant gisteren zo snel mogelijk richting Moermansk, terwijl de Koersk nog een tiental meters onder de Giant bungelde.

De golfhoogte is niet alleen afhankelijk van de windkracht, en is daarom moeilijk te voorspellen. Grof geschat veroorzaakt windkracht 5 of 6 een golfhoogte van 2,5 meter, een situatie die zich in de herfst verscheidene malen per maand voordoet op de Barentszzee. Het Maritiem Research Instituut Nederland (Marin) heeft in opdracht van de bergers simulaties en berekeningen uitgevoerd om na te gaan hoe de Giant zich gedraagt in de golven. R. P. Dallinga, die leidinggeeft aan de onderzoeksgroep ”Schepen in zeegang”, wil niet ingaan op de resultaten van het onderzoek, „die gegevens zijn niet openbaar”, maar is wel bereid uit te leggen hoe golven ontstaan en groeien.

„De wind is direct en indirect van invloed op het ontstaan van golven. In de eerste plaats heb je golven die door de wind worden opgezwiept, de zogenaamde windgolven. Van de andere variant is sprake als het ergens anders op aarde stormt. De golven die daar ontstaan, kunnen een grote afstand afleggen. Deze zogenaamde deining bestaat uit golven met een hele lange golflengte. Deining heeft extreem weinig weerstand. Een storm die woedt op het zuidelijk halfrond is in het Kanaal te merken”, legt Dallinga uit.

De hoogte van de directe en de indirecte golfbeweging kan niet zomaar bij elkaar worden opgeteld, vervolgt Dallinga. „Maar ze versterken elkaar wel. Windgolven zijn voor een groot schip niet meteen een probleem, ze zijn in eerste instantie niet hoog en hebben een korte golflengte. Een groot schip merkt er weinig van, maar een kanovaarder op de Atlantische Oceaan moet er wel degelijk rekening mee houden. Deining wordt veroorzaakt door golven met een veel langere golflengte. Ook een groot schip volgt die bewegingen op de voet.”

Als de wind vanuit noordelijke richting komt, is de invloed van deining het grootst, zegt meteoroloog Terpstra. „De Barentszzee grenst aan een grote open zee. Deining komt vanuit een ver gebied aanrollen en versterkt de windgolven. Zuidelijke wind komt over land, in dat geval zijn de golven veel kleiner.”

IJslaag
Volgens de oorspronkelijke planning zou de Giant de onderzeeër tussen 15 en 20 september lichten. De vertragingen zijn deels aan het weer en deels aan de techniek te wijten, zegt Larissa van Seumeren. „Veel van de gebruikte technieken zijn nog niet eerder toegepast. Technische moeilijkheden hebben het bergingswerk met anderhalve week vertraagd en afgelopen week gooide het weer roet in het eten, doordat de duikers niet naar beneden konden om de grijpers aan de Koersk te bevestigen.”

De bergers waren net op tijd klaar, de winter staat voor de deur. Terpstra: „Eind oktober, begin november kan de temperatuur tot onder het vriespunt dalen. Onder die omstandigheden bevriest opspattend water, een proces dat bekendstaat als ”icing”. Het hele schip raakt dan bedekt onder een witte ijslaag, die verder werken onmogelijk maakt.”

Eerdere berichtgeving:

  Dossier over Koersk

  Koersk los van zeebodem (8 oktober 2001)

  Koersk op weg naar Moermansk (9 oktober 2001)