Wetenschap2 oktober 2001

Borssele barst niet

BORSSELE – Donderdagmiddag, 15.20 uur. Met gillende sirene rijdt een ambulance over de Zeedijk, richting de kerncentrale. Het witte toegangshek schuift open, twee broeders pakken snel een brancard uit de auto en hollen naar binnen, over de turbinevloer, richting de regelzaal. Eenmaal binnen, haalt een van de broeders een pistool uit zijn witte uniform en bedreigt het personeel. De ander loopt naar het bedieningspaneel, zoekt even en drukt op een aantal knoppen. Een paar tellen later klinkt een alarmsignaal door de hal.

Hoe veilig is een kerncentrale? Volgens een onderzoek van het blad The Nation is het met de bewaking van de 103 Amerikaanse kerncentrales niet zo best gesteld. En dat terwijl de Russische veiligheidsdienst daags na de aanslag op New York en Washington waarschuwde over informatie te beschikken dat deze aanslag pas het begin was, en dat het volgende doelwit van de terroristen een Amerikaanse kerncentrale zou zijn. Allerlei instanties –waaronder het Internationale Bureau voor Atoomenergie Wenen– zijn het inmiddels eens: Het dak van zo'n centrale is niet bestand tegen een brandende Boeing.

Ook directeur J. Bongers van Elektriciteits-Produktiemaatschappij Zuid Nederland geeft dat toe. Bongers, hoofd van de kerncentrale Borssele: „De centrale is niet ontworpen tegen dat soort grote vliegtuigen in combinatie met een brand.” Hij haast zich echter om uit te leggen dat zijn centrale toch bijzonder veilig is. „Bij de bouw is rekening gehouden met allerlei calamiteiten, zoals aardbevingen, overstromingen en gasexplosies. In het geval van het neerstorten van lichte civiele vliegtuigen weten we zeker dat die niet door de betonnen koepel van de centrale zullen dringen.” De 50 meter hoge koepel is een betonnen schil van 60 centimeter dik.

Maar een zwaarder vliegtuig? Bongers somt op welke beschermlagen er om het hart van de centrale zitten. Binnen de betonnen schil volgt een stalen bol met een wanddikte van 2,2 tot 3 centimeter, dan opnieuw een zware betonnen bunker en vervolgens het reactorvat met een metalen wand van 18 centimeter dik. Daarbinnen bevindt zich de splijtstof, opgesloten in gasdichte buizen van roestvrij metaal.

„Je moet bedenken dat de centrale relatief klein is en dus minder gemakkelijk te raken. De centrale is deels afgeschermd door bebouwing en door de ronde vorm zal een eventueel vliegtuig er gemakkelijker afglijden. Bij elkaar genomen is het uiterst onwaarschijnlijk, ook bij het neerstorten van een groot verkeersvliegtuig, dat de reactor direct zal worden beschadigd. Maar als een vliegtuig er half doorheen komt en er ontstaat een kerosinebrand, dan kunnen we niet uitsluiten dat er daarna inderdaad kernschade optreedt.” De splijtstof kan dan oververhit raken en smelten. Wanneer vervolgens het reactorvat beschadigd raakt, kunnen radioactieve splijtingsproducten uit het vat ontsnappen.

Wat er dan precies gebeurt, durft Bongers niet te voorspellen. „Neem de twee bekende kernongevallen Harrisburg en Tsjernobyl. Bij Harrisburg was een groot deel van de kern beschadigd, maar de omgeving van de centrale werd nauwelijks beïnvloed, bij Tsjernobyl was er grote schade aan de omgeving.”

Hoe groot is het risico op een terroristische aanslag vanaf de grond? Bongers: „We hebben een 24-uursbewakingsdienst tegen, wat we noemen, ongewenste beïnvloeding door derden. Nu zijn we natuurlijk extra alert.” Wat de extra maatregelen zijn, mag hij niet zeggen.

De beveiliging houdt rekening met het binnendringen van terroristen. De centrale is als het ware uitgerust met een dodemansknop, legt Bongers uit, waardoor de reactor zichzelf automatisch zal uitschakelen. „Er is grote deskundigheid nodig om een ongewenste situatie te creëren. Alle westerse centrales zijn uitgerust met een reactorbeveiligingssysteem. De reactor wordt geregeld met regelelementen. Deze elementen bevatten een stof die het splijtingsproces stopt. Zodra de centrale buiten de veilige bedrijfsomstandigheden dreigt te raken, krijgt het aandrijfmechanisme van de regelelementen automatisch geen stroom meer. Hierdoor vallen de regelelementen onder invloed van de zwaartekracht in de reactor, waardoor het splijtingsproces binnen twee seconden stopt. Zelfs als de hele regelzaal of de machinekamer wordt weggevaagd, is de veiligheid gewaarborgd.”