Wetenschap 4 september 2001

Spuitbus

Door Janneke van Reenen-Hak
Een apparaat waarmee de gewone man op een eenvoudige manier kan verven. Zo omschreef de Noor Erik Rotheim eind jaren twintig de door hem ontwikkelde spuitbus. De treinreiziger die langs de achterkant van de stad zoeft, ziet dat de spuitbus inderdaad bijzonder laagdrempelig is. De 'kunstwerken' die graffitispuiters hebben aangebracht op schutting, fabrieksmuur en geluidswal vormen de stille getuigen.

De tekeningen die het patentbureau van de allereerste spuitbus in zijn bezit heeft, tonen een apparaat dat verrassend veel weg heeft van de hedendaagse spuitbus. Van weggooien na gebruik was in die tijd nog geen sprake, het vat werd opnieuw gevuld. Ook nu krijgt het grootste deel van het verpakkingsmateriaal een tweede kans. Ruim 77 procent van de spuitbus wordt gerecycled.

Een spuitbus bestaat uit een blikken of aluminium vat, dat allereerst wordt gevuld met de te verdrijven vloeistof, bijvoorbeeld een smeermiddel, slagroom of haarlak. Nadat dop en ventiel zijn aangebracht, perst de fabrikant het drijfgas door het ventiel naar binnen. Het samengeperste gas –dat zich boven in de houder bevindt– zet de vloeistofkolom onder druk.

Het drijfgas perst de vloeistof in een slangetje dat is verbonden met de drukknop aan de bovenzijde en reikt tot de bodem. Een veertje in de knop houdt een inlaatklep (ventiel) op zijn plaats. Op het moment dat iemand de knop indrukt, zorgt de veer dat de inlaatklep opengaat, en verspreidt de spuitbus door een opening aan de zijkant van de drukknop een aërosol, een nevel van fijne vloeistofdruppeltjes.

Niet elke spuitbus is even ver gevuld als zij de lopende band verlaat. Bussen die schuim produceren, zitten het volst. Het vat bevat 5 tot 15 procent drijfgas, de rest is slagroom of scheerschuim.

Vloeistoffen die als een spray uit de spuitbus komen, vergen meer druk: de houder is voor ongeveer de helft gevuld met drijfgas, de rest is haarlak of insectenverdelger. Mensen die autolak of luchtverfrisser aanschaffen, kopen voor het grootste deel samengeperste lucht. Viervijfde deel van de inhoud van de spuitbus is gevuld met drijfgas. Dat is nodig om een uiterst fijne nevel van vloeistofdruppeltjes met kracht uit de dop te persen.

Muskieten
De spuitbus van Rotheim raakte niet wijdverbreid. Zo kon het gebeuren dat in 1944 twee Amerikanen opnieuw het wiel uit moesten vinden. De chemicus Lyle Goodloe en de insectendeskundige William Sullivan zochten naar een manier waarop soldaten in de Tweede Wereldoorlog gemakkelijk insectenverdelger konden verspreiden. Dat was hard nodig, omdat de militairen te kampen hadden met malariamuskieten.

Als drijfgas gebruiken de twee Amerikanen een chloorfluorkoolwaterstof (cfk). Dat gas is uiterst geschikt, omdat het geen schadelijke invloed heeft op het insecticide en geen gevaar oplevert voor de volksgezondheid. In 1953 brengt Robert Abplanal een belangrijke verbetering aan. Tot die tijd raakte de inlaatklep na een aantal malen gebruik geregeld verstopt, maar met de dop van Abplanal komt daar een einde aan.

Menig fabrikant ziet in dat een spuitbus uitstekend geschikt is om zijn product te bewaren en te doseren. Binnen vijftien jaar zijn zo'n 300 verschillende producten in spuitbus te koop.

Ozonlaag
In de jaren zeventig dringt het langzaam maar zeker tot wetenschappers door dat de enorme hoeveelheid cfk's die we met z'n allen de atmosfeer in spuiten, dramatische gevolgen heeft voor de ozonlaag, die de aarde beschermt tegen schadelijke ultraviolette straling van de zon. Dat resulteert in een verbod op het drijfgas in 1989.

Sinds het verbod gebruiken fabrikanten andere gassen, zoals butaan, propaan, koolzuurgas of samengeperste lucht. Aan al deze gassen kleven nadelen, waardoor fabrikanten in een aantal gevallen de samenstelling van hun product moesten wijzigen. Onderzoekers speuren al jaren naar een goede vervanger van cfk's, die in staat is om een vloeistof even goed te vernevelen. Een geschikte en goedkope kandidaat is nog niet gevonden. Butaan en propaan zijn brandbaar, samengeperste lucht is niet bruikbaar voor producten die aan bederf onderhevig zijn.

In de serie Uitgedacht verschijnt wekelijks een artikel over een alledaags gebruiksvoorwerp dat niet meer uit de samenleving is weg te denken. Hoe zit het in elkaar en wie heeft het bedacht? De geschiedenis, de werking en het belang ervan staan in deze reeks artikelen centraal.

Serie Uitgedacht


Interessante sites:

Uitleg over de werking en de uitvinding van de spuitbus:
www.yorks.karoo.net

Spuitbus op Noorse postzegel:
members.tripod.lycos.nl