Wetenschap | 4 september 2001 |
SpuitbusDoor Janneke van Reenen-Hak De tekeningen die het patentbureau van de allereerste spuitbus in zijn bezit heeft, tonen een apparaat dat verrassend veel weg heeft van de hedendaagse spuitbus. Van weggooien na gebruik was in die tijd nog geen sprake, het vat werd opnieuw gevuld. Ook nu krijgt het grootste deel van het verpakkingsmateriaal een tweede kans. Ruim 77 procent van de spuitbus wordt gerecycled. Een spuitbus bestaat uit een blikken of aluminium vat, dat allereerst wordt gevuld met de te verdrijven vloeistof, bijvoorbeeld een smeermiddel, slagroom of haarlak. Nadat dop en ventiel zijn aangebracht, perst de fabrikant het drijfgas door het ventiel naar binnen. Het samengeperste gas dat zich boven in de houder bevindt zet de vloeistofkolom onder druk. Het drijfgas perst de vloeistof in een slangetje dat is verbonden met de drukknop aan de bovenzijde en reikt tot de bodem. Een veertje in de knop houdt een inlaatklep (ventiel) op zijn plaats. Op het moment dat iemand de knop indrukt, zorgt de veer dat de inlaatklep opengaat, en verspreidt de spuitbus door een opening aan de zijkant van de drukknop een aërosol, een nevel van fijne vloeistofdruppeltjes. Niet elke spuitbus is even ver gevuld als zij de lopende band verlaat. Bussen die schuim produceren, zitten het volst. Het vat bevat 5 tot 15 procent drijfgas, de rest is slagroom of scheerschuim. Vloeistoffen die als een spray uit de spuitbus komen, vergen meer druk: de houder is voor ongeveer de helft gevuld met drijfgas, de rest is haarlak of insectenverdelger. Mensen die autolak of luchtverfrisser aanschaffen, kopen voor het grootste deel samengeperste lucht. Viervijfde deel van de inhoud van de spuitbus is gevuld met drijfgas. Dat is nodig om een uiterst fijne nevel van vloeistofdruppeltjes met kracht uit de dop te persen. Muskieten Als drijfgas gebruiken de twee Amerikanen een chloorfluorkoolwaterstof (cfk). Dat gas is uiterst geschikt, omdat het geen schadelijke invloed heeft op het insecticide en geen gevaar oplevert voor de volksgezondheid. In 1953 brengt Robert Abplanal een belangrijke verbetering aan. Tot die tijd raakte de inlaatklep na een aantal malen gebruik geregeld verstopt, maar met de dop van Abplanal komt daar een einde aan. Menig fabrikant ziet in dat een spuitbus uitstekend geschikt is om zijn product te bewaren en te doseren. Binnen vijftien jaar zijn zo'n 300 verschillende producten in spuitbus te koop. Ozonlaag Sinds het verbod gebruiken fabrikanten andere gassen, zoals butaan, propaan, koolzuurgas of samengeperste lucht. Aan al deze gassen kleven nadelen, waardoor fabrikanten in een aantal gevallen de samenstelling van hun product moesten wijzigen. Onderzoekers speuren al jaren naar een goede vervanger van cfk's, die in staat is om een vloeistof even goed te vernevelen. Een geschikte en goedkope kandidaat is nog niet gevonden. Butaan en propaan zijn brandbaar, samengeperste lucht is niet bruikbaar voor producten die aan bederf onderhevig zijn. |
In de serie Uitgedacht
verschijnt wekelijks een
artikel over een alledaags
gebruiksvoorwerp dat niet
meer uit de samenleving is
weg te denken. Hoe zit het
in elkaar en wie heeft het
bedacht? De geschiedenis,
de werking en het belang
ervan staan in deze reeks
artikelen centraal.
Uitleg over de werking en de uitvinding van de spuitbus:
Spuitbus op Noorse postzegel: |