Wetenschap | 24 juli 2001 |
MicrovezeldoekjeDoor Janneke van Reenen-Hak Microvezeldoekjes veroveren met veelbelovende namen zoals wonderdoekje of duizend-en-een-dingen-doekje in snel tempo de huishoudelijke markt. Oorspronkelijk hadden chemici andere plannen met de flinterdunne draden. Op zoek naar een kunstvezel voor thermische kleding, ontwikkelden ze halverwege de jaren tachtig de microvezel. De daarvan geweven stof voelt prettig aan doordat ze goed in staat is transpiratievocht op te nemen. Een nadeel dient zich al snel aan: het materiaal trekt stof en vuil aan. Een Zweedse fabrikant maakt van de nood een deugd door begin jaren negentig een schoonmaakdoekje te ontwikkelen dat bestaat uit microvezels. De eerste jaren komt de verkoop traag op gang. Mensen reageren sceptisch: het zoveelste superdoekje. Een paar jaar geleden is het product opnieuw ontdekt. Dankzij verbeterde technieken duikt de vezel ook weer op in sportkleding, bergschoenen en meubelstoffen. Wigvormig Synthetische vezels bestaan uit polymeren, lange ketens aaneengeschakelde moleculen, vergelijkbaar met een kralenketting. De draad waaruit uiteindelijk de microvezels ontstaan, bestaan voor 70 procent uit polyester. De rest is polyamide, een polymeer dat beter bekend is als nylon. Op het moment dat de kunstvezel tot doek is geweven of gebreid, is er nog geen sprake van een wonderdoekje. Microvezels ontstaan pas na chemische behandeling of door tijdens het fabricageproces kracht op het doekje uit te oefenen. Onder invloed van een chemisch badje, een krachtige waterstraal of het strekken van het weefsel verbreekt de verbinding tussen polyamide en polyester. De van oorsprong ronde vezel valt uiteen in een stervormige kern van polyamide, omgeven door wigvormige polyestervezels. Een dwarsdoorsnede van de vezel is te vergelijken met een ster, geknipt uit een cirkel van papier. De driehoekige papiersnippers die overblijven, stellen de polyestervezel voor. Het polyesterdeel vormt de echte microvezel, maar de stervormige polyamidekern heeft wel degelijk een functie. Olie en vet hechten gemakkelijk aan polyamide. Bij een gewone doek is zeep nodig om datzelfde effect te bereiken: de zeep dient als oplosmiddel en zet de vettige resten om in minuscule druppels die de doek vervolgens opzuigt. Aaien De vezels zitten dicht opeengepakt. De tussenliggende kieren trekken door de capillaire werking het water met de daarin aanwezige vuildeeltjes omhoog. Capillaire werking is het verschijnsel dat vloeistof in een nauwe ruimte tegen de wanden omhoog kruipt. Dat is mooi te zien bij een glas limonade met een rietje. In het rietje staat de vloeistof hoger dan in de rest van het glas. Gewone doeken hebben ook een zuigende werking, maar die is veel minder omdat de poriën groot zijn. Met hun scherpe hoeken dringen microvezels diep door in het vuil, veel verder dan een ronde vezel dat kan. Microvezels pakken vuil beet, ronde vezels aaien er overheen. Het materiaal trekt vuil zo goed aan dat met de hand uitspoelen nauwelijks helpt. Alleen een machinale wasbeurt kan een vies doekje weer bruikbaar maken. Droog heeft de vezel weer andere voordelen. Dan laadt de doek statische elektriciteit op door de wrijvende beweging over een oppervlak. De positief geladen doek trekt stofdeeltjes naar zich toe. Sneller |
In de serie Uitgedacht
verschijnt wekelijks een
artikel over een alledaags
gebruiksvoorwerp dat niet
meer uit de samenleving is
weg te denken. Hoe zit het
in elkaar en wie heeft het
bedacht? De geschiedenis,
de werking en het belang
ervan staan in deze reeks
artikelen centraal.
Onderzoeksresultaten TNO:
|