Wetenschap | 17 juli 2001 |
ZonnebrilDoor Janneke van Reenen-Hak Geel, groen, roze, paars, spiegelend of gitzwart. Zonnebrillen zijn verkrijgbaar met glazen in alle denkbare tinten. Brildragers maken als het goed is niet de afweging of de kleur goed bij de rest van hun outfit past, maar houden rekening met wat ze die dag gaan doen. Roze glazen zijn geliefd bij watersporters. In een omgeving met veel groene en blauwe tinten zorgt roze voor het beste contrast. Groene lenzen zijn goed in staat schitteringen van de zon weg te filteren en zijn daarom populair bij automobilisten. Voor de irritante flitsen die zonlicht veroorzaakt, bijvoorbeeld door weerkaatsing op een sneeuwlaag, is blauw licht verantwoordelijk. Het glas van een skibril is gewoonlijk (goud)geel van kleur. Een gele lens vermindert het aandeel blauw licht en laat de andere kleuren wel goed door. Daardoor neemt het contrast in een witte wereld enorm toe. Bergbeklimmers Zonlicht is op te delen in een spectrum van kleuren. Het zichtbare gedeelte met een golflengte van 400 tot 750 nanometer bevat de kleuren van de regenboog, van violet tot rood. Voorbij violet licht bevindt zich het ultraviolette gebied. Het infrarode gebied begint waar het rode licht ophoudt. Meer dan de helft van het zonlicht dat door de atmosfeer heendringt, bestaat uit infrarood licht, dat het oog opwarmt. Als de temperatuur te hoog oploopt, ontstaat blijvende schade aan het oog. Ultraviolet Ultraviolet licht is op te splitsen in drie groepen, uv-a, b en c, waarbij uv-a de grootste golflengte heeft en dus het dichtst bij violet licht in de buurt komt. Hoe kleiner de golflengte, hoe gevaarlijker de straling. Een goede zonnebril absorbeert uv-a en uv-b voor 100 procent. Blokkade van uv-c is niet nodig. Dat is weliswaar de meest energierijke en dus heel schadelijke vorm, maar die dringt niet door de atmosfeer heen. Polaroid De komst van polaroidbrillen halverwege de jaren dertig is een grote sprong voorwaarts. Het polaroidfilter is een uitvinding van de Amerikaan Edwin Herbert Land, de grondlegger van de directklaarfotografie. Een filter dat licht polariseert, houdt vervelende schitteringen tegen. Zonlicht bestaat uit golven die alle kanten op waaieren. Een polaroidfilter heeft lamellen, die door de smalle openingen alleen de golven doorlaten die parallel aan de lamellen lopen. Wanneer een tweede filter loodrecht op de eerste wordt geplaatst, is de lichtbundel geheel gestopt. Bij alle andere standen passeert een deel van het licht de filter, afhankelijk van de grootte van de hoek. De lichtstralen die het oog bereiken na weerkaatsing in water of een autoruit zijn al gepolariseerd; één kant op gericht. Een polaroidbril is dan het tweede filter en laat de schittering verdwijnen. Soms leidt dat tot vreemde situaties. Als de stralen van het weerkaatste zonlicht (bijna) loodrecht op het filter staan, vangt de bril (bijna) al het licht weg en verandert de lichte plek in een donkere, olieachtige vlek. Braderie |
In de serie Uitgedacht
verschijnt wekelijks een
artikel over een alledaags
gebruiksvoorwerp dat niet
meer uit de samenleving is
weg te denken. Hoe zit het
in elkaar en wie heeft het
bedacht? De geschiedenis,
de werking en het belang
ervan staan in deze reeks
artikelen centraal.
|