Wetenschap 3 juli 2001

De sterrenhemel in juli

Door W. G. Hulsman
Straatverlichting is er voor de veiligheid, maar tegelijkertijd kan zij veel kwaad doen. Vooral bij sterrenkijkers. Alle lichtmasten en lantaarns die maar wat om zich heen schijnen, zorgen voor veel lichtvervuiling. Voor de Amerikaanse staat Connecticut is dat een reden om –als eerste– een wet uit te vaardigen die alle 'vervuilende' publieke verlichting op termijn verbiedt. De International Dark-Sky Association is blij met de stap.

Straatverlichting is naar schatting voor 35 tot 50 procent verantwoordelijk voor de lichtgloed die boven dichtbevolkte stedelijke gebieden hangt. De lampen vormen zo een van de belangrijkste oorzaken dat zwak schijnende hemelobjecten er moeilijk meer zijn waar te nemen. Tot groot verdriet van gebruikers van –vooral oudere– sterrenwachten die de stedelijke bebouwing snel in hun richting op hebben zien rukken. Voor een land als Nederland geldt zelfs dat er helemaal geen plekken meer zijn waar het helemaal donker is. Wie de komende weken naar zuidelijker streken afreist, kan zien dat de hemel daar 's nachts veel meer geheimen prijsgeeft.

In de staat Connecticut worden de komende vijftien tot twintig jaar zo'n 189.000 straatlantaarns vervangen door lampen die niet meer licht verspreiden dan nodig is en in ieder geval naar beneden schijnen. Dat scheelt op de elektriciteitsrekening, voorkomt verstoring van de natuur en geeft sterrenkundigen meer waarneemmogelijkheden. Vier andere Amerikaanse staten hebben ook regelgeving tegen lichtvervuiling, maar die is minder vergaand.

Vijf-op-een-rij
Dergelijke maatregelen zouden op de breedtegraad waarop Nederland ligt, met name in de winter, effect kunnen hebben. Tijdens de zomernachten van juli –vooral de eerste– is het echter de zon die voor de meeste 'lichtvervuiling' zorgt. Ze blijft van achter de noordelijke horizon voor 'schemerlicht' zorgen met als gevolg dat ook in juli weer de mogelijkheid bestaat dat lichtende nachtwolken in het noorden zichtbaar zijn.

Zijn er geen wolken, dan biedt de julihemel een mooie samenstand. Aan de oostnoordoostelijke ochtendhemel zullen van 11 tot 16 juli vier planeten aan het firmament verschijnen en de dagen erna loopt ook de maan er nog tussendoor. Laag boven de horizon zijn 's morgens ruim voor zonsopkomst de kleine Mercurius en de grote Jupiter te zien. Zij staan linksonder de heldere 'Morgenster' Venus, die op zijn beurt weer tussen Saturnus en de heldere ster Antares doorloopt. Op 19 juli om 5.00 uur leidt dat tot een mooi rijtje aan de hemel: vanaf 'rechtsboven' naar 'linksonder' Saturnus, Venus, Jupiter, de smalle maansikkel en Mercurius. Om de laatste te zien is wellicht een verrekijker nodig.

Een planeet die zich elders aan de hemel goed laat zien, is Mars. Nog steeds schittert die 's avonds laag boven de zuidelijke horizon. Een kleine telescoop kan helpen details op het oppervlak van de rode planeet waar te nemen.

Zomerdriehoek
De sterrenhemel in juli wordt verder gestempeld door de zogenaamde Zomerdriehoek, drie sterren die door hun helderheid opvallen en samen een driehoek vormen. Het gaat om de ster Deneb in het sterrenbeeld Cygnus of Zwaan, om Vega in Lyra of Lier en om Altair in Aquila of Arend. Cygnus is een opvallend sterrenbeeld in de vorm van een kruis, waarvan de as parallel ligt aan de sterrenband van de Melkweg.

Mocht er tijdens het waarnemen van de julihemel plotseling een flits aan de donkere lucht te zien zijn, dan is dat een meteoor van een van de kleinere zwermen die in juli actief zijn: de Capricorniden (vanuit de richting van het sterrenbeeld Steenbok of Capricornus) en de Aquariden en de eerste Perseïden, die vooral in augustus voor 'vuurwerk' zorgen.