Wetenschap 5 juni 2001

De sterrenhemel in juni

Door W. G. Hulsman
Japanse sterrenkundigen zeggen de verste, waarneembare sterrenstelsels te hebben ontdekt en daarmee de 'rand' van het waarneembare heelal. Nog dieper het universum inkijken, kan niet met de huidige techniek, veronderstellen de astronomen.

Toch zijn de Japanners nog niet tevreden. Ze willen weten wat er achter die rand ligt. Want bestaat er wel een einde van het heelal? In het universum is namelijk driemaal zoveel achtergrondstraling aanwezig dan de nu bekende sterrenstelsels met elkaar kunnen uitstralen, zo blijkt uit diverse waarnemingen met satellieten.

De Japanners kwamen tot de conclusie dat ze de rand van het heelal hebben ontdekt, na waarnemingen met een van de meest geavanceerde telescopen ter wereld, de grote Subaru-telescoop, die een spiegel heeft van 8,2 meter doorsnee.

Dichter bij huis ontdekten de Japanse astronomen van dezelfde sterrenwacht de afgelopen maand een aantal nieuwe hemellichamen in de Kuiper-belt; de gordel achter de buitenste bekende planeet van de zon, Pluto. In dat gebied van ons zonnestelsel maken miniplaneten met doorsnedes van zo'n 100 kilometer rondes om de zon. Sinds 1992 zijn er al zo'n 350 van die kleine hemelobjecten ontdekt. In 1999 was er nog een felle discussie onder sterrenkundigen of de planeet Pluto zelf ook niet onder de miniplaneten van de Kuiper-belt –genoemd naar een van de ontdekkers, de Nederlandse astronoom Gerard P. Kuiper (1905-1973)– geschaard moet worden.

Mars
De kleine Pluto staat deze maand in het sterrenbeeld Slangendrager, maar is zonder goede apparatuur niet waarneembaar. Ook de andere planeten laten zich niet zomaar zien. Mercurius en Jupiter staan te dicht bij de zon. Saturnus verschijnt pas eind juni weer aan de ochtendhemel, in het oosten. Venus wordt daar weer steeds beter zichtbaar.

Een planeet die veel aandacht waard is, is Mars. Het oranjerode hemellichaam komt 13 juni in oppositie met de zon en is daarom de hele nacht goed en opvallend zichtbaar aan de zuidelijke hemel, al staat Mars wel laag. Amateurs kunnen al met een kleine telescoop details op het oppervlak ontdekken. In de nacht van 21 op 22 juni zal dat waarschijnlijk het beste gaan. Het is dan nieuwe maan en de planeet bereikt deze nacht bovendien de kleinste afstand tot de aarde, zo'n 67 miljoen kilometer.

Zonsverduistering
Op 21 juni zal de natuur in een deel van Afrika verstillen. Niet omdat het nieuwe maan is, maar vanwege een indrukwekkende, totale zonsverduistering. Die middag trekt de schaduw van de maan over Angola, Zambia, Zimbabwe, Mozambique en Madagascar. In Europa is niks van de zonsverduistering, die een maximale totaliteit van 4 minuten en 56 seconden heeft, te merken.

De zonsverduistering valt samen met het begin van de astronomische zomer om 9.38 uur. De zon bereikt dan de hoogste stand aan de hemel. Deze langste dag van het jaar –van zonsopkomst tot zonsondergang– duurt 16 uur en 30 minuten. En hoe noordelijker, hoe langer de dag duurt. Omdat de zon boven de noordpoolcirkel deze dagen niet ondergaat, is er weer kans op lichtende nachtwolken; wolken die 's nachts op grote hoogte –zo'n 80 kilometer– vanuit het noorden nog beschenen worden door de zon, terwijl het op aarde al donker is.