Wetenschap 22 mei 2001

Ondergrondse verbinding A6 en A9 verstoort waterhuishouding

Tunnelplan bedreigt Naardermeer

Door T. J. Lucas
'Goede voornemens' bedreigen Nederlands oudste natuurmonument, het Naardermeer. Een snelwegtunnel onder de Vechtstreek gaat, als de plannen doorgaan, pal aan de rand van het gebied de grond in. De aanleg ervan betekent waarschijnlijk een ernstige verstoring van de waterhuishouding rond het kwetsbare gebied. Met alle gevolgen van dien. Ook met de stilte, die toch al om de drie minuten wordt verscheurd door passerende treinen, is het dan gedaan. Dat zal vooral 's avonds en 's nachts te merken zijn.

De schemering valt. De steeds lager zakkende zon legt een bekoorlijke schoonheid over het gebied. Rietkragen in de verte baden in het goudoranje licht. Meren, watergangen, bossen en rietvelden wisselen elkaar af. In de lichte bries waaien allerlei geluiden over ons heen. Berken en wilgen ruisen, boeren- en huiszwaluwen kwetteren speels door de lucht, vergezeld door luid uithalende gierzwaluwen. Op kleine vlotjes nestelen veertig zwarte sternen. In het riet zingt de kleine karekiet er beweeglijk op los.

Opnieuw overstemt een passerende trein alle natuurgeluiden, maar daarna keert de rust weer. Hoe lang nog? Het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft al twintig jaar plannen om een nieuwe snelweg te realiseren tussen de A6 bij knooppunt Muiderberg en de A9 bij knooppunt Holendrecht. De provincie Noord-Holland heeft veel belang bij de verbinding van deze verkeersaders, in verband met de groei van Schiphol en Almere. Het departement koos voor een 13 kilometer lange ondergrondse verbinding om het Groene Hart niet ter hoogte van het maaiveld te hoeven doorsnijden. Esthetisch lijkt dat een verantwoord streven. Een snelweg dwars door de Vechtstreek is niet alleen foeilelijk, maar zal ook het karakter van het gebied diepgaand aantasten. Vandaar de tunnelvariant. In september of oktober komt het plan aan de orde tijdens de behandeling van het Nationaal Verkeers- en Vervoersplan (NVVP).

Beleidsmedewerker Petra Ket van Natuurmonumenten: „Bovengronds of ondergronds, de aanleg van een snelweg is in beide gevallen nadelig voor het Naardermeer. Een tunnel vereist ook bovengrondse infrastructuur, in de vorm van ventilatiekokers, vluchtuitgangen en dergelijke. Het Gein- en Vechtplassengebied in zijn huidige vorm gaat er hoe dan ook aan en voor het Naardermeer dreigt hetzelfde. Om een tunnel te kunnen bouwen is continue bemaling van de bouwput en het tunneltracé vereist. En daar ligt de crux van het probleem: het Naardermeer zal door deze activiteiten leeglopen.”

Hydrologie
De uiterst complexe hydrologie van het gebied is voor Natuurmonumenten al decennialang een bron van grote zorg. Sinds kort lijken de waterhuishouding en de waterkwaliteit eindelijk in orde. Het Naardermeer is sterk afhankelijk van kwelwaterstromen die vanaf de Utrechtse Heuvelrug het gebied instromen. Door te royale waterwinning in het Utrechtse verdroogde het natuurgebied. Om dat tegen te gaan, moest de beheerder jarenlang water van slechte kwaliteit van elders inlaten.

„Het water is nu weer glashelder”, zegt terreinbeheerder Gradus Lemmen terwijl we in een roeiboot door een watergang peddelen. „Kranswieren zijn waterplanten die gelden als indicatoren van de waterkwaliteit. Alle veertien soorten waren verdwenen, maar twaalf ervan zijn inmiddels weer terug.”

Glashelder klinkt de metaalachtige roep van een rietgors. Het is niet moeilijk om de vogel met zijn typische zwarte kop in de kijker te krijgen. Om de snor te ontdekken moet je veel meer geluk hebben. Op tal van plaatsen is vanuit het riet het soms minutenlang aanhoudende ”snorrr” te horen. Negen luchtzakken in de hals van het vogeltje maken dat mogelijk. Het geluid dat de snor produceert, lijkt veel op de zang van de sprinkhaanrietzanger.

Boven ons passeert een sierlijke witte vogel. „Een grote zilverreiger”, wijst Lemmen. „Het duurt waarschijnlijk niet lang meer, of ze komen hier tot broeden. Ze hangen hier al een paar jaar rond. Het Naardermeer is ook voor de purperreiger een belangrijk gebied. Van de ongeveer 200 Nederlandse paren broeden er hier 42. Hun nesten liggen diep in de rietmoerassen verscholen.”

Knutten
De wind gaat liggen. Terwijl we varen door een moerasbos van elzen, veel witbloeiende appelbessen en hier en daar een wilg, krijgen we te maken met de beruchte knutten, kleine, bijna onzichtbare vliegjes. De typische moerasbewoners zijn actief van begin mei tot eind juni. Ze steken, vooral tijdens vochtig, windstil weer, op alle plaatsen waar ze de huid kunnen bereiken. Voorhoofd, oren, ooghoeken, armen, benen, niets is veilig voor de buitengewoon irritante insecten. „Nu gaat het nog best”, glimlacht Gradus Lemmen. Hij laat een roeispaan los en grijpt snel naar zijn rechteroorschelp. „Als het wat warmer wordt, kun je hier niet eens wezen. Je kunt je ook maar het best op iets anders concentreren, anders heb je geen leven.”

In de verte klinkt een geluid als van een drukbezocht zwembad. „De aalscholverkolonie”, weet Lemmen. „We herbergen hier een populatie van zo'n 2000 paar. Omdat het nu bijna donker is, keren de laatste oudervogels haastig terug naar hun nest. Daar brengen ze de nacht door, na een lange dag van hard werken voor hun kroost. Per nest gaat er elke dag 2 kilo vis doorheen.”

Terwijl we onderweg zijn naar de uitkijkhut vlak bij de aalscholverkolonie, dwarrelt een mysterieuze verschijning door de lucht. Het is een houtsnipman. Hij traceert het vrouwtje, waarnaar hij op zoek is, door haar antwoord op zijn lokroep. Groene kikkers en meerkikkers mengen zich in het in aantal slinkende vogelkoor. Een enkele rietzanger, een kleine karekiet, en een snor laat zich nog horen. IJl en breekbaar klinkt het geluid van een waterspitsmuis ergens op de oever.

Trein
Pal voor de kijkgaten van de hut zitten de schollevaars op hun nest. De bomen waarin ze nestelen zijn doodgegaan door de inwerking van hun uiterst zure uitwerpselen. De oudervogels poetsen hun veren. De altijd hongerige jongen piepen klaaglijk in mechanische cadans. De trein, die dwars door het Naardermeer dendert, overstemt om de drie minuten alle natuurgeluiden. In het late licht van de reeds achter de horizon verdwenen zon is het silhouet van een knobbelzwaan op het water nog net zichtbaar. Vleermuizen fladderen door het luchtruim, op zoek naar insecten. Het Naardermeer bij nacht heeft zijn eigen bekoring. Gradus Lemmen: „Onze vereniging heeft al vanaf 1904 gevochten voor dit gebied. We geven de strijd ook nu niet op.”

Relevante website:

Natuurmonumenten heeft webcam op Naardermeer
www.natuurmonumenten.nl