Wetenschap15 mei 2001

Venijnige stekels en verschroeide aarde

Van de meer dan een miljoen tot nu toe bekende insectensoorten die op aarde rondrennen, kruipen en vliegen, voedt ongeveer de helft zich met planten. Het grootste deel leeft van één of hooguit een paar plantensoorten. De rups van het koolwitje huist bijvoorbeeld het liefst op koolsoorten en andere –verwante– kruisbloemige planten. Planten hebben heel wat voor hun belagers in petto.

Dikke bladeren, een ondoordringbare waslaag en venijnige stekels houden insecten prima op afstand. „Dat lijkt een uitstekende verdediging”, zegt prof. dr. M. Dicke van de Wageningen Universiteit, „maar alle energie die de plant eraan besteedt, kan hij niet investeren in groei en bloei. Zulke planten zullen dan ook niet goed kunnen concurreren met planten die hun energie slimmer verdelen over verdediging en groei. Daar komt bij dat een plant met een dikke waslaag meer moeite heeft om kooldioxide uit de lucht op te nemen. Daardoor staat de stofwisseling op een laag pitje.”

Effectiever zijn verdedigingsmethoden die pas in werking treden op het moment dat ze nodig zijn. Dat is het geval met de productie van gifstoffen die de belager doden of geurstoffen die diens natuurlijke vijanden aantrekken. „Een plant bouwt resistentie op als dat nodig is, ook dat scheelt energie. Hoe vaker een plant wordt aangevreten, des te eerder de productie van die stoffen een volgende keer op gang komt.”

Antibiotica
Om zich te verdedigen tegen micro-organismen –schimmels, virussen, bacteriën– nemen planten rigoureuze maatregelen. Heeft een plant een ziektekiem herkend aan de stoffen die hij uitscheidt, dan treedt in het weefsel rondom het micro-organisme een overgevoeligheidsreactie op. Het plantenweefsel sterft af, de belager heeft geen voedsel meer en gaat dood. Het proces staat bekend als de ”verschroeide-aarde”-tactiek.

Bij een insect heeft de methode geen zin, het dier loopt gewoon verder, naar een onaangetast stukje plant. Wel zijn er planten die de methode toepassen wanneer er eieren op hun bladeren worden gedeponeerd.

Als de verschroeide-aarde-tactiek niet afdoende is, heeft de plant nog wat anders in huis: ze maakt het hormoon salicylzuur aan, dat de productie van een soort antibioticum stimuleert. De stof remt de groei van ziekteverwekkers.

Planten kunnen niet onbeperkt inzetten op verdediging, dat kost te veel energie. „Wanneer planten het slachtoffer zijn van een infectie, blijken ze in een aantal gevallen al hun beschikbare energie te steken in het overwinnen daarvan en te hopen dat er geen insect langskomt. Andere planten bewaren wel een restje energie om zich te verdedigen tegen vraatlustige insecten.”