Wetenschap 8 mei 2001

Koffiefilter

Door W. van Hengel
De koffiefilter van mevrouw Melitta Bentz-Liebscher betekent een revolutie op het gebied van koffiezetten. De koffiedrab bevindt zich niet meer onder in het kopje, maar in de filter. Voor koffiedikkijkers breken onzekere tijden aan. Deze toekomstvoorspellers moeten omzien naar andere hulpmiddelen om hun dubieuze praktijken te kunnen voortzetten.

Koffie kent al een lange geschiedenis. De naam koffie is afgeleid van het Arabische woord ”quahwa”. Volgens een legende is het een herder in de beboste hooglanden van Ethiopië die rond het jaar 850 ontdekt dat zijn geiten zeer levenslustig worden door het eten van de rode bessen van een wilde koffieplant. In Jemen ontstaan vervolgens tussen 1000 en 1300 kleine koffieplantages, aangelegd in terrasbouw. Vanuit Jemen verovert de koffie het hele Midden-Oosten. In Turkije wordt het zelfs een nationale drank.

In 1669 introduceert een handelaar koffie aan het Franse hof. Nog geen honderd jaar later telt alleen Parijs al bijna 400 koffiehuizen. De koffiecultuur waaiert uit over heel Europa, en uiteindelijk zelfs tot in de verste uithoeken van de wereld.

De koffie wordt rond 1700 gemalen en op een zeef gelegd waarop men water giet. Na het opgieten bevindt zich onder in het koffiekopje dan ook steevast een hoeveelheid koffiedik, afhankelijk van de grootte van de gaatjes in de zeef. Kleine gaatjes moeten het meestromen van koffiedrab voorkomen, maar hebben als nadeel dat ze snel verstopt raken.

Vloeipapier
Dat getob is niet erg naar de zin van de Duitse huisvrouw Melitta Bentz-Liebscher (1873-1950) uit Dresden. Tijdens een ”Kaffeeklatz”, een koffiekrans met vriendinnen, komt ze op het idee om het koffiedik uit haar lievelingsdrank te weren. Ze neemt een conservenblikje en maakt een paar gaatjes in de bodem. Vervolgens knipt Melitta een velletje vloeipapier van haar zoontje op maat en legt dit op de bodem. Ze deponeert wat gemalen koffie erop en giet er heet water op.

De eerste koffiefilter werkt, maar is nog verre van ideaal. De koffie loopt slechts zeer traag door het vloeipapier. Melitta gaat dan ook op zoek naar andere papiersoorten die beter geschikt zijn als filter. Het blikje wordt vervangen door een messing filterapparaat van 13 centimeter hoog. Onderin ligt de papieren filter. Bovenin zit een verdeler die zorgt voor een goede waterspreiding over de koffiemaling. Op dit apparaat vraagt Melitta, op dat moment 35 jaar oud, op 8 juli 1908 patent aan.

Nog datzelfde jaar richt Melitta samen met haar man Hugo in Dresden een eigen bedrijfje op onder de naam Melitta Bentz. Hugo zet zich letterlijk dag en nacht in om de onderneming tot een succes te maken. Overal demonstreert hij de kwaliteiten van de nieuwe filter. Zijn inspanningen worden beloond. Zes jaar later hebben de Bentzen vijftien man in dienst. In de jaren dertig zoeken zij een nieuw onderkomen en vinden dat in de West-Faalse plaats Minden. Er wordt ook een papierfabriek opgericht voor de productie van filters en een porseleinfabriek die filterhouders fabriceert. In 1936 ontwikkelt Melitta de nog altijd gangbare papieren filter met de conische vorm.

Na de Tweede Wereldoorlog verrijst het totaal verwoeste bedrijf bijna letterlijk uit de as. De zaken nemen een hoge vlucht. Het familiebedrijf groeit uit tot een multinational met meer dan zeventig fabrieken over de hele wereld met een slordige 7500 werknemers en een omzet van meer dan 2 miljard mark.

Vezels
De huidige koffiefilter van marktleider Melitta is niet zomaar een velletje papier. De cellulosevezels zijn afkomstig van Zweedse dennenbomen en allemaal van gelijke lengte. Die is zorgvuldig uitgekiend, en valt derhalve onder het fabrieksgeheim. De aromastoffen van de koffie moeten de filter kunnen passeren. De kleinste koffiedrabdeeltjes echter niet.

Uit Australisch onderzoek is gebleken dat koffiedrab in de filter zeer effectief zware metalen (koper, lood en mogelijk ook cadmium en zink) bindt. De koffiedrinker blijven deze ongezonde toevoegingen dus bespaard. Dat is vooral van belang in oude woningen, waar het water nog via loden leidingen loopt. In ons land zijn er daar niet zo veel meer van.

Onderzoek aan Wageningen Universiteit wees enkele jaren geleden uit, dat koffiefilters effectief bepaalde vetachtige stoffen uit koffie tegenhouden. Deze stoffen (cafestol en kahweol) hebben cholesterolverhogende eigenschappen. Dat geldt niet voor cafeïne dat de filter ongestoord kan passeren.

In Scandinavië wordt zogeheten kookkoffie (cafetière) gezet. Hierbij wordt kokend water op de koffie gegoten en worden de koffiedeeltjes door midden van een metalen of kunststoffilter naar beneden gedrukt. Deze filters houden het vet niet tegen. Het hoge cholesterolgehalte van veel Scandinaviërs wordt mede veroorzaakt door het drinken van deze koffie. Ook Turkse koffie bevat hoge concentraties cafestol en kahweol en is dus cholesterolverhogend.

In de serie Uitgedacht verschijnt wekelijks een artikel over een alledaags gebruiksvoorwerp dat niet meer uit de samenleving is weg te denken. Hoe zit het in elkaar en wie heeft het bedacht? De geschiedenis, de werking en het belang ervan staan in deze reeks artikelen centraal.

Serie Uitgedacht

Relevante websites:

Website Melitta fabrieken, Minden, Duitsland
www.melitta.de

Uitvindster Melitta Bentz
www.fortunecity.de

Vraagbaak Wageningen Universiteit over cholesterol en koffie
www.voedsel.net

Koffiedrab haalt zware metalen uit leidingwater, blijkt uit Australisch onderzoek
www.futureframe.de