In de studie is een aantal gehomogeniseerde modellen bekeken: alterneren, flex en zoneren. Bij alterneren worden de stoptreinstations door alle treinen om en om aangedaan. In het flexmodel stopt elke intercity op één of enkele stoptreinstations. In het geval van zoneren worden op een deel van het traject (zone) de stoptreinstations aangedaan.
Illustratie GroeiSporen |