Zwevende energiecentrale
boven Australië

Na twintig jaar onderzoek met prototypes van de gyromill –een zwevende windturbine– in windtunnels en in de lucht is de zwevende energiecentrale van de Australische professor Bryan Roberts van de University of Western Sydney klaar voor een test op grote hoogte. De gyromill ziet eruit als een kruising tussen een vlieger en een speelgoedhelikopter en kan de aarde in de toekomst van energie voorzien, verwacht Roberts stellig.

De gyromill is een vliegende windturbine die is bevestigd aan een kabel en met behulp van een rotor opstijgt, net als een helikopter. De energie die het gevaarte daarvoor nodig heeft, krijgt het aangevoerd via de kabel. Op een hoogte van 4,5 kilometer blijft de gyromill als een vlieger zweven in de jetstream, een krachtige, constante luchtstroom hoog boven de aarde. Het apparaat gebruikt zijn rotorbladen vervolgens als molenwieken en voert de daarmee opgewekte energie via de kabel naar de aarde.

De centrale die Roberts voor ogen heeft, bestaat uit een serie aaneengeschakelde gyromills. De zwevende energiecentrale heeft een diameter van ruim 20 kilometer. De wetenschapper wil de centrale realiseren boven Zuid-Australië, ver uit de buurt van vliegroutes.

Het voordeel van een zwevende energiecentrale is volgens Roberts de lage kostprijs van de gyromills. De vliegende windturbine heeft geen last van onvoorspelbare windstoten laag boven de grond, een factor waar windmolens op aarde wel rekening mee moeten houden. De jetstream levert een continue luchtstroom, waardoor de centrale een constante en voorspelbare hoeveelheid energie levert.