Wetenschap | 27 maart 2001 |
Gekloonde dieren vaak ziekEr zijn steeds meer bewijzen dat het klonen van gezonde dieren veel moeilijker is dan aanvankelijk werd aangenomen. Gekloonde dieren blijken vaak te lijden aan hartzwakte, longproblemen en vertraging in de groei, waarschuwen Amerikaanse biologen en andere deskundigen in The New York Times. Vier jaar geleden verrasten Schotse onderzoekers de wereld met de geboorte van het gekloonde schaap Dolly. De gekloonde dieren die daarna zijn geboren, blijken veel vaker dan gemiddeld met allerlei gezondheidsklachten te kampen. De geleerden denken dat bij het klonen onwillekeurig afwijkingen in de genen ontstaan, die in elk stadium van het leven tot onvoorziene gezondheidsproblemen kunnen leiden. Vaak voorkomende afwijkingen zijn muizen die plotseling zeer dik worden en koeien met een zwak hart of slecht functionerende longen. Voordat Dolly werd geboren, dachten geleerden dat zoogdieren niet konden worden gekloond. Inmiddels zijn er niet alleen schapen, maar ook muizen, koeien, varkens en geiten met precies dezelfde lichamelijke kenmerken als de vader. De omstreden Italiaanse vruchtbaarheidsarts Severino Antinori kondigde deze maand aan dat hij binnen twee jaar een baby kan klonen. Antinori zorgde er acht jaar geleden voor dat een 62-jarige vrouw zwanger raakte en het leven schonk aan een baby. |