Wetenschap 20 maart 2001

Aap kijkt naar de
kleur van zijn voedsel

Doordat apen het onderscheid kunnen maken tussen de kleuren rood en groen, komen ze gemakkelijker aan goed voedsel.

Ze geven de voorkeur aan jonge, rode, eiwitrijke bladeren boven oude, taaie, groene bladeren, die veel moeilijker te verteren zijn.

Dat blijkt uit een onderzoek van wetenschappers aan de universiteit van Hongkong, die vier apensoorten, waaronder chimpansees, in het Kibale National Park in Uganda observeerden. Vorige week publiceerden zij hun bevindingen in het wetenschappelijk tijdschrift Nature.

Eerder gingen wetenschappers ervan uit dat de apen het onderscheid tussen rood en groen nodig hadden om verschil te maken tussen rijpe en onrijpe vruchten. Dat blijkt niet het geval. Uit het onderzoek komt naar voren dat het herkennen van geel en blauw al voldoende is om rijpe vruchten te selecteren. Apen eten bladeren als vruchten moeilijk zijn te vinden.

Lang niet alle dieren hebben het vermogen kleur te onderscheiden. De meeste primaten, vissen, amfibieën en een paar vogels kunnen het verschil zien tussen geel en blauw. Slechts een klein groepje primaten en de mens kunnen daarnaast ook rood en groen onderscheiden.

Apen zijn maar zelden kleurenblind. Bij mensen komt die aandoening veel vaker voor, vooral bij mannen. Van sommige bevolkingsgroepen –zoals een volk in de Kaukasus– kan 8 procent van de mannen rood en groen niet onderscheiden.