Herontdekking 'uitgestorven' boshoenNederlandse biologen hebben op een eiland voor de noordwestkust van de Indonesische provincie Irian Jaya het uitgestorven gewaande Bruijns boshoen ontdekt. Westerse onderzoekers hadden de vogel 62 jaar geleden voor het laatst waargenomen. De kop en afgekloven botten van een opvallend grote grootpoothoen vormen het bewijs dat het Bruijns boshoen nog altijd voorkomt op het eiland Waigeo, zo heeft het Natuurmuseum Rotterdam bekendgemaakt. De honden van een varkensjager op het eiland hadden het dier gevangen en gedood. De jager at de vogel vervolgens op, waarna hij zich met de kop en het vrijwel complete skelet van het dier bij de onderzoekers in Sorong meldde. De Rotterdamse bioloog K. Heij van het natuurmuseum en mede-expeditielid H. Post konden op basis van de resten vaststellen dat het om een Bruijns boshoen (Aepypodius bruijnii) ging. Bijna twintig expedities zochten in de afgelopen jaren tevergeefs naar de vogel. Het dier was tot voor kort alleen bekend van 23 gedroogde huiden en opgezette museumexemplaren die rond 1880 door jagers van de Nederlandse verenhandelaar A. A. Bruijn op Waigeo werden verzameld. De Nederlands-Indonesische expeditie heeft onder leiding van Heij vorig jaar en dit jaar intensief naar het boshoen gespeurd in het vrijwel ondoordringbare regenwoud van Waigeo. Ook had zij de eilandbewoners opgeroepen waarnemingen van de vogel door te geven aan het kantoor in Sorong. De biologen gaan er na hun ontdekking van uit dat er nog meer Bruijns boshoenen op Waigeo leven. Als er één is, zijn er meer. Dat is een stelregel in de biologie, zegt een woordvoerder van het Natuurmuseum Rotterdam. De expeditie blijft tot eind maart op het eiland. De onderzoekers zullen onder meer samen met de varkensjager teruggaan naar de plaats waar die het boshoen vond, in de hoop daar in de buurt nog levende hoenders aan te treffen. Na afloop van de expeditie zullen de kop en het skelet van het dier voor onderzoek tijdelijk worden ondergebracht in het Natuurmuseum Rotterdam. Uiteindelijk zal het bewijsmateriaal van het voortbestaan van de soort een permanente plaats krijgen in het Museum Zoologicum Bogoriense op Java. Grootpoothoenders staan bekend om hun afwijkende broedgewoonten. Sommige soorten begraven hun eieren onder warm strandzand, andere leggen hun eieren in reusachtige broeiende bladerhopen.
|