Wetenschap 6 maart 2001

Kroonkurk

Door J. Hak
Een kroonkurk is niet het meest gewaardeerde deel van een flesje drinken. De dop, eenmaal van de flessenhals gewipt, verdwijnt achteloos in de struiken of in het gunstigste geval in de vuilnisbak. Terwijl juist de kroonkurk ervoor zorgt dat de bubbels in de fles blijven en de smaak maandenlang behouden blijft.

Wie de kroonkurk wat uitgebreider bestudeert, ziet dat het aantal karteltjes aan de onderkant altijd 21 bedraagt. De Amerikaanse uitvinder William Painter realiseert zich in 1891 na veel pogingen dat een kroonkurk met 20 of 22 inkepingen de fles onvoldoende afsluit. De 21 tandjes houden de flessenhals, die een verdikking aan de bovenkant moet hebben, onwrikbaar in hun greep. Hij noemt zijn vinding kroonkurk omdat de vorm ervan hem doet denken aan een kroon en de binnenzijde bedekt is met een laagje kurk, zodat het metaal van de dop de inhoud van het flesje niet nadelig kan beïnvloeden.

Eind negentiende eeuw speuren diverse uitvinders naar de ideale sluiting van flesjes bier en frisdrank. Vóór de kroonkurk is al 150 keer patent aangevraagd op een flesafsluiter, maar alle varianten laten het koolzuurgas dat onder druk in de vloeistof zit, langzaam ontsnappen of tasten de smaak aan. In 1885 lanceert Painter de ”Bottle Seal”, een rubber plaat met waterdichte canvas bekleding die op de fles wordt gedrukt en blijft haken achter groeven in de flessenhals. De dop is niet betrouwbaar op lange termijn.

Ballast
De kroonkurk die Painter in 1891 uitvindt, houdt de bubbels wel binnen. Hij demonstreert dat aan achterdochtige brouwers door kratten vol flessen bier als ballast van een groot schip mee te laten dobberen op een maandenlange reis naar Zuid-Amerika. Als het schip weer terugkomt, is het bier nog steeds goed geschikt voor consumptie. De kroonkurk is niet alleen de beste, maar ook nog eens de goedkoopste van de 151 mogelijkheden.

Painter richt een fabriek op, de Crown Cork & Seal Company, en gaat zich helemaal toeleggen op de productie van kroonkurken. Het bedrijf bestaat nog steeds. Tienduizenden werknemers produceren naast frisdrankblikjes, spuitbussen en conservenblikken jaarlijks 50 miljard gekartelde doppen.

In 1898 brengt Painter het eerste apparaat met voetbediening op de markt om kroonkurken op de fles te drukken. Een handige werknemer kan 24 flesjes per minuut aan, in 1902 gevolgd door een apparaat dat 100 flesjes per minuut van een dop voorziet.

Tanden
Hoewel een flesje met enige oefening met een krat, de deurpost of de tanden opengemaakt kan worden, ontwikkelde de uitvinder van de kroonkurk ook een handzame flessenopener, die in een handomdraai de dop van de fles wipt.

De kroonkurk heeft weinig veranderingen ondergaan. De vorm is onmisbaar om de dop volledig zijn functie uit te laten voeren. Het kurken laagje in de dop heeft in 1970 plaats moeten maken voor een plastic laagje. Nog goedkoper en nog beter.

Het alleenrecht waar Painter strijd voor leverde, heeft de kroonkurk allang niet meer. Plastic schroefdoppen op plastic flesjes nemen langzamerhand de plaats in van glazen frisdrankflesjes met kroonkurken. Toch zal de kroonkurk op het bierflesje niet snel verdwijnen.

„Een goede uitvinding”, zei de fortuinlijke Painter eens tegen zijn vriend King Camp Gillette, „is een voorwerp dat mensen gebruiken, weggooien en vervolgens opnieuw kopen. Daar verdien je veel geld mee.” De kroonkurk en het scheermesje zijn stille getuigen van het feit dat beide uitvinders die raad niet in de wind hebben geslagen.

In de serie Uitgedacht verschijnt wekelijks een artikel over een alledaags gebruiksvoorwerp dat niet meer uit de samenleving is weg te denken. Hoe zit het in elkaar en wie heeft het bedacht? De geschiedenis, de werking en het belang ervan staan in deze reeks artikelen centraal.

Serie Uitgedacht

Interessante site::
Patent van de kroonkurk, William Painter