„Web onnodig bij voorbereiden preek”

„Ik meen”, aldus de predikant, „dat internet niet meer is weg te denken uit de moderne samenleving. De bezinning op internet kan nooit losstaan van de bezinning op het staan in en gebruikmaken van het geheel van de moderne cultuur en techniek. Als de kritiek zich alleen richt op internet (en dergelijke) is er volgens mij sprake van te selectieve en oppervlakkige kritiek.”

Volgens ds. Van Vlastuin voegt internet „niets wezenlijks toe” aan zijn ambt. „In Gods koninkrijk gaat het over de diepten van God, terwijl onze cultuur zich kenmerkt door een grenzeloze oppervlakkigheid. Wie zijn preken voorbereidt met grondige woordenboeken, concordanties en commentaren kan best zonder dit medium. Daarom gebruik ik internet slechts als een hulpmiddel. Voor mijn proefschrift over Edwards kan ik veel materiaal van het net halen en wereldwijd contacten leggen. Contact met vrienden in het buitenland loopt vaak via e-mail. Ook binnenlandse contacten met familie, vrienden, collega's en gemeenteleden verlopen steeds vaker op deze wijze.”

Naast het actieve gebruik wijst ds. Van Vlastuin op het passieve gebruik van zijn website. „Deze is opgezet als een aardigheidje. Inmiddels merk ik wel dat het voorziet in een zekere behoefte. Ik krijg regelmatig pastorale, ethische en geestelijke vragen, zowel van kerkelijke mensen als van niet-christenen. Diepe nood legt men soms voor mij neer. Ook kerkelijke zorg vanuit de meest onverwachte hoeken wordt via dit moderne medium gedeeld. Ik heb geen tijd om mij actief met mijn site bezig te houden. Anders zouden hier ongetwijfeld meer mogelijkheden liggen. Christenen in Amerika zijn op dit gebied heel ver.”

„Mijn computer staat op mijn studeerkamer. Ik huiver ervoor om mijn kinderen een open internetverbinding te geven. Ik hoop dat het RDNet een volwaardig alternatief zal zijn als het Deo volente groter is.”