Wetenschap | 27 februari 2001 |
Geen tijd voor gevecht met hackerDoor N. Stam Kolkman is hoofd van het Digitale Recherchebureau, dat al sinds eind jaren tachtig bestaat. Toen stond internet nog in de kinderschoenen, maar er werden bijvoorbeeld soms wel computers in beslag genomen. De gewone diender op straat had daar de nodige moeite mee, daarom is ons team in het leven geroepen. Sinds 1994 is Kolkman rechercheur op het wereldwijde web bij de afdeling Oost-Nederland in Nijmegen. Doordat de digitale criminaliteit explosief is toegenomen, is er inmiddels een extra, internationaal opererend team voor criminaliteit op internet. Deze zogeheten cybercops speuren het net af in de jacht op hackers, zeg maar: inbrekers op internet. Die aanvulling was noodzakelijk omdat we anders verdronken in het werk, aldus Kolkman. Alles waar een chip in zit, komt naar ons toe: gsm's, faxen, organizers en zo meer. We hebben het te druk om het gevecht met een doorgewinterde hacker aan te gaan. De drukte wordt volgens Kolkman veroorzaakt door de lage prioriteit die er vanuit het publiek en de politiek aan digitale recherche wordt gegeven. De burger maakt zich eerst zorgen over geweld op straat, en vervolgens over inbraken en ergens onderaan het lijstje komen wij. Hackers, fraude en digitale stalking. Wie op zoek gaat naar strafbare zaken op internet, vindt ze ook. Kolkman had echter niet verwacht dat het met bepaalde 'voorkeuren' zo'n vlucht zou nemen. Ik wist bijvoorbeeld dat er interesse voor kinderporno bestond, maar dacht dat het om een select groepje geperverteerden ging. Wij waden hier echter af en toe tot aan de knieën in compromitterend materiaal. Digitale stalking is het nieuwste delict. Kolkman: Boze ex-echtgenoten of jaloerse ex-vriendjes die een site maken waarop ze hun voormalige geliefde 'aanbieden', met haar telefoonnummer en e-mailadres erbij. Zo'n vrouw wordt dan platgemaild met schunnige voorstellen. Dat er snel uitbreiding van Kolkmans team moet komen, is duidelijk. Het gebeurt nu al te vaak dat we dingen moeten laten schieten. Ik bel wel eens met justitie over iets dat wij moeten onderzoeken. Wanneer niet zeker is dat het een rechtszaak wordt, begin ik er niet eens aan. |