Gekloond gaurkalf sterft binnen 48 uur
Het eerste gekloonde exemplaar van een bedreigde diersoort, de gaur, heeft nauwelijks 48 uur geleefd. Het stierkalf met de naam Noach is vorige week maandag ter wereld gekomen. Binnen een dag ontwikkelde het dier een veel voorkomende darminfectie die voor pasgeboren kalfjes vaak fataal is. Afgelopen woensdag overleed het kalfje aan de gevolgen van de aandoening. De gezondheid van draagkoe Bessie is in orde. Dat maakten onderzoekers van het Amerikaanse Advanced Cell Technology (ACT) in de Amerikaanse staat Massachusetts vorige week bekend.
De snelle dood van het dier is een tegenvaller voor de onderzoekers, al zien ze geen relatie tussen de kloonprocedure en de ziekte die het kalfje heeft ontwikkeld. De gegevens die we hebben verzameld, vertellen ons dat kloneren tussen soorten werkt. Dat is verheugend, maar de snelle dood van het dier heeft me bedroefd, zegt dr. Philip Damiani, onderzoeker van het ACT. Later dit jaar hopen onderzoekers van het instituut een kloon van de bucardo te maken. De bucardo is een onlangs uitgestorven Spaanse berggeit waarvan een deel van de cellen van het laatst bekende exemplaar is ingevroren. Wetenschappers brachten genetisch materiaal uit de huidcel van een acht jaar geleden overleden mannetjesgaur in een lege eicel van een gewone koe. Na de dood van het dier is het erfelijk materiaal destijds meteen ingevroren. Van de 692 bewerkte eicellen zijn er veertig ingeplant. Slechts één kalfje is levend ter wereld gekomen. Bij twee andere koeien is opzettelijk de draagtijd afgebroken om te controleren of zich normale foetussen ontwikkelden. De gaur is een bruinzwarte wilde os uit Azië waarvan er door overbejaging en het terugdringen van de natuurlijke leefomgeving nog maar 36.000 over zijn. Een aantal wetenschappers denkt dat klonen de enige manier is om de os voor uitsterven te behoeden. Critici voeren als tegenargument aan dat klonen weinig zin heeft als de natuurlijke leefomgeving van het dier steeds verder wordt teruggedrongen. |