Wetenschap 5 december 2000

De sterrenhemel in december

Door W. G. Hulsman
Er schijnt vanaf deze week een nieuwe 'ster' aan de hemel. Zij is na de maan en de zeer heldere ster Sirius het helderste licht aan het firmament. Het gaat om de nieuwe zonnepanelen van het Internationale Ruimte Station (ISS) die donderdag met het Amerikaanse ruimtevaartuig Endeavour in het heelal zijn gebracht.

Om het bemande ruimtestation van voldoende energie voor alle apparatuur te voorzien, zijn enorme panelen met zonnecellen ontwikkeld. Uitgeklapt meten de zeilen van het ene tot het andere uiteinde zo'n 75 meter, een spanwijdte die groter is dan die van een groot vliegtuig als de Boeing 777. Deze enorme panelen –die vijftien doorsneewoningen van energie zouden kunnen voorzien– zullen zo veel zonlicht weerkaatsen dat het ISS regelmatig als een snel bewegende, heldere ster aan de nachtelijke hemel te zien zal zijn. Op de internetsite http://spaceflight.nasa.gov/realdata/tracking/ is precies te zien waar het ruimtestation zich aan de hemel bevindt. „Het moet een verbazingwekkend mooi gezicht zijn”, aldus een specialist van de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA vlak voor de lancering donderdag van het ruimteveer Endeavour, dat nog nooit zo'n zware last naar boven bracht.

Circinus
Op een andere plaats net buiten de atmosfeer van de aarde maakte de Hubble Ruimtetelescoop (HST) weer eens een uiterst scherpe opname die afgelopen week gepubliceerd werd. Dit keer een opname van een buitengewoon actief sterrenstelsel, Circinus. Het stelsel met honderden miljoenen sterren behoort tot de Seyferts-klasse, een type sterrenstelsel dat spiraalvormig is en een klein compact centrum heeft. Het Circinusstelsel stoot vanuit het centrum met grote kracht gaswolken de ruimte in. Circinus is pas 25 jaar geleden ontdekt omdat het voor een deel schuilgaat achter de wolken van 'ons' Melkwegstelsel. Vanaf de aarde is het stelsel alleen met een sterke telescoop vanaf het zuidelijk halfrond te zien.

Boven het noordelijke halfrond schitteren vooral de sterren van Andromeda en van Pegasus. In het eerste sterrenbeeld is tijdens een donkere nacht met het blote oog het enorme Andromedastelsel te zien. Het stelsel met zo'n 300 miljard sterren meet ongeveer vijfmaal de diameter van de maan.

Het oog wordt 's avonds nog steeds als vanzelf richting het sterrenbeeld Stier en de Plejaden getrokken, omdat in die hoek van de hemel nog altijd de heldere planeten Jupiter en Saturnus prijken.

Venus wint de wedstrijd aandacht trekken inmiddels weer van zijn twee grote broers. De kleine planeet schittert als avondster rond zonsondergang in het zuidwesten. Aan het einde van de maand gaat zij vier uur na de zon onder. Op de 29e is het –bij een wolkeloze hemel– de moeite waard tussen 18 en 19 uur even naar buiten te gaan om de maan onder Venus te zien.

Andere momenten waarop de maan dicht langs andere hemellichamen komt, zijn: 9 december (17 uur bij Saturnus), 10 (om 18 uur bij de ster Aldabaran in Stier), op de 16e (om 1 uur bij de ster Regulus in Leeuw), 20 december (om 7 uur boven de planeet Mars). Mars heeft zelf in de vroege uren van 11 tot en met 13 december een nauwe ontmoeting met de heldere ster Spica in het sterrenbeeld Maagd.

Meteoren
December is de maand van de Geminiden, een actieve meteorenzwerm die tussen 7 en 17 december voor heldere lichtsporen langs de hemel kan zorgen. Het hoogtepunt valt op 13 december 's avonds. Dan kunnen zo'n 120 ruimtestofdeeltjes per uur de dampkring binnendringen om daar te verbranden. Ondanks de aanwezigheid van een bijna volle maan zullen de Geminiden zeker waar te nemen zijn. Zij vallen schijnbaar uit de richting van de ster Castor in het sterrenbeeld Tweelingen.

Het is een goed jaar om de Ursiden waar te nemen. Deze kleine zwerm laat zich in de maanloze nacht van 21 op 22 december zien met ongeveer tien langzame meteoren per uur vanuit de richting van Kleine Beer.

Interessante site:
http://spaceflight.nasa.gov