Wetenschap | 28 november 2000 |
Intel lanceert Pentium 4Met stille trom heeft Intel vorige week maandag de Pentium 4 gelanceerd. In februari toonde de chipfabrikant deze nieuwe processor al, maar toen moesten de technische details nog geheim blijven. De Pentium 4 is namelijk niet zomaar een opgevoerde Pentium III, maar berust op een volledig vernieuwde technologie. Daarmee is de Pentium 4 in feite de eerste grote sprong sinds 1995 in de reeks van 286, 386, 486, Pentium en Pentium Pro. De eerste Pentiums zijn gebouwd volgens de P5-architectuur (tot een snelheid van 233 MHz), de Pentium Pro, de Pentium II en de Pentium III alle volgens de P6-architectuur (tot een snelheid van 1 GHz). De volgende grote sprong is naar verwachting de overstap naar de Itanium, een 64-bits-processor die tegelijkertijd rekent aan 64 reeksen enen en nullen. Sinds de 386 werken alle Intel-chips met een 32-bits-processor. Wat is er zo nieuw aan de Pentium 4? Dat verpakt Intel in dure woorden. De processor is gebouwd volgens de NetBurst-microarchitectuur. Waarom heet dat niet gewoon P7, als opvolger van de P5 en de P6? De NetBurst-opbouw van de nieuwe chip is vooral ontwikkeld om de vele grafische informatie op internetsites snel te kunnen verwerken, en heeft geen invloed op tekstverwerkings- of spreadsheetstoepassingen. Die verbetering is vooral bereikt door de zogenaamde pipeline op onderdelen twee keer zo breed te maken, zodat meer instructies tegelijkertijd verwerkt worden. De kloksnelheid van de chips is ook hoger: vanaf 1,4 Ghz. Medio volgend jaar verwacht Intel de 2-GHz-chip. Een aanzienlijke verandering is ook de snellere bus, het onderdeel dat gegevens transporteert tussen de processor en het geheugen. Die werkt nu met een snelheid van 3,2 gigabit per seconde, drie keer zo snel als bij de Pentium III. Intel is er bovendien in geslaagd veel meer transistors in zijn chip te verwerken. De Pentium 4 telt 42 miljoen transistors, tegen 9,5 miljoen in de Pentium III. Dat is mogelijk geworden door de steeds kleinere chips, die gemaakt zijn met de 0,18-microntechniek, waarbij de kleinste sporen op de chip 0,00018 millimeter breed zijn. Intel gebruikte die al voor de Pentium III's die bestemd zijn voor laptops, deze bevatten 28,1 miljoen transistors. De grens is alweer verlegd, want vanaf volgend jaar zal Intel chips maken met de 0,13-microntechniek, waardoor meer dan 100 miljoen transistors op een chip passen. Computers met een Pentium-4-processor zijn te koop vanaf 5000 gulden. De chip zelf kost ruim 2000 gulden. |