Abc van Kyoto
en klimaatverandering
Door J. Reijnoudt
Arrhenius. Het is de Zweed en Nobelprijswinnaar Svante Arrhenius
geweest die zich in 1896 als eerste bezorgd toonde over de toenemende hoeveelheid
kooldioxide (CO2) in de dampkring. Tot dan toe nemen zijn voorgangers
en tijdgenoten aan dat kooldioxide alleen maar goed kan doen en dat planten
of oceanen automatisch een eventueel overschot aan CO2zullen
opnemen. Arrhenius is daar niet zo zeker van en ziet als een van de eersten
een bedreiging in de industriële ontwikkeling. „Die slingert steenkoolmijnen
de lucht in”, schreef hij. Toch sluit hij zich uiteindelijk in zijn boek
”The creation of the Worlds” weer aan bij hen die denken dat de atmosfeer
de aarde moet beschermen tegen kou uit de kosmos. Arrhenius hoopt dat de
vrijgekomen CO2de mensheid in de toekomst een beter klimaat
zal bezorgen, „speciaal in de koudere gebieden op aarde.”
Broeikaseffect is geen bedreiging maar een levensvoorwaarde. Zonder
dat is het bestaan op aarde onmogelijk. Het broeikaseffect zorgt ervoor
dat de dampkring niet alle warmte van het zonlicht onmiddellijk ook weer
afgeeft aan de ruimte. Zonlicht bereikt als kortgolvige straling de aarde,
die de warmte als langgolvige straling afgeeft. Die infrarode straling
passeert maar voor een deel de dampkring. Een aantal gassen absorbeert
de warmte en straalt die naar alle kanten uit. De gassen werken als de
ramen van een broeikas en zorgen zo voor verwarming van de aarde en de
onderste lagen van de atmosfeer. Het probleem schuilt in het versterkte
broeikaseffect: zie daarvoor verder onder V.
CO2, oftewel kooldioxide, is een van de belangrijkste
broeikasgassen. Het is een natuurlijke wetmatigheid dat bij de verbranding
van fossiele brandstoffen –zoals olie, steenkool of aardgas– twee zuurstofatomen
(O) en één atoom koolstof zich verenigen tot kooldioxide
(CO2) .
Den Haag staat voor klimaatonderhandelaars vanaf november 2000
in het rijtje Kyoto, Buenos Aires en Bonn. In deze steden streek achtereenvolgens
in 1997, 1998, 1999 het klimaatvergadercircus van de Verenigde Naties neer.
Den Haag verwacht voor de volgende week, in de tweede en laatste conferentieweek,
een kleine tienduizend gasten uit 180 landen.
Estrada is de meest geprezen voorzitter in klimaatkringen tot
nu toe. Raul Estrada, de gewezen Argentijnse ambassadeur in China, loodste
op een gedreven manier delegaties uit 182 landen in december 1997 naar
een klimaatakkoord in Kyoto. Estrada leidde dat proces toen al ruim vijf
jaar en was meer dan een ambtenaar. Hij intervenieerde heftig in debatten.
Klagende OPEC-landen die door het Akkoord van Kyoto minder olie-inkomsten
verwachtten, kregen van hem in het openbaar het verwijt dat twintig jaar
geleden ook niemand over het effect voor ontwikkelingslanden sprak, toen
de OPEC de olieprijzen drastisch verhoogde. Afgesproken was dat er op 10
december 1997 een ”klimaatakkoord van Kyoto” moest zijn. Dat leek op 8
en 9 december nog uiterst moeilijk. Estrada zag twee dagen en nachten zijn
bed niet, maar kon in de vroege morgen van 11 december wel het Akkoord
van Kyoto presenteren.
Financieel heeft de uitvoering van het Kyoto-protocol grote gevolgen.
Daarom is de touwtrekkerij om procenten, regelingen en verplichtingen taai
en langdurig. Olielanden vrezen derving van inkomsten, industrielanden
zien zich geplaatst voor grote investeringen en ontwikkelingslanden verwachten
daardoor hogere importprijzen voor westerse producten. Het verdrag van
Kyoto is wel „de meest complexe niet-militaire overeenkomst ooit” genoemd.
G-77 staat voor de groep van ontwikkelingslanden die zich in
de klimaatwereld graag onder die paraplu presenteren. China hoort er, als
het over klimaatonderhandelingen gaat, ook graag bij, vandaar dat in die
kringen „namens de G-77 en China” een bijna staande uitdrukking is. Begin
jaren negentig was driekwart van de wereldbevolking, levend in ontwikkelingslanden,
verantwoordelijk voor slechts eenderde van de totale uitstoot aan broeikasgassen.
Nu kan dit snel veranderen, zeker als China tot de groep van ontwikkelingslanden
gerekend mag worden. De uitstoot in China zal tussen 1995 en 2010 verdubbelen,
zo is de verwachting. Bij gelijkblijvende ontwikkeling is de uitstoot van
China in 2020 groter dan die van de Verenigde Staten. De VS zijn nu 'goed'
voor 35 procent van totale uitstoot van broeikasgassen.
Hurricane of orkaan is de schrik van veel eilandbewoners rond
de evenaar in verschillende oceanen. Orkanen nemen toe in aantal, komen
voor in seizoenen waarin dat eerder niet het geval was en komen uit richtingen
van waaruit ze vroeger niet kwamen. Dat is de ervaring van de bewoners
van de kleine eilandstaten in de oceanen en zij zien dat als bewijs voor
klimaatverandering.
Implementatie van het protocol vergt creatief koopmanschap. In
Kyoto is afgesproken dat ”joint implementation”, gezamenlijke implementatie,
een mogelijkheid is. Volgens die regeling mogen industrielanden elkaar
aan aantrekkelijke projecten helpen en ook CO2-quota aan elkaar
verkopen, zoals Nederlandse veeboeren melkquota verhandelen.
Japan was boegbeeld en grote trekker in 1997 rond de conferentie
van Kyoto. Nu staat het land vooral bekend als dwarsligger op het gebied
van sancties als een staat, na ratificatie van het protocol, niet aan zijn
verplichtingen voldoet.
Kyoto is de Japanse stad die tot in 1997 bij velen bekendstaat
als een van de grote cultuursteden van het Verre Oosten. De stad, een uurtje
reizen vanaf Osaka, telt vele tempels. In december 1997 verandert het imago:
een kleine 10.000 ambtenaren, regeringsleiders en persmensen strijkt er
neer voor een klimaattop van de Verenigde Naties. Vanaf die tijd is Kyoto
synoniem met klimaatakkoord.
Landijs bedekt een groot deel van de aarde. Groenland gaat schuil
onder ongeveer 3 miljoen vierkante kilometer ijs en de kap van Antarctica
is zo'n 12 miljoen vierkante kilometer groot. Samen is dat ongeveer 10
procent van het aardoppervlak. Stijgt in de klimaatmodellen de zeespiegel
1 meter, dan komt eenvijfde daarvan voor rekening van smeltend ijs.
Methaan is een ander, niet onbelangrijk broeikasgas. Het komt
met name vrij op rijstvelden, in de ontwikkelingslanden.
Niet-gouvernementele organisaties, kortweg ngo's, of, eenvoudiger:
de milieuclubs, zoals Greenpeace, Milieudefensie, het Wereld Natuur Fonds
en Friends of the Earth zijn altijd massaal vertegenwoordigd op klimaatconferenties.
Zijn er, zoals in Den Haag volgende week, zo'n 10.000 mensen op de been
dan lopen er algauw 1500 ngo-lieden tussen.
OPEC ligt dwars; op elke klimaatconferentie. Uitvoering van het
protocol van Kyoto betekent, hoe dan ook, het gebruik van minder olieproducten.
En dat baart de olieproducerende en -exporterende landen zorgen.
Pronk moet de Estrada (zie E) van Den Haag worden. Krijgt minister
Pronk als voorzitter van de zesde wereldklimaatconferentie nu niet alle
partijen op één lijn, dan is de uitvoering van het akkoord
van Kyoto niet meer haalbaar binnen de gestelde tijdslimiet van 2008 tot
2012.
Q komt in geen enkel klimaat-abc voor.
Rusland heeft, als een veeboer in ruste, een geweldig CO2-quotum
in de aanbieding, maar dan vooral vanwege gebrek aan economische ontwikkeling.
Industrielanden kunnen hier lekker wat ruimte kopen en zo zelf rustig doorgaan
met bijvoorbeeld het verbranden van fossiele brandstoffen. (Zie ook J).
S; vraag een klimaatonderhandelaar een woord dat begint met een
”S” en tien tegen een dat hij sinks zegt. „Wat bedoelt u met een gootsteen
voor het klimaat?” vroeg ooit een journalist op een klimaatconferentie
in Genève. Maar hier staat het Engelse woord ”sink” voor wat er
in een gootsteen gebeurt: iets laten verdwijnen. Sinks zijn in klimaatkringen
met name bossen en oceanen; die nemen CO2op. Maar hoe goed met
name bossen daarin zijn, en vooral hoe duurzaam die opslag is, dat is nog
volop in discussie. Sinks is in het klimaatjargon dan ook even dubieus
als bekend.
Tuvalu is een van de kleine eilandstaten in de Stille Oceaan.
De regering van Tuvalu heeft Australië al gevraagd –mocht de nood
aan de man komen– naar de mogelijkheden op het gebied van milieuasiel.
United States of America. Een zeer belangrijke partij in de klimaatonderhandelingen.
Wil vooral beperking van de uitstoot van CO2'kopen' in het buitenland,
bijvoorbeeld door daar bos aan te leggen of een energiezuinig project te
betalen. Verder denkt elke klimaatonderhandelaar bij de VS blindelings
aan de eis van: betekenisvolle bijdrage van de ontwikkelingslanden. Dat
vonden de Amerikanen tot voor kort een voorwaarde om ooit tot ratificatie
van het protocol van Kyoto over te gaan.
Versterkt broeikaseffect. Pers, politici en beleidsmakers hebben
het gemakshalve –en een enkele keer uit onwetendheid– vaak over het broeikaseffect
als ze het versterkte effect bedoelen. Het 'normale' broeikaseffect is
een zegen; het versterkte, veroorzaakt door een toenemende hoeveelheid
broeikasgassen in de dampkring, is een bedreiging. Dat kan leiden tot een
hogere temperatuur en uiteindelijk tot klimaatverandering. Een groot aantal
delegaties op klimaatconferenties, met name uit ontwikkelingslanden, meent
al meer klimaatverandering waar te nemen dan binnen het patroon van natuurlijke
variatie uit afgelopen eeuwen past.
Wolken vormen voor klimaatonderzoekers een groot probleem. In
de vele klimaatmodellen die onderzoekers voortdurend op grote supercomputers
laten draaien, vormt waterdamp en in het bijzonder bewolking een van de
grootste problemen. Het is niet helemaal duidelijk wat het effect van een
iets hogere temperatuur zal zijn op de bewolkingsgraad in verschillende
gebieden op aarde. Als opwarming zou leiden tot iets meer bewolking dan
is de kans groot dat dat wolkendek de temperatuurverhoging makkelijk compenseert.
Zou de bewolking daarentegen juist iets afnemen, dan leidt dat tot een
extra verhoging van de temperatuur.
X, Y, Z. Zelfs ”The Kyoto Protocol, International Climate Policy
for the 21st Century”, het enige echte handboek over de afspraken die in
het Kyoto zijn gemaakt, heeft bij deze letters geen trefwoorden. |