Wetenschap | 14 november 2000 |
De afspraken van KyotoIn Den Haag praten ongeveer 180 landen deze en komende week verder over het zogenoemde Kyoto-protocol, dat eind 1997 in Japan is opgesteld op de derde VN-wereldklimaatconferentie. Wat staat daar in en hoe werkt het? Het protocol gaat over de uitstoot van zes broeikasgassen: de bekendste zijn kooldioxide (CO2), stikstofoxiden (NOx) en methaan (CH4). Hoewel het niet onomstotelijk vaststaat, wordt van broeikasgassen aangenomen dat zij het klimaat op aarde verstoren, omdat ze bijdragen aan een niet-natuurlijke opwarming van de aarde. Gevolgen daarvan zijn bijvoorbeeld overstromingen en zware stormen. De industrielanden hebben afgesproken dat zij hun uitstoot van broeikasgassen zullen verminderen. Zij moeten hun reductie in de periode 2008-2012 halen, met als ijkjaar 1990. De Verenigde Staten verbonden zich in Kyoto aan een reductie van 7 procent, Japan 6 procent en de Europese Unie (EU) 8 procent. Voor Nederland betekent dit een reductie met 6 procent. De ontwikkelingslanden zijn nog geen verplichtingen aangegaan. Een aantal landen heeft dit vrijwillig wel gedaan. Omdat de uitstoot van broeikasgassen sinds 1990 in de rijke landen is gegroeid, is de werkelijke reductie waar zij nu voor staan veel groter. Nederland komt nu uit op ongeveer 15 procent. De afspraken in het protocol zijn nog niet keihard. Officieel treedt het pas in werking als 55 geïndustrialiseerde landen het hebben geratificeerd, die met elkaar minstens 55 procent van de uitstoot veroorzaken. Nu heeft een beperkt aantal landen dat gedaan, vooral eilandstaten en andere bedreigde gebieden. Nederland niet. Volgens het protocol mogen landen in het buitenland schone lucht kopen. Geïndustrialiseerde landen mogen onderling handelen in 'vervuilingsrechten'. Zij kunnen ook investeren in projecten die de uitstoot van broeikasgassen verminderen, zowel in andere industrielanden als in ontwikkelingslanden. De spelregels hiervoor moeten nog worden opgesteld. |