Wetenschap 24 oktober 2000

Ontrouwe klanten doen 'toverformule' de das om

Gratis internet op zijn retour

Door W. L. van der Staaij
Iedereen gratis op internet. De kost gaat echter voor de baat uit en steeds meer bedrijven krabben zich achter de oren nu de verliezen zich blijven opstapelen. Klanten morren over slechte service, misbruik van persoonlijke gegevens en trage internetverbindingen. Bovendien stappen ze zonder moeite over naar een concurrent. De providers overwegen juist om toch maar geld te gaan vragen.

Dalende telefoontarieven en tegenvallende advertentie-inkomsten zijn debet aan de dreigende ondergang van gratis providers. „Ze zijn ook nooit echt gratis geweest”, zegt Jan Prins, directeur beleid van Internet Society Nederland (ISOC). „Abonnees moeten bij deze internetaanbieders nog altijd voor de telefoontikken betalen. Zit iemand veel op internet, dan loopt dat bedrag snel op.”

De klanten zijn bovenal minder trouw dan veel bedrijven graag wensen. Klanten stappen met gemak over naar een ander. „Je kunt in elke winkel en elk tankstation een cd-rom voor gratis internettoegang krijgen. Veel mensen nemen prompt zo'n schijfje mee en installeren het op de computer, terwijl ze al internettoegang hebben. Maar het is toch gratis, denken ze”, meent Prins. „Het interesseert klanten niet waar ze gratis internet op kunnen.”

De meeste providers vangen geld van de telecomoperator, bijvoorbeeld KPN, voor elke minuut dat een klant inbelt. Dat is toezichthouder Opta een doorn in het oog. De 'waakhond' vreest dat internetaanbieders die niet aan KPN verbonden zijn, te maken krijgen met nog meer schaarste op het telefoonnet. Door een verbod op het maken van onderlinge afspraken lopen de gratis providers een groot deel van hun inkomsten mis.

Tegenvaller
„Het is voor velen inderdaad een tegenvaller dat gratis internet niet zo goed werkt als we eerst dachten”, zegt de ISOC-directeur. „Als er nou één speler op de markt zou zijn, dan was het een ander verhaal. Doordat meer dan dertig bedrijven kosteloos internettoegang geven, is de markt snel verzadigd.”

In het uitsluitend aanbieden van gratis internettoegang zit geen toekomst, vermoedt Prins. „Alleen providers die diensten met toegevoegde waarde aanbieden, zullen overblijven.” Daarbij denkt hij onder meer aan bankieren of verzekeren via internet.

„Op internet zijn de mensen niet gewend te betalen. Het is bovendien lastig om een kwartje voor een artikel op internet te vragen. Je kunt het ook vergelijken met de televisie. Of mensen nu een kwartier of een hele dag kijken: in hun beleving is het gratis.”

Prins verwacht veel van het aanbieden van diensten via de mobiele telefoon. „Daar betalen mensen toch al voor. Wat is er handiger dan op je telefoon informatie te ontvangen die speciaal voor jou is bestemd?”

Als een deel van de huishoudens de komende jaren overstapt op nieuwe technieken, zal internet bovendien veel sneller worden, is de verwachting. Televisiekijken en telefoneren via internet wordt dan vrij eenvoudig, zodat providers op andere wijze inkomsten kunnen krijgen.

Spoorloos
Het huidige beursklimaat werkt momenteel niet in het voordeel van de gratis providers, zegt Prins. Beursgenoteerde ondernemingen hebben dus veel belang bij een groot klantenbestand. Daarnaast moet een provider veel abonnees hebben om bij adverteerders in de gunst te komen.

Dat bedrijven daarbij de waarheid geweld aandoen, blijkt uit de dubieuze praktijken van AltaVista. De provider had naar eigen zeggen 100.000 klanten in Groot-Brittannië. Omdat het surfgedrag van deze klanten wel erg minimaal was, startte een aantal Britse kranten vorige maand een onderzoek: de abonnees bleken spoorloos.

Dat de meeste internetaanbieders stelselmatig te hoge aantallen abonnees opgeven, is ook de ervaring van het Rotterdamse bureau Blauw. Zo maakte World Online eind april melding van ruim 700.000 abonnees. Uit onderzoek van Blauw bleek dit aantal in werkelijkheid al bij de 400.000 te blijven steken.

Hoeveel mensen in Nederland gratis op internet surfen, blijft daardoor moeilijk te schatten. Uit diverse peilingen blijkt dat het aantal internetaansluitingen in huishoudens tussen de 35 en 40 procent ligt, en dat de helft daarvan bij een gratis provider zit. Dan zou het gaan om ruim een miljoen aansluitingen.

Eerdere berichtgeving:

Internet voor een appel en een ei, 7 september 1999:
Internet voor een appel en een ei

Computer cadeau bij internetabonnement, 2 juli 1999:
Computer cadeau bij Internet-abonnement