Wetenschap | 3 oktober 2000 |
National Geographic Magazine voortaan ook in NederlandsEen foto uit duizendenDoor S. M. de Bruijn Als kleine jongen struint Frans de rommelmarkten in Rotterdam af, op zoek naar het kleurrijke tijdschrift van de National Geographic Society. Ik droomde er niet eens van dat ik daar ooit nog eens bij zou horen. Inmiddels kijkt hij er niet meer van op als de redactie hem vraagt een paar maanden naar Australië, Antarctica of het Amazonegebied te gaan. Een foto-opdracht voor het National Geographic Magazine is geen kwestie van een paar uurtjes op sjouw met een camera. Voor een doorsnee artikel schiet een fotograaf 25.000 tot wel 50.000 plaatjes, waarvan er maar twintig afgedrukt worden. Jaarlijks komen in Washington, op het hoofdkantoor, 60.000 rolletjes binnen.
Veel tijd? De belichtingstijd van de meeste foto's is toch maar een fractie van een seconde? 36 jaar en 1/30e deel van een seconde, meldt Lanting gekscherend bij een van zijn beroemdste foto's. Een reuzenalbatros drijft, borst vooruit en de vleugeltippen 4 meter uiteen, een weigerachtig vrouwtje naar het uiterste puntje van een landtong, op een eiland bij Zuid-Georgië. Stap voor stap volgt Lanting het paar. Zo'n ritueel wordt heel snel verstoord. Om zo dichtbij te komen, moet je de dieren goed leren kennen. Ik heb hier een tijdlang in m'n eentje gekampeerd, er de kerstdagen doorgebracht. Naast tijd en geld is ook de nodige portie durf vereist. Lanting laat een foto zien van een groepje leeuwinnen in Botswana, spiegelend in het wateroppervlak, terwijl ze alle vier tegelijk met hun tong van het water lebberen. Op het oog een schitterende foto, maar Lanting is niet tevreden. Ik heb een maand met dezelfde groep leeuwen opgetrokken en het duurde een hele tijd voor ik de Landrover uit durfde. Het plaatje dat hij dan laat zien, is inderdaad heel bijzonder: twee leeuwinnen tegen een oranjerode zonsondergang, zo dichtbij dat je ze bijna aan kunt raken. De grassprieten op de voorgrond bewijzen dat Lanting inderdaad op een paar meter afstand van de dieren ligt. Hoogtevrees Durf is ook nodig als Lanting oog in oog wil staan met Afrikaanse olifanten. Ik heb een paar maanden gebivakkeerd bij een klein plasje in Botswana. Ik zorgde dat ik telkens dezelfde kleren droeg, waardoor de dieren je leren kennen. Uiteindelijk slaagt hij erin, liggend in het zand, zo'n olifantenstier vanaf enkele meters afstand op de foto te zetten. Op het hoofdkantoor van National Geographic, in Washington, staat dit plasje bekend als Lantings gouden vijver, omdat ik er drie keer de omslag mee gehaald heb. Hoogtepunt van Lantings carrière is het themanummer over biodiversiteit, rond de vorige jaarwisseling. Ik heb er een jaar aan gewerkt en het beslaat bijna een heel nummer. Het blad stuurt je daarvoor negen maanden op stap en stopt er een half miljoen gulden in. Lanting haalt dan ook letterlijk alles uit de kast. Zoals die 100.000 opgezette torretjes uit de archieven van het Smithsonian Institute, en een van de slechts drie overgebleven uitgestorven en dus opgezette Tasmaanse buidelwolven, die Lanting graag in het centrum van Sydney wil fotograferen. Ik heb een alibi om bij iedereen binnen te komen. Als fotograaf van National Geographic zit je altijd op de voorste rij. Ook het jongste nummer van het tijdschrift toont foto's van Lanting. Althans, bij de Nederlandse editie, die sinds vorige week donderdag te koop is. Die wijkt op sommige punten af van de Amerikaanse. Lanting brengt in dit nummer de Californische kust waar hij zelf al 22 jaar woont in beeld: de schitterende strook tussen San Francisco en Los Angeles. De bochtige Highway 1 ligt als een lint tussen de villa's van Hollywood-vedettes en de rotskust, waar eenzame cypressen door de zeewind gesnoeid worden tot bonsaiboompjes en waar honderden zeeleeuwen elkaar verdringen op door aalscholvers witgekalkte rotspartijen. 'Plaatjesboek' Is er dan geen enkel minpuntje? Jawel. Wie onder de indruk raakt van het fraaie natuurschoon, wordt in de tekst van tijd tot tijd op het verkeerde been gezet wanneer het gaat over de bijbehorende leeftijd. In plaats van Psalm 104 als leidraad te nemen, menen de auteurs dat landschappen, planten en dieren in de loop van vele miljoenen jaren zijn ontstaan. Spijtig, want wie de goede Bron naast het blad houdt, geniet nog meer van de plaatjes. |
Fotograaf Lanting geeft zaterdag twee lezingen over zijn werk, dat in het Leidse natuurmuseum Naturalis tot 13 januari 2001 te zien is.
Relevante websites:
Veel voorbeelden van zijn foto's:
|