Wetenschap | 3 oktober 2000 |
De sterrenhemel in oktoberDoor W. G. Hulsman De gaswolken blijken uit miljoenen dunne, spiraalvormige hoepels te bestaan die de hitte optimaal vanaf het zonneoppervlak mee kunnen voeren naar boven. De gaswolken nemen de hitte mee vanaf recent ontdekte energiebronnen die tot een hoogte van zo'n 20.000 kilometer boven het 'oppervlak' van de zon aanwezig zijn. Het gas wordt verhit als het opstijgt en koelt weer af als het met grote snelheid terugvalt naar het zonneoppervlak. Tot die conclusie zijn Amerikaanse astronomen gekomen na bestudering van waarnemingen die het in 1998 gelanceerde zonneobservatorium Trace hun leverde. De gaswolken of protuberansen kunnen vanaf de zon razendsnel vele tienduizenden kilometers omhoogschieten. In sommige van de hoepelvormige vlammen zouden zonder moeite dertig aardbollen doorsnee 12.757 kilometer passen. Al de protuberansen en zonnevlammen samen vormen de corona. Vanaf de aarde zijn de uitbarstingen alleen waar te nemen bij een totale zonsverduistering of door middel van sterke zonnefilters op een telescoop. Het onderzoeken van de corona is relevant voor het dagelijks leven op aarde omdat de enorme zonne-uitbarstingen golven van energie naar de aarde kunnen sturen en voor een sterke ontregeling van elektromagnetische apparatuur kunnen zorgen. Orion Stier is een ander sterrenbeeld dat deze maand al vanaf het einde van de avond goed is te bestuderen. Mooi is opnieuw de verschijning van twee heldere planeten in dit sterrenbeeld: Jupiter en Saturnus. De twee staan 's nachts hoog aan de hemel. Jupiter als de helderste staat enkele graden ten noorden van de heldere ster Aldebaran in het sterrenbeeld. Saturnus staat iets westelijker en enkele graden ten zuiden van de bekende sterrengroep Plejaden, ook wel het Zevengesternte genoemd. Op 16 en 17 oktober is de maan in dit gebied van de hemel te vinden. Van de overige planeten is Venus 's avonds korte tijd na zonsondergang in het zuidwesten te zien. Mars komt 's morgens steeds vroeger op in het zuidoosten. Voor waarnemingen van zwak schijnende sterren en hemellichamen lenen zich vooral de eerste en de laatste week van de oktober, omdat de maan dan niet voor stoorlicht zorgt. Vuurbollen |