Wetenschap 12 september 2000

Geen geld voor grotestedenbeleid als ict geen rol speelt

„Cyberstad vraagt
creativiteit architecten”

Door W. G. Hulsman
Huizen, kantoren, winkels, hele steden. Ze zullen er binnen afzienbare tijd heel anders uitzien als gevolg van de digitale revolutie. Architecten en stedenbouwkundigen moeten daarom hoognodig hun vak opnieuw doordenken. De komst van de digitale snelwegen zal namelijk evengrote gevolgen voor de stad hebben als de komst van de waterleiding, de elektriciteitskabel, de spoorlijn en de telefoonverbinding.

Met die boodschap kwam de Amerikaanse hoogleraar in de architectuur en mediawetenschappen William J. Mitchell van het prestigieuze Massachusetts Institute of Technology (MIT) vorige week naar het „eerste” congres over ”Nieuwe technologieën en de stad” in Den Haag. Het congres was een initiatief van minister R. van Boxtel van Grotestedenbeleid en wethouder Verkerk (Economische Zaken) van Den Haag. De twee wilden zo de relatie tussen stad en informatietechnologie op de politieke agenda zetten.

De bevlogen bestuurders vinden dat dat hard nodig is. Van Boxtel: „De ontwikkelingen gaan snel. Iedereen praat over informatie- en communicatietechnologie (ict), maar gemeenten moeten concrete stappen zetten. Zo vind ik het slecht dat minder dan eenderde van de Nederlandse gemeenten een eigen website heeft. En een deel daarvan is slechts „in aanmaak” of bevat gedateerde informatie. De sites van de overheid moeten echter een belangrijke rol in onze democratie gaan spelen. Burgers moeten er op een eenvoudige manier alles kunnen vinden over de overheid. Er moet ook gediscussieerd kunnen worden. Laat burgers maar reageren op bouwplannen. Alleen zo kunnen we burgers bij de politiek betrekken.”

Van Boxtel wil dat in 2002 alle gemeenten op internet zijn te vinden. De minister stelt daar geld voor beschikbaar, zo deelde hij tijdens het congres mee. Gemeenten die niet meegaan in de digitale golf zullen dat gaan voelen. Van Boxtel geeft voortaan alleen nog geld aan steden voor hun grotestedenbeleid als in de plannen een forse dosis ict is verwerkt. „Geen ict, dan ook geen geld”, aldus Van Boxtel, die voor het congres speciaal de Amerikaan Mitchell naar Den Haag had gehaald.

Waterbron
De minister deelt namelijk de verwachting van de MIT-hoogleraar dat de digitale snelweg evengrote gevolgen voor de stad zal hebben als de spoorrails en de telefoon ooit hebben gehad. Mitchell: „Het is een van de ontdekkingen met ingrijpende gevolgen voor de steden en de samenleving. Neem de komst van de waterleiding. Voordien kwamen de bewoners van de stad allemaal naar de bron om water. Ze ontmoetten elkaar daar. De waterleiding bracht het water echter direct in de woningen. Voor de bron kwamen andere ontmoetingspunten in de plaats. Zo herhaalt de geschiedenis zich nu weer.”

De digitale snelweg zal er volgens de MIT-wetenschapper voor zorgen dat er een nieuw type steden zal ontstaan. Huizen, kantoren, winkels zullen allemaal met elkaar verbonden zijn. „En dwong de industriële revolutie tot een scheiding tussen woon- en werkplek, de digitale revolutie brengt ze weer terug bij elkaar. We zullen een enorme stijging zien van het werk dat via de computer vanuit huis plaatsvindt.” Mitchell geeft overigens gelijk aan dat dit niet betekent dat de traditionele kantoren zullen verdwijnen. Persoonlijk contact blijft nodig, aldus de hoogleraar die zijn visie vastlegde in het veelgeprezen boek ”E-topia”.

Telewerk vraagt ook om andere typen woningen, vindt Mitchell. „Het inrichten van een slaapkamer tot werkkamer kan tijdelijk volstaan, maar een verdere doordenking van het woningconcept door architecten is nodig.” Zeker als er netwerkcamera's en -microfoons worden gebruikt, is een goede scheiding met de ruimte voor het privé-leven noodzakelijk.

Geen kloof
Ook stedenbouwers moeten in hun plannen en regelgeving meer rekening houden met de nieuwe manier van werken, vindt Mitchell. „De oude regels gaan er nog van uit dat plaatsen waar gewerkt wordt zorgen voor geluidsoverlast, verkeersdrukte en vervuiling, maar dat is bij deze vorm van werken helemaal niet het geval.”

In de stedenbouw moet ruimte komen voor wijken waar telewerkers naar hun wensen kunnen bouwen: ruime woningen, met veel elektronica, voorzien van de laatste soft- en hardwaresnufjes. Naar de verwachting van Mitchell zullen de telewerkers de aantrekkelijkste plaatsen op aarde opzoeken: die plaatsen waar het rustig werken en goed leven is: „Als er geen noodzaak meer is om fysiek in de omgeving van een klant te zijn, vestig je je daar waar het leven het prettigst is. Enige voorwaarde is dat de nieuwe woon-werkplaats aangesloten is op het snelle wereldwijde netwerk.”

Mitchell gelooft niet dat deze ontwikkelingen zullen leiden tot een verdere scheiding tussen arm en rijk. „Er zullen altijd voorlopers en volgers zijn, maar een deel van de beroepen vraagt fysieke aanwezigheid. Telekapsalons en teletandartsen lijken me nog heel ver weg. De plaatsen waar de telewerkers zich concentreren zullen juist een magneet zijn voor de mensen die laagbetaalde baantjes zoeken.”

Winkels
Architecten die zich vooral bezighouden met het ontwerpen van winkels en bedrijfspanden, moeten hun vak eveneens opnieuw doordenken, vindt Mitchell. De digitale revolutie vraagt ook daar een heel andere aanpak. „Neem een grote winkel in een winkelstraat. De gevel en etalage presenteren nu het bedrijf aan de klant. Achter de gevel ligt de winkel. Daarachter het magazijn, de administratie en mogelijk de directieruimten. Een duidelijke indeling. Bij de digitale variant van deze winkel, neemt de homepage van het bedrijf de functie van de gevel, de etalage en van de winkelruimte over. De software doet wat anders het winkelpersoneel zou doen. Het magazijn en de administratie blijven bestaan, maar kunnen op een heel andere, veel goedkopere locatie gesitueerd worden.” De locatie is van veel kleinere betekenis geworden, aanwezigheid –vooral in de digitale leefruimte– wordt steeds belangrijker. Maar persoonlijk contact zal altijd nodig blijven, erkent Mitchell op een van de laatste bladzijden van zijn boek ”E-topia”. De luchthavens als belangrijke ontmoetingsplaatsen van de toekomst zullen er wel bij varen.

Mede n.a.v. ”E-topia”, door William J. Mitchell; uitg. The MIT Press, Cambridge, MA, USA, 2000; ISBN 0 262 13355 5; 184 blz.; ƒ 68,35.