Wetenschap 25 juli 2000

Themapark Autostadt laat ontwikkeling en bouw VW-merken zien

Hus tussen de Volkswagens

Door W. G. Hulsman
Wolfsburg is Volkswagen. In de Duitse stad –bijna halverwege tussen Hannover en Berlijn– rollen dagelijks 3000 auto's van de band, vooral veel Golfjes. Sinds enkele weken heeft de stad er nog een autoaccent bij gekregen: het attractiepark Autostadt. In dat themapark laat de VW-groep zien wat de filosofie is achter de productie van al haar merken: veiligheid, sociale competentie, kwaliteit en milieubewustzijn.

Duitsers houden van vroeg beginnen. Om negen uur is het al druk in de grootse entreehal van Autostadt. Willen de bezoekers alles in het high-tech-themapark rustig bekijken dan hebben ze de dag zeker nodig. Er is voor een entreeprijs van 24 Duitse marken veel te zien en veel te doen, ook voor kinderen.

Het bezoek begint met een reis door de wereld van de automobiliteit. Langs ontwerpcomputers en automaterialen gaat het naar een miniwindtunnel. Een doorgezaagde New Beetle klapt onder begeleiding van muziek, rook en lichteffecten open. Het is deze dag niet de laatste keer dat de decibellen oplopen: Volkswagen wil vooral de jeugd boeien.

In het Zeithaus –naast het hoofdgebouw– zal dat zeker lukken, daar staan tientallen oude auto's te glimmen: variërend van een model van de eerste motorwagen van Benz, via een Rolls-Royce SilverGhost en de VW Kever, naar de recent ontwikkelde sportwagen van Volkswagen. Liefhebbers van oldtimers kunnen hier hun hart ophalen.

De merken die onder de VW-groep vallen –VW, Seat, Audi, Skoda, Rolls-Royce, Bentley, Lamborghini en Scania– overheersen in het automuseum, maar het is in Autostadt te prijzen dat het park zeer terughoudend is met het promoten van auto's of automerken. Ten diepste zal het VW wel om verkoop en merkbinding gaan, maar dat weet het bedrijf in het grootste deel van Autostadt subtiel te verbergen.

Buiten wacht inmiddels de pendelbus voor een bezoek aan de grote montagehal van de VW-fabriek. Het zal voor veel bezoekers aan Autostadt het hoogtepunt van de dag zijn. De enorme lopende banden in de schone productiehallen imponeren. Hier zorgen 50.000 werknemers –met de hulp van robots– voor de productie van duizenden auto's per dag: Golfjes, Bora's, Lupo's in alle uitvoeringen, vertelt de gids. Een doordacht logistiek systeem zorgt ervoor dat de juiste onderdelen precies op het juiste moment op de goede plaats aan de lopende band zijn. Mensenhanden en robotarmen doen de rest.

Bratwurst
Na de fabriekstoer rijdt de bus weer terug over het fabrieksterrein –„zo groot als het vorstendom Monaco.” In een zijweg staat de 'VW-slagerij': voor de één miljoen bratwursten die de werknemers jaarlijks verorberen. De 'VW-braadworsten' zijn ook te koop in de goede maar prijzige horeca-gelegenheden in het autothemapark.

In Autostadt –waar VW bijna een miljard gulden in pompte– komen overigens niet alleen autofanaten aan hun trekken, maar ook liefhebbers van architectuur. Het entreegebouw, het super-de-luxe Ritz-Carlton Hotel en de paviljoens zijn stuk voor stuk plaatjes en liggen mooi in de parkachtige omgeving. In dat opzicht levert Autostadt iets extra's in vergelijking met Opel Live, een vorig jaar geopende autoattractie bij de Opel-fabriek in Rüsselsheim.

Het eerste paviljoen dat deze middag een bezoek krijgt –dat van Bentley– ligt verzonken in het terrein. Binnen laat het automerk vooral zien dat het niets anders dan kwaliteit levert. Een prijskaartje is nergens te vinden, maar een echte Bentley-rijder zal daar ook niet direct naar vragen. De presentatie in het donkere paviljoen is sober maar stijlvol.

Dat laatste zullen veel bezoekers niet zeggen als zij in de zwarte blokkendoos van Lamborghini zijn geweest. Achter tralies mag het publiek keiharde muziek en startende motoren aanhoren. Door de rook is van de Lamborghini die aan de tegenoverliggende muur hangt, weinig tot niets te zien. „Dat is ook de bedoeling”, legt een gastheer uit na een verbaasde reactie.

Brandstapel
Het Skoda-paviljoen is heel wat aansprekender. Zelfs verrassend, want een van de eerste dingen die bij binnenkomst opvallen, is een kunstig reliëf dat de verbranding van de vroege reformator Johannes Hus uitbeeldt. Dat zou je niet direct verwachten, zo tussen de Volkswagens en Skoda's. Het Tsjechische automerk heeft er voor gekozen vooral het thuisland te presenteren. Pas in de laatste ruimte komen de nieuwste automodellen aan bod. Ze mogen er zijn.

Het Skoda-paviljoen doet qua presentatie ook niet onder voor buurman Audi. Het automerk met de vier ringen wil vooral huiselijkheid uitstralen. Bezoekers worden welkom geheten in de ruime huiskamer en keuken van de ontwerper van Audi. Het merk toont ook zijn nieuwste model: de kleinste Audi-kloon, de A2, een mooi klassevoertuig, dat het gat aan de onderkant van de Audi-reeks opvult.

In het grote paviljoen van VW worden de bezoekers verrast met een mooie film in een bolvormige zaal. In heel de film –waarin te zien is hoe twee meisjes naar perfectionisme in hun vioolspel en schoonrijden streven– komt het woord ”Volkswagen” niet voor en is geen VW-model te zien. Als de moraal maar blijft hangen, vindt het Duitse automerk het al lang goed.

Auto afhalen
Voor veel Duitse bezoekers is nu het belangrijkste moment van de dag aangebroken. Zij gaan in het klantencentrum hun nieuwe auto ophalen, die ze bij de dealer hebben besteld en die nu 'vers van de lopende band' op hen staat te wachten. Na het afhandelen van de formaliteiten wordt de bestelde Volkswagen uit een van de twee grote autotorens op het terrein gehaald. In elk staan 400 auto's te wachten op hun eigenaar.

Het afhalen van auto's bij de fabriek is erg populair in Duitsland. Nu het themapark Autostadt daarmee te combineren valt, zal de animo nog verder toenemen, verwacht VW. De fundamenten voor twee extra autotorens zijn al gelegd.

Nederlanders kunnen hun auto nog niet bij de fabriek in Wolfsburg afhalen. Mocht het eens zover komen, dan is de verbinding naar de VW-stad geen probleem. De hogesnelheidstrein naar Berlijn stopt namelijk voor de deur van Autostadt. Overigens zijn er parkeerplaatsen genoeg rond het themapark, maar de bezoeker moet dan wel een VW-merk rijden, anders voelt hij zich wat minder thuis op de parkeerplaats.

Voor meer informatie: www.autostadt.de