Wetenschap 20 juni 2000

„Vaatwasser maakt niet gelukkiger”

Vaatwasser, personal computer en videorecorder. Het bezit van dergelijke goederen heeft de afgelopen veertig jaar niet erg bijgedragen aan de kwaliteit van het leven. „Mensen wennen er snel aan, ze worden er niet gelukkiger van”, zegt sociaal-psychologe B. Gatersleben.

Gezondheid, sociale relaties en leuk werk zijn daarvoor veel bepalender. Alleen mensen die een auto bezitten en deze vaker gebruiken, blijken meer tevreden en menen dan ook dat ze beter af zijn dan anderen. Dit geldt voor alle inkomensgroepen. Gatersleben verdedigt op 26 juni aan de Rijksuniversiteit Groningen een proefschrift over dit onderzoek.

De huishoudelijke consumptie is de afgelopen tientallen jaren enorm toegenomen, maar de ervaren kwaliteit van het leven is niet veel verbeterd. Zonder strikte beleidsmaatregelen blijft de consumptie en daarmee de belasting voor het milieu toenemen. Om de energievoorraden niet uit te putten, moet het energiegebruik de komende vijftig jaar worden teruggebracht tot een kwart van het huidige niveau. Zij vindt dat het wel een tandje minder kan. De economische groei zal ook de komende jaren gepaard gaan met meer productie en consumptie. Gatersleben stelt daarom dat een strategie voor beperking van de consumptie op niet-vrijwillige basis het meest uithaalt, als het algemeen belang maar voor iedereen duidelijk is.

„Zolang het aanschaffen van een nieuwe computer goedkoper en makkelijker is dan het upgraden van het oude apparaat, zal de consument steeds een nieuwe computer kopen”, geeft Gatersleben als voorbeeld. Zij vindt dat de overheid productie en consumptie moet reguleren. Mensen moeten volgens haar bewust worden van het belang van duurzame producten. Overheid en producenten moeten alternatieven aanbieden.