Wetenschap 13 juni 2000

Agulhasringen tollen rond de Kaap

Door Janneke Hak
De plaats ten zuidwesten van Kaap de Goede Hoop is voor het onderzoeksschip Pelagia een interessant gebied om metingen naar stromingen te verrichten. In deze omgeving komen belangrijke stromingen samen of juist met elkaar in botsing. Dat heeft alles te maken met een grote stroming –de Great Conveyor Belt– die door alle oceanen loopt. De lopende band van bewegend water doet er gemiddeld 500 tot 1000 jaar over om één rondje te maken.

De Warme Golfstroom –een onderdeel van de Conveyor Belt die aan de oppervlakte van de Atlantische Oceaan vanaf Zuid-Amerika naar Europa loopt en daar voor het zachte klimaat zorgt– koelt in de poolstreek af. Het koude water is zwaarder dan warm water en zakt in de omgeving van IJsland omlaag. Het verspreidt zich daarna over de oceaanbodem richting het zuiden. In de Indische en de Stille Oceaan komt dit water rond de evenaar door opwarming weer naar boven. Langs de oppervlakte stroomt het water weer terug richting de Atlantische Oceaan.

Ook het zoutgehalte is van invloed. Het water van de Warme Golfstroom dat vanaf Afrika naar Europa beweegt, is relatief warm en raakt door verdamping onderweg steeds zouter. Zout water is zwaarder dan zoet water en zal, aangekomen op het noordelijk halfrond, omlaag zakken. Zo houden temperatuur en zoutgehalte van het water de wereldwijde 'transportband' in beweging.

Het bovenste –warme– deel van de Great Conveyor Belt in de Indische Oceaan staat bekend als de Agulhasstroom. Die gaat niet als een nette stroom in de richting van de Atlantische Oceaan, maar keert voor een deel weer terug naar de Indische Oceaan. Op het punt waar de Agulhasstroom omdraait, ter hoogte van Kaap de Goede Hoop, snoert van tijd tot tijd een stuk stroom af dat verandert in een draaiende ring met een diameter van 300 tot 400 kilometer. Deze zogenoemde Agulhasring bestaat uit Indische-Oceaanwater en beweegt zich met een snelheid van 5 kilometer per dag in de richting van Zuid-Amerika. Tijdens zijn enkele jaren durende tocht staat de ring steeds water af aan de Atlantische Oceaan.

Klimaatverandering
Agulhasringen zijn vrij gemakkelijk op te sporen. Het water van de Indische Oceaan is warmer dan dat van de Atlantische Oceaan. Warm water zet uit, zodat de ring als een bobbel boven het zeeniveau uitsteekt. Het verschil in hoogte is enkele decimeters en meetbaar door radarsatellieten, die de hoogte van het zeeoppervlak meten.

Volgens prof. De Ruijter heeft het totaal van de ringen een vermogen van 0,5 tot 1 petawatt, dat is 0,5 tot 1 miljard megawatt. Ter vergelijking: dat is een miljoen keer zo veel als het bedrijfsvermogen van de kerncentrale in Borssele. „In de ringen zit ongeveer evenveel vermogen als het totaal aan warmtetransport dat met de Warme Golfstroom naar het noorden verdwijnt.”

Het water van de ringen brengt extra warmte en zout vanuit de Indische Oceaan naar de Atlantische Oceaan. Wetenschappers vermoeden dat het aantal ringen dat per jaar ontstaat niet constant is. Veel ringen veroorzaken waarschijnlijk een sterke Warme Golfstroom en dus veel warmtetransport richting West-Europa. De Ruijter schat dat er een tijdsverloop van ongeveer dertig jaar zit tussen het ontstaan van de ringen en het effect ervan in Europa. „Door metingen aan deze ringen te doen, hopen we betere langetermijnklimaatvoorspellingen te kunnen maken.”