Wetenschap 6 juni 2000

Amsterdams reuzeninternetcafé ingericht naar Londens model

Digitale leeszaal heeft
commercieel tintje

Door S. M. de Bruijn
Een gerenommeerd koffiehuis uit het begin van deze eeuw onderscheidde zich niet door de aanwezigheid van een biljart maar van een leestafel met de couranten van die dag. De moderne variant daarvan is het internetcafé. Amsterdam opende gistermiddag de deuren van 's werelds grootste digitale leeszaal: 650 computers. Afgekeken van Londen, waar hetzelfde bedrijf al 2300 schermen exploiteert.

Even knipperen. Zouden ze... Nee, in hartje Londen verwacht je zeker geen oranjefanaten. Aan de overkant van de straat, pal tegenover de uitgang van Victoria Station, zijn de grote oranje zonneschermen omlaag, ondanks het druilerige weer. Binnen in de 'winkel' ook overal oranje: pilaren, aanplakbiljetten, ballonnen, muismatten en zelfs de shirts van de tien jongens en meisjes die de bezoekers helpen.

Dit is easyEverything, een van de internetcafés van Stelios Haji-Ionnaou, de Griekse bedenker van de easyGroup, waartoe onder meer de luchtvaartmaatschappij easyJet behoort. De toestellen van die maatschappij hebben ook al een oranje staart.

Het internetcafé aan de Wilton Road is het oudste van de vijf vestigingen langs de Thames. Op 21 juni vorig jaar zwaaide Haji-Ionnaou de deur open en sindsdien is die nauwelijks meer dicht geweest. easyEverything is 24 uur per dag, 7 dagen per week open. „Zelfs midden in de nacht is 20 tot 30 procent van de computers bezet”, zegt Richard Davies. De general manager van de vestiging is een jong broekje en ook het andere personeel lijkt dichter bij de twintig dan bij de dertig te zitten.

De begane grond van het internetcafé ziet er fris uit, maar Davies zit een verdieping hoger, in een grauw kantoor, en heeft alleen tijd voor een praatje op de gang. Aan de muur hangt een krabbel: Zet de muziek niet te hard, daar zijn klachten over geweest. Davies is nog net verstaanbaar. „We hebben hier 400 computers; overdag is zeker driekwart daarvan bezet. Dat we 's nachts ook zo veel klanten hebben, komt doordat we dan het laagste tarief hanteren: 1 pond voor zes uur. Hoe duur het op dit moment is? Weet ik niet, we veranderen het tarief telkens, afhankelijk van de drukte in de zaak.” Het is vijf uur 's middags –het station aan de overkant is een mierenhoop– en 1 pond blijkt nu maar een half uur internetten waard te zijn. Die tarifering is verraderlijk, want soms is het ook ver na middernacht druk en dus duur. Al blijft het goedkoper dan de internetpaal in Victoria Station, die voor elke twaalf minuten 1 pond vraagt. En voor dat geld krijg je er niet eens een stoel bij.

Kijkshop
Het principe van easyEverything is eenvoudig: je loopt de zaak binnen, overhandigt een pondsbiljet aan een van de oranje shirts achter de toonbank en in ruil daarvoor ontvang je een bonnetje dat eruitziet als een parkeerbiljet. Je zoekt een scherm dat vrij is, tikt de code van het bonnetje in en het wereldwijde web ligt aan je voeten.

Ook op de mooie platte monitoren van Samsung schreeuwt een oranje balk om aandacht. Daarachter gaat een reeks van internetwinkels schuil. BlueCycle.com veilt tweedehands grasmaaiers en stereo-installaties en Jamba speelt in op de goklust van de internetter. De zoekrobot van ValueMad speurt de voordeligste rozen van Londen op of vindt 27 verschillende versies van Bunyans Christenreis, variërend van 0,6 tot 60 pond – ook de goedkoopste variant wordt gratis thuisbezorgd, met keus uit vier soorten cadeaupapier.

Bij de opening, vorig jaar, zei Haji-Ionnaou dat de cafés vooral bedoeld zijn als virtuele supermarkt, om het winkelend publiek in de binnenstad te verleiden tot elektronische aankopen. „Zo'n 80 procent van de bevolking heeft geen toegang tot internet en die kloof wil ik overbruggen. Daarom zeg ik: Kom binnen, betaal 1 pond en bespaar 7 pond op een boek.” Een soort Kijkshop, maar dan inclusief thuisbezorging.

Die verwachting van Haji-Ionnaou is niet uitgekomen. Als je voorzichtig over de schouders van de cafébezoekers gluurt, blijkt dat bijna niemand aan het winkelen is. In plaats daarvan staat op negen van de tien schermen een van de bekende mailprogramma's die overal op internet gratis te gebruiken zijn. Davies: „De meeste mensen zitten hier inderdaad te e-mailen. Daar waren we zelf ook verbaasd over. Ze komen niet om zomaar wat te surfen, ze weten precies wat ze willen. Het zijn vaak toeristen en rugzakreizigers.”

Babbelen
„Het is hier goedkoper dan thuis”, zegt Rebecca Schnall (20), terwijl ze met de muis klikt op een geurend kopje koffie dat onder aan het scherm staat. „Ik bestel koffie, anders val ik in slaap.” De Amerikaanse studeert journalistiek in Londen en komt een paar keer per week naar easyEverything om te mailen met haar vrienden in de VS. „Een internetaansluiting in mijn flat is niet te betalen. Op school is het gratis, maar dit is lekker dichtbij.” Ze heeft nog nooit wat gekocht via internet. „O ja, toch, mijn vliegtickets.” Intussen bezorgt een meisje het kopje Nescafé. In de Nederlandse vestigingen neemt Douwe Egberts de koffie voor zijn rekening.

Martha (17), een Portugese studente die in Kensington woont, komt vrijwel dagelijks naar het internetcafé. „Afgelopen zaterdag heb ik hier vijf uur gezeten. Ik spreek met mijn vrienden en familie af wanneer ik hier ben, dan kunnen we goedkoop met elkaar mailen en chatten. Als ik bel, kost me dat 10 pond voor een halfuur, 's morgens vroeg kun je hier uren babbelen voor 1 pond. Iets kopen? Nee, nooit gedaan.”

De financieel directeur van easyEverything, Matthew Lynwood, is helemaal niet teleurgesteld, eerder verbaasd over het succes. „ We verdienen niet alleen aan het internetten maar ook aan de koffie en de advertenties. Als de klanten zich aanmelden, zien ze een groot aantal keuzemogelijkheden op het scherm. De bedrijven die daarachter zitten, betalen ons 50 pence voor elke klik op hun advertentie. Als je eenmaal weet dat er bijvoorbeeld 6000 klanten per week in je winkel zijn, kun je met dat gegeven de boer op en aan willekeurige dot-com-bedrijven vragen wat ze ervoor bieden. We onderzoeken ook of we in de toekomst muziek kunnen gaan verkopen, die klanten hier van internet kunnen ophalen.”

„Het belangrijkste is op dit moment dat we klanten de winkel in krijgen, en dat werkt. Op 18 mei hebben we een zaak in Edinburgh geopend, met 500 computers, daar hebben we inmiddels een piekbezetting van 94 procent gehaald. De vestiging aan het Trafalgar Square heeft een gemiddelde bezetting van 60 procent, dag en nacht.” Statistiek bedrijven is natuurlijk een fluitje van een cent voor die computerjongens.

Lynwood schrijft het succes toe aan de formule van easyEverything: de lage drempel. „De 'gewone' internetcafés in Holland zullen wel net zo zijn als die in Londen: een kroeg in een achterafstraat met twee of vier computers op een tafeltje. Maar easyEverything is een schone, nette zaak, waar je heel gemakkelijk binnenloopt. En we zijn goedkoop.” Hij wijst naar de rij bij de kassa. „Zo gaat dat bij ons altijd.”