Oprichter Buys Ballot startte KNMI midden vorige eeuw
Koningin heropent koninklijk weerinstituutDoor C. van der Wind Om meer dan één reden zal Hare Majesteit de Koningin gisteren en vanmorgen nog eens het weerbericht van het KNMI hebben beluisterd. Wat trek je aan op een dag dat het weer wel eens zou kunnen omslaan? Maar nog veel belangrijker: Als je de nieuwbouw van het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut mag openen, kun je als Koningin niet met een mond vol tanden staan als het over het weer gaat.
De naamborden die je rijdend vanuit villawijk Het Kloosterpark in De Bilt passeert, geven aan dat ons nationale weercentrum zich op een uitgestrekt landgoed bevindt. Op het weerkundig terrein staan drie gebouwen waarin het verleden, het heden en de toekomst te zien zijn. In 1988 gaf de Rijksgebouwendienst, op verzoek van het KNMI, een team van architecten de opdracht de identiteit van het KNMI in de drie grijsgetinte gebouwen vorm te geven. Vandaag opende koningin Beatrix het vernieuwde centrum. Buys Ballot Waar KNMI-oprichter en meteoroloog C. H. D. Buys Ballot 150 jaar terug al behoefte aan had, zou in de loop der tijd alleen maar actueler worden: het bestuderen van het weer, zegt KNMI-hoofddirecteur J. de Jong. De Utrechtse hoogleraar Buys Ballot was een meteorologisch genie op het gebied van hoge- en lagedrukgebieden. Hij deed in 1857 de spectaculaire ontdekking dat als je op het noordelijk halfrond met je rug naar de wind staat, het lagedrukgebied zich dan aan je linkerkant bevindt en het hogedrukgebied aan je rechterkant: de Wet van Buys Ballot. De betekenis van deze wet is tot vandaag de basis voor de korte- en langetermijnvoorspellingen van het weer. Op 31 januari 1854 startte Buys Ballot, bij Koninklijk Besluit, het KNMI in huis Sonnenborgh te Utrecht, waar tot op de dag van vandaag de Utrechtse sterrenwacht is gevestigd. Hij kreeg steun van de regering nadat hij had gewezen op de betekenis van zijn instituut voor onder meer de scheepvaart. Klooster Al snel was de locatie in Utrecht te klein en vond het KNMI in De Bilt een ruime villa. Het gebouw, ook wel 'het klooster' vanwege de strenge vrouwelijke benedictijnenorde die er eerst in huisde genoemd, werd in 1897 officieel geopend. Een houten toren die aan de villa was vastgebouwd, deed dienst als waarnemingscentrum. De houten constructie was nodig om verstoring van de magnetische instrumenten te voorkomen. In 1917 verving het KNMI de houten toren van 30 meter door een betonnen exemplaar. De toren, met daarin een radar, is het symbool geworden van het KNMI en heet in de volksmond de Kopspijker. Na jaren van ruimtegebrek nam het instituut in 1973 een nieuwe vleugel in gebruik. Ook in de periode na 1973 maakte het KNMI een groei door, waardoor de behuizing binnen tien jaar opnieuw te klein was. Eind jaren tachtig kwam het verzoek voor een grondige uitbreiding van de capaciteit. Stormwaarschuwing Veel Nederlanders kennen het KNMI van het weer. Berichten en stormwaarschuwingen zijn wellicht het visitekaartje, maar er is beduidend meer dan weer bij het Biltse instituut. Op thuisbasis De Bilt, op luchthavens en aan de kust voert het instituut taken uit zoals het observeren van het klimaat, het verzamelen en leveren van weerdata, modelontwikkeling, wetenschappelijk onderzoek en publieksvoorlichting. De komende jaren zullen vooral in het teken staan van technologische ontwikkeling en uitgebreid wetenschappelijk onderzoek, zegt K. Verbeek, coördinator klimaatbeleid. De computerinfrastructuur voor het bepalen van het weer zal verder uitgebreid worden. Wij zijn wat weersvoorspelling betreft heel ver en moeten ons nu richten op nieuwe uitdagingen. Een voorbeeld daarvan is de studie naar de mate van onvoorspelbaarheid van het weer, aldus de coördinator. Aardschok Zonder verleden geen toekomst, is het criterium voor de architecten geweest. De oude villa is daarom behouden en gerestaureerd. Hier staat dr. Hein Haak aan het hoofd van het Nederlands seismologisch onderzoek. Elke aardschok en -beweging houdt hij daar in de gaten. De nieuwe vleugel is een langwerpig gebouw dat schuin naar beneden afloopt. Het magnetisch paviljoen, waarin vroeger de metingen werden gedaan, is hierin volledig geïntegreerd. Het dient nu als bedrijfsmuseum. Op het centrale plein tussen de drie hoofdgebouwen is de weerkaart geprojecteerd van 13 november 1972, toen de zwaarste storm van deze eeuw over Nederland trok. Het KNMI-onderkomen in De Bilt is grondig gerestaureerd en gemoderniseerd. Verleden, heden en toekomst van het KNMI zijn op één terrein te vinden. |