Wetenschap 2 mei 2000

De sterrenhemel in mei

Door W. G. Hulsman
Een grote groep sterrenwichelaars en doemdenkers gelooft er vast in: 5 mei vergaat de wereld. Ze verwachten dat de zeer nauwe samenstand van zon en maan met de vijf planeten Mercurius, Venus, Mars, Jupiter en Saturnus voor een catastrofe zal zorgen. Nuchtere astronomen laten de verhalen voor wat ze zijn. Als er die dag rond 10.08 uur rampen plaatsvinden, zijn ze in ieder geval niet het gevolg van de zeldzame conjunctie.

Een van de doemdenkers is de Amerikaan Richard Noone. Hij wijdde in 1982 al een boek aan de komende ondergang. Daarin voorspelt hij dat door de grote aantrekkingskracht van de planeten de aardas zal kantelen. Als gevolg daarvan zal het ijs van Antarctica smelten en zal een vloedgolf over de aarde gaan.

Jammer voor Noone en alle goedgelovige astrologen, maar er is volgens sterrenkundigen niets aan de hand. Er zijn sinds het bestaan van planeet aarde al tientallen van dergelijke samenstanden geweest. Dat de zeven hemellichamen op de kleinste spanwijdte sinds jaren staan, is ook amper van invloed op het gemiddelde tij op aarde. De invloed van de planeten op het zeeniveau is minder dan een zesduizendste van de invloed van de zon. Concreet: het water zal als gevolg van de samenstand minder dan een halve centimeter stijgen.

Verhalen over rampen op de vijfde doen de astronomen dan ook af met het woord: Onzin. Een Nederlandse astronoom zei het zo: „Mensen willen bedrogen worden, dat is door de hele geschiedenis heen wel gebleken, en daar wordt in het jaar 2000 door louche figuren weer handig op ingespeeld.”

De laatste keer dat de zeven hemellichamen dicht bij elkaar stonden was op 2 februari 1962. Pas in 2040 naderen de planeten en de zon elkaar weer even dicht als op 5 mei. In het jaar 1186 was de samenstand nog kleiner.

Van de samenstand op 5 mei is jammer genoeg niets te zien. De planeten staan daarvoor te dicht bij de zon. Zelfs met een eclipsbril valt weinig te ontwaren. Van de nog nauwere samenstand van de vijf planeten op 17 mei is eveneens niets te zien. Doordat de vijf planeten de hele maand in de buurt van de zon verkeren, zijn ook verschillende nauwe conjuncties tussen twee planeten afzonderlijk niet te 'spotten'. De bijzonderste van die samenstanden is die tussen Jupiter en Saturnus op 31 mei. Jupiter en Saturnus 'ontmoeten' elkaar slechts eens in de twintig jaar op zo'n kleine afstand.

Ds. Alta
Samenstanden van planeten hebben de mensen altijd al beroerd. Zo zorgde de Friese dominee Alta in de aanloop naar een conjunctie op 8 mei 1774 voor veel beroeringen in Nederland door profetieën dat de aarde die dag zou vergaan. De uitspraken van de predikant waren aanleiding voor de amateur-sterrenkundige Eisinga zijn bekende planetarium in Franeker te bouwen. Hij wilde aantonen dat de samenstand een normaal gevolg van de loop van de sterren was en verder geen betekenis had.

Op de dag van de bijzondere samenstand –Bevrijdingsdag– is 's avonds ook een zeer smalle maansikkel laag boven de westnoordwestelijke horizon te zien. Een dag eerder is het nieuwe maan. De maan zal op 18 mei weer haar volle sterkte bereiken. Wie de maan in mei volgt, zal haar 11 mei om 22 uur bij de ster Regulus vinden. En op 15 mei krijgt Spica weer een bezoek.

Koning Sobieski
In de vroege uren van maandag 22 mei –4 uur– staat de maan boven de heldere ster Sigma Scutti, uit het sterrenbeeld Schild. Een sterrenbeeld dat het gemakkelijkst met de verrekijker te onderzoeken valt en dat zijn naam in 1690 van de Poolse astronoom Johannes Hevelius kreeg, als eerbetoon aan koning Jan III Sobieski van Polen, die op 12 september 1683 de Turken versloeg en zo Polen en West-Europa vrijwaarde van de oprukkende Turken.

Het sterrenbeeld staat ten noorden van Sagittarius (Boogschutter), die laag boven de zuid(oost)elijke horizon is te vinden. Als de verrekijker of telescoop op Schild en Boogschutter gericht staat, kijkt het oog naar het centrum van het Melkwegstelsel, het sterrenstelsel met miljarden sterren waarin onze ster –de zon– een plaats heeft gekregen.