Euro-ENAER is voorlopig nog geen FokkerDoor G. ten Voorde De plannen van Euro-ENAER zijn ambitieus. De nieuwe, in Den Helder neergestreken vliegtuigfabrikant wil op jaarbasis 45 tweezitters van het sportvliegtuigje Eaglet op de markt brengen. Het ontwerp, oorspronkelijk afkomstig uit Chili, is in Nederland met behulp van de TU Delft doorontwikkeld. Daarbij is het toestel volledig binnenste buiten gekeerd. Wereldwijd hebben jaarlijks vele vergelijkbare initiatieven plaats. Het grootste probleem voor de vliegtuigindustrie, het overwinnen van de zwaartekracht, vormt met de huidige stand van de techniek nauwelijks een serieus obstakel meer. Het ontwikkelen van een luchtwaardig toestel voorzien van de vereiste internationale certificering is een peulenschil. Van veel groter belang is de vraag of de initiatiefnemers erin slagen een goedgeoliede verkoop- en serviceorganisatie op te bouwen. Want juist op dat punt crashen de meeste, goedbedoelde luchtvaartinitiatieven. Een vliegtuig bouwen is nog iets heel anders dan succesvol een toestel aan de man brengen. De markt voor de kleine luchtvaart lijkt veel op de automarkt. Fabrikanten van deze kleine kisten moeten een efficiënt dealernetwerk opbouwen. Dat vereist veel doorzettingsvermogen en nog meer financiële draagkracht. Het aantrekken van voldoende financiers is voor het prille luchtvaartbedrijf dan ook van groot belang. Euro-ENAER heeft de achterliggende tijd de nodige vertraging opgelopen. De certificering van de Rijksluchtvaartdienst (RLD) heeft meer tijd in beslag genomen dan was voorzien. Wil het bedrijf succes hebben, dan is het van cruciaal belang om op korte termijn een demonstrator in de lucht te brengen. Zo'n 'testkist' vormt de sleutel op de weg naar succes. Klanten in de kleine luchtvaart willen een toestel namelijk kunnen ervaren voordat ze tot aankoop overgaan. Daarmee verschilt de sector ingrijpend van de grote luchtvaart, waar klanten toestellen voor honderden miljoenen guldens vanaf de tekentafel kopen. Veel concurrentie ondervindt het sportvliegtuigje op dit moment niet. De enige in Europa geproduceerde tweezitter is de Diamond DV-20 Katana. Maar dit op ultralight-techniek gebaseerde toestel uit Oostenrijk vormt nauwelijks een serieuze bedreiging voor de Aeglet. Voor de Duitse motorzwever, de Grob 115, geldt hetzelfde. Sinds twee jaar is Cessna actief met een vernieuwde versie van de 172, de VW Kever van de privé-luchtvaart. Deze vierzitter is niet alleen veel zwaarder, maar ook met een ontwerp uit 1947 ook sterk verouderd, ondanks enkele recente cosmetische aanpassingen. De impact van deze bedreiging is twijfelachtig. Euro-ENAER betekent een niet-onbelangrijke aanwinst voor de toch al bescheiden vliegtuigindustrie in Nederland. Sinds de dramatische teloorgang van de nationale trots, Fokker, kent ons land nauwelijks enige vliegtuigbouw van betekenis. Het gedurfde initiatief in Den Helder is daarom een welkome aanvulling, maar kan voorlopig niet de rol vervullen die Fokker ooit heeft gehad. Toch is het niet uitgesloten dat Euro-ENAER er op termijn daadwerkelijk in slaagt ook grote toestellen in de lucht te brengen. Een krediet van 8 ton van het Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (NIVR) voor Den Helder wijst op het vertrouwen dat dit gezaghebbende instituut in het initiatief heeft. Voorlopig is de waarde van Euro-ENAER voor de Nederlandse vliegtuigbouw echter voornamelijk gevoelsmatig, maar daarmee zeker niet minder belangrijk. |