Wetenschap11 april 2000

Vogels trekken zich niets
van landsgrenzen aan

Door A. de Jong
Het primaire doel van het boek ”Important Bird Areas in Europe” is het inventariseren van de belangrijkste vogelgebieden in ons werelddeel. De regeringen van nationale staten kunnen er hun voordeel mee doen bij de bescherming van natuur en milieu, meer in het bijzonder bij het toekennen van een wettelijke beschermingsstatus aan vogelrijke gebieden.

De gigantische hoeveelheid gegevens in het tweedelige boekwerk (voor particulieren vooralsnog niet op cd-rom beschikbaar) lenen zich daarnaast nog voor allerlei andere analyses en gevolgtrekkingen. Zo kan uit het onderzoeksmateriaal geconcludeerd worden dat het aantal IBA's dat een land telt enorm kan verschillen en nauwelijks verband houdt met de grootte van de staat. Vogels trekken zich van landsgrenzen nu eenmaal niets aan. Spanje bijvoorbeeld staat met 391 IBA's aan de top en heeft er dus heel wat meer dan Frankrijk (277), dat qua oppervlakte toch weinig voor Spanje onderdoet. België heeft er 48, Nederland 106.

Een andere conclusie die getrokken kan worden, betreft het landschapstype van de IBA's. Moeras- en watergebieden staan wat dit betreft bovenaan, gevolgd door bossen en steppegebieden. Opmerkelijk is dat cultuurlandschappen, waaronder akkerbouw- en weidegebieden, eveneens hoog scoren.

Een interessante gevolgtrekking is verder dat het steeds meer toepassen van intensieve landbouwmethoden de grootste bedreiging vormt voor belangrijke vogelgebieden, maar dat daarnaast ook de ontvolking van het platteland en de daarmee gepaard gaande verwaarlozing van landbouwgronden de vogelstand in veel gebieden bedreigt. Wie de kaart van Europa voor zich neemt, ziet van noord naar zuid een 'spoor' lopen van landen waar de ontvolking van het platteland het ernstigst is en waar vogels het om die reden moeilijk hebben: Zweden, Estland, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Slovenië.

Had in 1989 nog maar 30 procent van de toen bekende IBA's een officiële, beschermde status, tien jaar later is dat gestegen naar 54 procent. Op zich een verheugende ontwikkeling, zij het dat dus nog altijd 46 procent van alle belangrijke vogelgebieden in Europa geen enkele beschermde status heeft. Landen met weinig wettelijk beschermde vogelgebieden zijn Oekraïne, Roemenië en Bulgarije, maar ook Luxemburg. Engeland en Nederland scoren op dit punt hoog, evenals Zwitserland en Georgië. Om dit percentage te verhogen, zal Birdlife International nog heel wat lobbywerk moeten verrichten.

Mede n.a.v. ”Important Bird Areas in Europe: Priority sites for conservation”, onder redactie van M. F. Heath en M. I. Evans; uitg. Birdlife International, Cambridge, 2000; ISBN 0946888 34 5 (deel 1) en 0946888 35 3 (deel 2); 1657 blz.