Wetenschap21 maart 2000

Homo automobilicus
moet gaande blijven

Door N. Sterk
Wat doen we nu en straks om de homo automobilicus gaande te houden? En hoe zorgen we ervoor dat de toekomstige elektronica- en managementsystemen te betalen zijn en begrijpelijk blijven voor alle weggebruikers en niet alleen door de rijken en/of slimmeriken zijn te hanteren?

Een verkeerspsycholoog zei het ooit zo: „We hebben niets aan ”intelligent roads” met daarop ”stupid drivers”. Het is absoluut nodig dat het niveau van de weggebruikers en van het wegsysteem gelijkwaardig zijn.”

Verkeerssignalering: de matrixen die nu boven de rijstroken hangen, leggen snelheidsbeperkingen op en kunnen banen afkruisen bij incidenten of onderhoud. Ruim 1000 (van de 2200) kilometer snelweg is er inmiddels mee uitgerust, 100 kilometer volgt nog snel. De matrixen gaan aan of uit door informatie uit de detectielussen in het wegdek en/of door ingrijpen van de verkeerscentrale.

Doseermaatregelen: de toeritdosering laat verkeer vanaf een toerit via een verkeerslicht in kleine doses door naar de drukke autosnelweg. Beperkende dosering ontmoedigt sluipverkeer. Wie zich laat verleiden de file via het onderliggende wegennet te omzeilen, wordt gestraft: het verkeerslicht bij de toerit 'maakt' zoveel wachttijd dat de sluiproute niet langer aantrekkelijk is. Gekoppelde toeritdosering regelt de toegang tot de snelweg via geschakelde verkeerslichten bij verschillende opeenvolgende toeritten.

DRIP's: de Dynamische Route-informatiepanelen (inmiddels zestig geplaatst) geven méér, maar ook vrijblijvender informatie dan het verkeerssignaleringssysteem. De informatie uit detectielussen, soms gecombineerd met andere gegevens van de verkeerscentrale, wordt omgezet naar een samenhangend en veilig advies aan het verkeer. Bij gecombineerde drukte en gladheid kan een DRIP al ver voor de file begint een snelheidsbeperking doorgeven. Aan verfijning van de DRIP-techniek wordt gewerkt. Soms wordt ”rechtsaf 10 kilometer file” gemeld, terwijl er in werkelijkheid langzaam wordt gereden en het fileleed meevalt.

Traffic Information Center (TIC): in het TIC in Utrecht komt alle informatie van het hoofdwegennet samen. Rijkswaterstaat en KLPD houden samen het TIC overeind. De door de centrale gegenereerde basisverkeersinformatie is tegen een kleine vergoeding te koop en te bewerken tot een bericht ter verspreiding via radio, teletekst, internet, een speciale telefoonlijn of geavanceerde navigatiesystemen die hun routeadviezen aan kunnen passen op grond van de actuele verkeerssituatie. Een digitaal radiosignaal –RDS-TMC, Radio Data System-Traffic Message Channel– geeft veel meer verkeersinformatie door dan de reguliere radiozenders. Voordelen zijn ook dat de informatie op ieder willekeurig moment opvraagbaar is en de gebruiker met het systeem in het buitenland verkeersinformatie in zijn eigen taal kan ontvangen.

Absolute voorwaarde voor de geloofwaardigheid van dergelijke systemen is dat de informatie betrouwbaar en eensluidend is. Wat in de auto te horen is, mag de DRIP niet tegenspreken of andersom. Voor brede toepassing moet de prijs nog ver omlaag. Een beetje navigatiesysteem kost nu 4000 gulden of meer. Voorlopig nog veel te duur voor de koper van een doorsnee auto, al zullen de prijzen in de toekomst snel dalen. Internet en mobiele telefonie zijn veelbelovende media voor verkeersinformatie.

Intelligent cruise control: adaptive, autonomous, intelligent cruise control: ACC, ICC, AICC. Met ACC remt het voertuig automatisch wanneer het een langzamer voorligger te dicht nadert. De auto herneemt z'n normale snelheid als de voorligger afslaat of van rijbaan verandert. Antibotssystemen zorgen ervoor dat een automobilist binnen de goede rijstrook blijft. Elektronica waarschuwt de bestuurder als er een aanrijding van opzij dreigt. Wordt de bestuurder slaperig, dan roept een licht- of geluidssignaal hem weer bij de les.

Automatische voertuiggeleiding: op zogenaamde dedicated lanes beïnvloeden zendergestuurde systemen langs de kant van de weg de voertuigen actief. Zo legt de Intelligente Snelheids Adapter (ISA) de plaatselijk geldende maximumsnelheid op. Een ISA-proef heeft op dit moment plaats in een Tilburgse woonwijk, waar bewoners rondrijden in VW-Bora's met ISA-uitrusting. Op den duur kan desnoods de hele rijtaak worden overgenomen. De chauffeurloze People-mover (parkeerterrein Schiphol, bedrijventerrein Rivium-Rotterdam) hoort ook in dit rijtje thuis, net als de Combi-Road voor het vrachtverkeer of het Chauffeur-project, waarbij automatisch geleide vrachtwagens elektronisch worden gekoppeld aan een voorligger.

Incident management: het zo snel mogelijk ongedaan maken van de gevolgen van ongelukken of extreme weersomstandigheden. Een incidentvoorspellingsmodel kan naar aanleiding van het verkeersbeeld een inschatting geven van de risico's op een bepaald wegvak. Daarmee wordt duidelijk wat de slimste plek is om hulpdiensten te stationeren of waar een 24-uursbewaking onontbeerlijk is. Simulatieprogramma's adviseren ambulance- en alle andere hulpdiensten en -instanties.

Inhaalverbod voor vrachtverkeer: binnen ruime venstertijden horen vrachtauto's rechts te blijven. Recente evaluatie gaf aan dat de truckers zich er redelijk aan houden en dat de maatregel redelijk effect heeft en niet alleen bij hoogteverschillen in de weg. Verwant aan deze maatregel is een (selectieve) afsluiting van toe- en afritten en het ”Keep in lane-systeem”: bijvoorbeeld door een langdurig doorgetrokken streep ter hoogte en tot ver na in- en uitvoegvoegstroken. De onrust van schichtige manoeuvres en rijen remlichten op de overige rijbanen blijft daardoor uit.

Flexibele infrastructuur: in ”Wegen naar de Toekomst” (V en W, 1999) wordt onder andere gepreludeerd op inzet van infrastructuur met een korte levensduur die gemakkelijk te bouwen, af te breken, aan te passen of te veranderen is. Een soort V en W-Legodoos in het groot. Verbreding, herindeling van het dwarsprofiel, verhoging van viaducten en aanpassingen voor doelgroepen zouden sneller te realiseren moeten zijn.