Wetenschap 14 maart 2000

Britten in de ban van gratis internet

Door W. L. van der Staaij
Groot-Brittannië is in rep en roer. De ene internetaanbieder heeft de consument nog geen gratis toegang tot het World Wide Web gegeven, of de concurrentie komt al met een nóg aanlokkelijker alternatief. De Britse premier Blair gooit olie op de golven: hij wil dat alle Britten binnen vijf jaar onbeperkt en gratis kunnen internetten.

Nog geen week nadat de Amerikaanse zoekmachine Altavista de Britten voor ruim 30 gulden een jaar lang onbeperkt en zonder extra telefoonkosten internettoegang aanbiedt, brandt de internetoorlog in Groot-Brittannië in alle hevigheid los.

Kabelmaatschappij NTL volgt Altavista als eerste door internet aan te bieden zonder inschrijvings- en telefoonkosten. Deze laatste kosten zijn volgens NTL er de oorzaak van dat zo weinig Britten de stap naar de digitale snelweg durven nemen. De kabelmaatschappij gaat zelfs zo ver internettoegang te bieden aan iedereen met een computer, zelfs al wonen ze nu nog buiten het bereik van de kabel. De vraag hoe NTL haar beloftes in de praktijk denkt waar te maken, blijft vooralsnog onbeantwoord.

De enige voorwaarde die de kabelmaatschappij bij het aanbod stelt, is de verplichting maandelijks voor ten minste 33 gulden aan normale telefoongesprekken te voeren via NTL. Daarnaast denkt de maatschappij, evenals Altavista, de kosten eruit te halen via advertenties en opbrengsten uit e-commerce. De gedachte die daaraan ten grondslag ligt, is dat hoe meer mensen on line gaan, des te meer het belang van de interneteconomie zal stijgen.

Steun
Altavista en NTL zijn niet de enige providers (internetaanbieders) die aan de strijd deelnemen. Ook LineOne en Breathe doen gretig mee en bieden gratis internettoegang aan. LineOne vraagt daarvoor wel een eenmalige bijdrage van 60 gulden en haar klanten moeten bovendien voor 15 gulden per maand normale telefoongesprekken voeren bij Quip, telecompartner van LineOne. De grootste internetaanbieder van Groot-Brittannië, Freeserve, is vooralsnog de dupe van alle ontwikkelingen: deze provider drijft met name op opbrengsten uit telefoontikken.

De Britse premier Blair is verheugd over de huidige gang van zaken. Tijdens een bijeenkomst eind vorige week zei hij ernaar te streven dat alle Britten binnen vijf jaar thuis toegang tot internet hebben.

Hij krijgt daarbij steun van een onderzoek van het Britse bureau Datamonitor. Uit dat onderzoek komt naar voren dat de digitale revolutie in het jaar 2003 geheel zal zijn doorgebroken. In dat jaar beschikt ieder huis over een digitaal systeem waarmee informatie van een netwerk gehaald kan worden. In de meeste gevallen zal het hier gaan om internet, denkt het Britse bureau.

Langzamer
In Nederland verloopt het proces van digitalisering niet veel sneller. Ongeveer 30 procent van de Nederlanders heeft geen toegang tot internet en is ook niet van plan daar binnen de komende maanden verandering in aan te brengen, blijkt uit recent onderzoek van Internet Society Nederland (ISOC). De mensen die niet zo nodig on line hoeven te gaan, hebben hun bedenkingen bij het nut van de elektronische snelweg. Ook de kosten en de complexiteit van het medium spelen een rol.

„Het is een kwestie van tijd voordat ook in ons land zich een soortgelijke strijd als in Groot-Brittannië zal gaan afspelen”, verwacht Paul Settels, woordvoerder van ISOC. „In Nederland is veel meer bij wet vastgelegd wat samenwerking tussen telecommaatschappijen en providers betreft. Het is de vraag in hoeverre de overheid de markt de vrijheid wil geven. Je loopt dan wel het risico dat buitenlandse maatschappijen een dominante rol zullen spelen, maar gezien de ontwikkelingen wereldwijd is het een onomkeerbaar proces.”