Wetenschap 14 maart 2000

Bayer geeft niet toe in ruzie over besmette enting tegen koeiengriep

De best beveiligde plaats van Keulen

Door drs. H. van den Berge
Tussen het Duitse concern Bayer en duizenden Nederlandse boeren woedt een hoogopgelopen ruzie. De veehouders beschuldigen de onderneming van de levering van besmette vaccins tegen koeiengriep, maar Bayer ontkent. Om te laten zien dat er bij het maken van entingen heel zorgvuldig wordt gewerkt, mochten verschillende journalisten bij de medicijnenproducent een kijkje achter de schermen nemen.

Aan de buitenkant is aan het bedrijfscomplex van Bayer in Keulen niets bijzonders te zien. De al wat oudere gele gebouwen staan aan een vrij smalle straat in een woonwijk. Op zich lijkt het op een doorsnee kantoor. Maar dat er toch iets speciaals wordt gemaakt, geeft dr. J. van Diest, directielid van de Bayer-divisie diergezondheid, gelijk bij binnenkomst aan. „We bevinden ons in een van de best beveiligde plaatsen van Keulen. Wij maken hier vaccins ter bestrijding van infectieziekten.”

Strenge voorschriften
Voor het bezoeken van het laboratorium en de productieruimtes gelden strenge voorschriften. „Dat is nodig om de steriliteit van deze afdelingen te verzekeren”, stelt Van Diest. Op sommige afdelingen mogen buitenstaanders niet komen. Dat geldt zeker voor het gebouw waar entingen tegen het zeer besmettelijke mond- en klauwzeer worden gemaakt.

Maar ook voor de andere ruimtes gelden strenge regels. Bezoekers worden in een witte overall gehesen en moeten kunststofhoesjes rond hun schoenen en een kapje op hun hoofd doen. In het laboratorium controleert een medewerker –waarvan alleen de ogen en de neus te zien zijn– op computerschermen de juiste samenstelling van de vaccins.

De productie heeft plaats in een ruimte vol glimmende roestvaststalen buizen en ketels. Daarna wordt de entstof opgeslagen in de zogenaamde vaccinbank bij een temperatuur van -75 graden Celsius. Mensenhanden komen er amper aan te pas.

Gezien de strenge veiligheidsvoorschriften, steriele ruimtes en uitgebreide controles kan er eigenlijk niets verkeerd gaan, aldus Van Diest. Hij wijst op de hoge veiligheidsstandaarden bij bijvoorbeeld de productie van het vaccin tegen koeiengriep (IBR). „In een periode van vier jaar werd bij het gebruik van bijna 16 miljoen doses slechts bij 424 entingen –dit is 0,0026 procent– het vermoeden van bijwerkingen gemeld. Na onderzoek bleek dat in al die gevallen een verband met de enting echter onmogelijk en onwaarschijnlijk was.”

Diarreevirus
Ondanks alle voorzorgsmaatregelen kwam er toch een kink in de kabel. In 1998 was in Nederland een verplichte inentingscampagne tegen koeiengriep gestart. In februari vorig jaar kregen twaalf Nederlandse rundveebedrijven ineens te maken met een massale veesterfte. Onderzoek toonde aan dat de door Bayer geleverde entstof was besmet met een agressieve variant van het diarreevirus BVD. Het Duitse concern erkende de fout en vergoedde de miljoenenschade.

De affaire kreeg een maand later een pijnlijk vervolg toen er een tweede golf van klachten kwam. Daarbij ging het om kalversterfte, een verminderde melkproductie en andere gezondheidsproblemen. Uit onderzoek kwam naar voren dat een half miljoen koeien waren ingespoten met een vaccin dat ook was besmet met het diarreevirus, al ging het volgens Bayer wel om een minder agressieve variant dan bij de eerste vervuilde partij.

De besmetting was ontstaan door het gebruik van vervuild kalverbloed uit de Verenigde Staten. „Onze controletechnieken waren onvoldoende om het diarreevirus op te sporen”, zegt Van Diest. „Inmiddels zijn er maatregelen genomen om dit te voorkomen.”

Schuld
De ongeveer 7000 getroffen bedrijven eisen een schadevergoeding van het concern, maar Bayer weigert te betalen. „Uit onze onderzoeken blijkt dat de problemen niet veroorzaakt kunnen zijn door het besmette vaccin”, stelt directeur B. Krüger van de divisie diergezondheid.

Vorige week sloot de onderneming nog een onderzoek af waarbij runderen werden geënt met een vaccin dat vijftig keer zoveel diarreevirus bevatte als de licht verontreinigde doses. Het vervuilde middel was uitgeprobeerd op runderen in het landbouwcentrum van Bayer in Monheim, een stadje 20 kilometer ten noorden van Keulen. Ook hier zijn de veiligheidseisen streng. De ruimtes voor de dieren lijken meer op een bewaakte afdeling van een ziekenhuis dan op een stal.

Het onderzoek was positief voor Bayer. „Uit het resultaat bleek dat noch de dieren zelf, noch de kalveren die gedurende de looptijd van het onderzoek werden geboren, ziek zijn geworden of andere afwijkingen hadden”, aldus Krüger.

Bayer benadrukt dat de gedupeerde veehouders, die zijn verenigd in de Stichting IBR/BVD Schade (SIS), niet hard kunnen maken dat de gezondheidsproblemen zijn veroorzaakt door het vaccin. „Tot nu toe hebben we vijf dossiers ontvangen, maar daaruit bleek niet dat de schuld bij de enting lag. De andere bijna 7000 dossiers hebben we nog steeds niet gekregen, hoewel we daar al verschillende keren om hebben gevraagd”, zegt Krüger.

Antivlooienmiddel
In Monheim doet Bayer onderzoek bij vele soorten dieren zoals paarden, schapen en konijnen. Achter zware vergrendelde deuren zitten ook poezen in een soort getraliede dierentuinkooi; bij deze dieren wordt een nieuw soort antivlooienmiddel getest. Een eind verderop klinkt geblaf. Jonge honden springen rond in hun kooi. Zij zijn het proefkonijn voor een medicijn tegen wormen.

Dankzij het onderzoek kan Bayer voortdurend nieuwe middelen op de markt brengen. Als voorbeeld wijst prof. dr. M. Londershausen, hoofd onderzoek van de divisie diergezondheid, op het zoeken naar een nieuw antibioticum. Uit 300.000 verbindingen heeft zijn afdeling een nieuw molecuul geïdentificeerd, waardoor „als alles naar wens verloopt” aandoeningen zoals huidinfecties, uierontsteking en diverse infecties aan de luchtwegen beter behandeld kunnen worden.

Met de ontwikkeling van een nieuw medicijn zijn veel tijd en geld gemoeid, benadrukt Londershausen. „Jaarlijks investeert Bayer hierin circa 100 miljoen euro. Het duurt ongeveer tien jaar voordat een nieuw middel op de markt kan worden gebracht. Al met al kost een nieuw middel gemiddeld 60 miljoen euro.”

Voor Bayer is het wijzen op de grondige manier waarop het zich bezighoudt met onderzoek naar de diergezondheid een belangrijk argument om aan te geven dat het concern het beste voor heeft met de veehouderij. Maar of dit voor de gedupeerde Nederlandse veehouders die „ziek zijn van Bayer” afdoende is, is de vraag. De boeren houden eveneens voet bij stuk. Vorige week vrijdag diende in Leeuwarden een rechtszaak over de affaire. Maar ook de rechter zal het verlossende woord wel niet kunnen spreken.