Onderzoekers krijgen
nieuwe supercomputer

De capaciteit van de nieuwe nationale supercomputer, een Scalable Node-1 (SN-1), is ten minste dertig keer hoger dan die van het huidige topmodel, de Cray C90.

De SN-1 kan duizend miljard berekeningen per seconde maken en heeft een geheugen van een miljoen megabyte. Meer dan duizend aan elkaar gekoppelde processors leveren het vermogen.

De onderzoekers zetten supercomputers met name in op het terrein van de natuur- en de scheikunde. Zo brengen ze onder meer het aardse ecosysteem in kaart en ontwikkelen ze grondwaterberekeningen, klimaatmodellen en technische constructieberekeningen, bijvoorbeeld om de verkeersveiligheid te vergroten.

Daarnaast kunnen via computersimulaties reacties bij kernfusies worden nagebootst. In de biotechnologie krijgt de supercomputer ook een steeds grotere plaats, met name voor het berekenen van de structuur van ingewikkelde biologische moleculen. Slechts 2 procent van het gebruik van de supercomputer is gericht op medische toepassingen.

De Amsterdamse hoogleraar theoretische chemie, dr. E. J. Barends, plaatste gisteren kanttekeningen bij de aanschaf. Hij keurt die niet af, maar is wel bereid de discussie aan te gaan in hoeverre nóg betere supercomputers zin hebben. „Is het niet om te laten zien dat we in staat zijn onze grenzen te verleggen en de concurrentie voor kunnen blijven?”

De meeste westerse landen hebben geavanceerde computersystemen. Koplopers zijn de Verenigde Staten, Japan en Duitsland. De nieuwe Nederlandse supercomputer is volgens NWO de snelste van Europa.

De leverancier van de supercomputer, Silicon Graphics, plaatst de machine in het Amsterdamse rekencentrum SARA, dat ook de Cray C90 in bezit heeft.