De sterrenhemel in januariDoor W. G. Hulsman Donkergrijs, bruin, dieprood of koperrood. Een van die kleuren zal de maan in de vroege ochtend van vrijdag 21 januari hebben als zij door de schaduw van de aarde draait en amper zonlicht meer zal weerkaatsen. Bij een heldere hemel is die dag in West-Europa een mooie, totale maansverduistering te zien. De maan begint haar eerste licht al om iets na drie uur 's morgens te verliezen. Pas een halfuur later is dat waarneembaar. De maan staat dan in de zogenaamde bijschaduw van de aarde waar nog veel zonlicht in doordringt. Vanaf 4.02 uur wordt het pas echt interessant. De waker van de nacht komt dan in de (kern)schaduw van de aarde te staan. Die schaduw schuift langzaam verder over het maanoppervlak totdat de maan om 5.05 uur helemaal uit het directe licht van de zon is. De totaliteit is om 5.43 uur op haar hoogtepunt. Welke kleur de maan tijdens de verduistering zal hebben, is afhankelijk van de toestand in de atmosfeer van de aarde. Na een vulkaanuitbarsting zoals na de uitbarsting van de Filipijnse Pinatubo in 1991 kan de lucht vol met stof zitten. Het zonlicht kan dan veel moeilijker door de dampkring van de aarde dringen in de richting van de maan. De maansverduistering is in dat geval erg donker. Des te schoner de dampkring is, des te meer indirect licht de maan toch nog bereikt. De rode kleur van de maan ontstaat door de breking van die zonnestralen in de dampkring van de aarde. Vanaf 6.22 uur treedt de maan weer uit de schaduw van de aarde. Het kan interessant zijn de maan ook al op 10 januari rond 21 uur op te zoeken. Zij staat dan iets ten zuiden van de planeet Mars, die tot drie uur na zonsondergang aan de zuidwestelijke hemel schijnt. De 14e is de maan in het begin van de avond in de buurt van de Jupiter te vinden. De grootste planeet is ook deze maand als een heldere verschijning hoog aan de zuidelijke hemel te vinden in het sterrenbeeld Vissen. Op 17 januari is door een telescoop te zien hoe twee van de vier grote manen van Jupiter Io en Europa elkaar dicht naderen. De twee staan tussen 18 en 19 uur vlak bij elkaar ten oosten van de planeet. Later op de avond lopen ze weer uit elkaar. De iets minder heldere planeet Saturnus, die oostelijk van Jupiter staat, is 15 januari eenvoudig te vinden als de maan hem heel vroeg in de avond passeert. Saturnus genoemd naar de god van het boerenleven en de tijd zal zich vanaf de 13e langzaam weer in oostelijke richting tussen de sterren gaan bewegen. Afgezien van Venus, die 's ochtends nog steeds opvallend helder aan de zuidoostelijke kim staat, zijn de overige planeten niet of moeilijk te zien. Orion Opvallendste sterrenbeeld in januari is opnieuw Orion. Het sterrenbeeld is een lust voor het oog van de sterrenkijker, want het bevat samen met de omringende constellaties meer (zeer) heldere sterren dan er in de rest van het jaar te zien zijn. Orion zelf schittert met de drie sterren op een rij en de reuzensterren Betelgeuze en Rigel. Rond het sterrenbeeld, dat al in de vroege oudheid bekend was, zijn de opvallende sterren Sirius in Grote Hond, Aldebaran in Stier, Procyon in Kleine Hond, en Castor en Pollux in Tweelingen niet over het hoofd te zien. Daartussen zijn tal van nevels en sterrenclusters te ontdekken. 2000 In de eerste maand van het jaar gelijk een maansverduistering is een mooie start, maar wat volgt er verder dit jaar nog? Veel aandacht zal er zijn voor de 5e mei. Volgens onheilsprofeten zal de aarde die dag vergaan, omdat alle planeten van ons zonnestelsel op die dag op zeer kleine afstand van elkaar staan. Voer voor sterrenwichelaars. Astronomische bijzonderheden die verder aandacht zullen krijgen, zijn een mooie vanuit Nederland niet zichtbare samenstand van Jupiter en Saturnus eind mei en de passage van de maan aan drie planeten op 6 april. Afgezien van de meteorenzwermen van de Perseïden (augustus) en de Leoniden (november), blijft het verder redelijk rustig aan de hemel in 2000. |