Aanslagen VS22 september 2001

VS enorme afnemer grootste economieën zuidelijk halfrond

Crisis kan Latijns-Amerika vloeren

Door C. Admiraal
De verschrikkingen van de vorige week in New York en Washington kunnen de grote economieën van Zuid-Amerika vloeren. De gebeurtenissen in de Verenigde Staten vielen nagenoeg samen met het moment waarop de regeringen van landen als Brazilië en Argentinië juist dachten hun financiële problemen te hebben overwonnen.

In een ultieme en aanvankelijk ook succesvolle poging om de onder investeerders en beleggers bestaande argwaan weg te nemen, en het gevaar van een betalingsstop af te wentelen, had het Internationaal Monetair Fonds (IMF) eind vorige maand nieuwe kredietfaciliteiten ter beschikking gesteld aan Brazilië en Argentinië ter waarde van respectievelijk 15 en 8 miljard dollar. Deze kredieten moesten de verzwakte economieën van beide landen wapenen tegen een door beangstigde beleggers veroorzaakte kapitaalvlucht.

„Het plan was prima maar na de terreuraanslagen is het niet langer reëel om te veronderstellen dat de IMF-leningen voldoende zijn om op termijn een betalingsstop te voorkomen. Het vorige scenario ging uit van een aanzienlijke stroom investeringsgelden. Die zal nu echter kleiner zijn dan aangenomen, waardoor er opnieuw een tekort ontstaat op de deviezenrekening van Brazilië en Argentinië. Geen van beide landen beschikt zelf over de reserves om dit deficit te overbruggen”, zo constateert chef-econoom José de Faria van de Deutsche Bank te Sa˜o Paulo.

Afzien van aankoop
De beleggingsexpert was nog maar amper uitgesproken toen de directie van het Spaanse Telefónica Móviles vanuit Madrid liet weten af te zien van de eerder voorgenomen aankoop van de Braziliaanse telefoonmaatschappij Celular CRT. Met de geschrapte transactie zou een bedrag van ongeveer 875 miljoen dollar zijn gemoeid. Als reden voor het afblazen van de aankoop gaven de Spanjaarden „de bijzondere gebeurtenissen van de afgelopen dagen” op.

Brazilië heeft per jaar ongeveer 25 à 30 miljard dollar aan buitenlandse investeringen nodig om het gapende en chronische tekort op zijn betalingsbalans aan te zuiveren. De vrees onder beleggers dat het investeringspeil dit jaar zal teleurstellen haalde de koers van de Braziliaanse real verder onderuit. De reeds gammele munt verloor in de dagen volgend op de aanslagen in de VS nog eens een kwart van zijn waarde.

De danig verzwakte munt maakt wel het ”Plan B” dat de regering koesterde, iets meer levensvatbaar. President Fernando Henrique Cardoso deed gisteren een klemmend beroep op het bedrijfsleven van zijn land om de tegenvallende buitenlandse investeringen te compenseren met het opdrijven van de uitvoer. Het anders koele en ingetogen staatshoofd sprak zelfs over „exporteren of verzuipen.”

„Het is natuurlijk niet zo dat afzetmarkten ineens uit het niets te voorschijn komen, ook niet wanneer door de koersval van de real onze concurrentiepositie thans wat beter is. We mogen eerder een inkrimping van de uitvoer verwachten doordat onze voornaamste handelspartners of al in een diepe crisis verzonken zijn, zoals Argentinië, of afstevenen op een recessie, zoals de Verenigde Staten en de Europese Unie”, aldus hoogleraar in de economische wetenschappen Gilberto Dupas van de Universiteit van Sa˜o Paulo.

Grote afnemer
De Verenigde Staten zijn de grootste afnemer van zeven van Braziliës twaalf belangrijkste exportproducten, waaronder schoeisel, mobiele telefoons en auto-onderdelen. Deze drie categorieën brengen elke werkdag zo'n 50 à 60 miljoen dollar in het laatje, maar vertegenwoordigen juist producten die bij uitstek gevoelig zijn voor marktsentimenten. Braziliës grootste exporteur, vliegtuigfabrikant Embraer, vreest eenderde of meer van zijn orderportefeuille –thans 221 vliegtuigen groot– kwijt te raken, hetgeen neerkomt op een inkomstenderving van zeker 1 miljard dollar.

„In normale tijden zou dat vervelend doch niet rampzalig zijn. Maar dit zijn geen normale tijden. Het land komt uit een lange en vrij zware crisis en mist daardoor de financiële speelruimte die nodig is om de huidige tegenslagen het hoofd te kunnen bieden”, zo analyseert professor Dupas. Een bijkomstig probleem voor Brazilië en Argentinië is dat het pleidooi van de landen in (haperende) ontwikkeling nu plots niet meer op de prioriteitenlijst van de rijkere landen voorkomt.

Wanneer het de vorige maand al grote moeite kostte om de VS geïnteresseerd te krijgen in de dreigende betalingsproblemen van bijvoorbeeld Argentinië, zal het een volgende keer waarschijnlijk onmogelijk blijken om Washingtons belangstelling op te wekken. „Investeerders beseffen dat ook: in het vervolg zal hulp verder weg liggen dan ooit tevoren voor landen met liquiditeitsproblemen. Dat moedigt bepaald niet aan om in dit soort landen geld onder te brengen”, aldus de hoogleraar.

Bezuinigingsmes
Argentinië kampt met grotendeels dezelfde problemen als Brazilië. De regering van president Fernando de la Rúa stelt voor om opnieuw het bezuinigingsmes te hanteren in een poging de begrotingstekorten helemaal weg te werken, om zodoende het vertrouwen van investeerders te herwinnen. Omdat de groeiprognose neerwaarts is aangepast als gevolg van de traumatische gebeurtenissen in New York zijn extra bezuinigingen nodig om de dalende belastinginkomsten op te vangen. De regering-De la Rúa stelt voor de begroting met ten minste 6,4 miljard dollar te korten.

Het staatshoofd blijft evenwel licht optimistisch en verklaarde dat zijn land in de moeilijke tijden die aanbreken het goede voorbeeld wil geven. „Wanneer we onder deze omstandigheden onze belofte kunnen nakomen door het begrotingstekort inderdaad helemaal te elimineren en zodoende de staatshuishouding in keurig evenwicht brengen, twijfel ik er geen moment aan dat beleggers dadelijk niet alleen bereid zijn om hun miljarden juist hier te parkeren waar het veilig is, maar zullen staan te dringen om binnen te mogen komen”, aldus de misschien iets al te optimistische Argentijnse president.