Aanslagen VS22 september 2001

„Er is voor moslims een bedreigende situatie ontstaan”

Op één hoop gegooid

Door J. van Klinken
Meisjes met hoofddoeken die openlijk worden uitgescholden, moskeeën die bakstenen door de ruiten krijgen, een islamitische school die in brand wordt gestoken en allochtone vrouwen die worden bespuugd. Het verblijf in Nederland is er voor grote groepen medelanders niet plezieriger op geworden sinds de aanslagen in New York en Washington. Youssef Louakili slaat alarm.

Hij is 21 jaar en studeert geschiedenis aan de Hogeschool van Utrecht. Zijn woordgebruik verraadt een intellectuele vorming. Zijn belezenheid is groot.

Youssef is van Marokkaanse komaf. Hij groeide op in een gezin van elf kinderen. Zijn ouders noemt hij „toegewijde moslims.” Ze lieten hem vrij in zijn keuze. Het christendom trok hem wel. Hij maakte er grondig studie van, maar koos toch voor de islam.

„Ik geloof niet in de erfzonde. God, de ultieme goedheid, kan niet de Schepper zijn van een slecht mens. De mens dwaalt af door de verlokkingen van de duivel. Toch heb ik het christendom niet aan de kant geschoven. Ik heb veel respect voor de christelijke visie.”

Gebed
Het islamitisch geloof geeft hem veiligheid. „Maar ik heb er ook voor gekozen omdat het verdraagzaamheid voorstaat. Daarover heersen bij buitenstaanders veel misverstanden. Door een kleine groep extreme moslims is het beeld ontstaan van onverdraagzaamheid. Dat is heel jammer.”

Het vrijdaggebed bezoekt hij als het zo uitkomt, maar in het dagelijks gebed is hij zeer stipt. Overeenkomstig de voorschriften bidt hij vijf keer per dag tot Allah, die hij consequent aanduidt als „God.” Dat doet hij bewust om aan te geven dat het volgens hem om precies dezelfde God gaat als die christenen aanbidden. „Wel ontkennen we dat Hij een Zoon heeft”, voegt Youssef eraan toe.

Bidden heeft voor hem een belangrijke functie. „Je gedachten gaan dan toch iedere keer uit naar God. Het bepaalt me ook bij onze kwetsbaarheid en kleinheid. Islam staat voor de onderwerping aan de wil van God.”

Naastenliefde
Religie heeft niet alleen zijn warme belangstelling, maar heeft ook een bijzondere betekenis voor hem. Als leraar in opleiding (lio) heeft hij een vaste aanstelling voor acht lesuren per week. De voortgezette school waaraan hij is verbonden, is protestants-christelijk.

„Daar ben ik trots op. Ik denk niet dat ik zo gauw voor een openbare school zal kiezen. Ik voel me met de school verbonden. Christenen en moslims erkennen beiden God als Schepper en stellen beiden de boodschap van de naastenliefde centraal. Door op een christelijke school te werken, kan ik aan de verspreiding van die boodschap bijdragen.”

Opmerkelijk is dat hij desondanks actief is in de jongerenorganisatie van de PvdA, de Jonge Socialisten. Hoe kan het dat hij zich daar wel thuis voelt in een niet-religieuze omgeving? „De PvdA strijdt voor een rechtvaardige samenleving. De partij staat voor gelijke kansen voor iedereen, of je nu rijk of arm bent, allochtoon of autochtoon.”

Dat de PvdA een niet-religieuze partij is, vindt hij alleen maar een pre. „Als je een staat op religieuze principes wil vestigen, gaat dat ten koste van de vrijheid van andersdenkenden.” Hij doelt daarbij op situaties zoals in Iran en Afghanistan. „Maar het geldt ook voor Israël. Doordat de staat gebaseerd is op de Joodse religie, genieten Joden bepaalde privileges.”

Grote onzin
Sinds de zelfmoordacties van vorige week in de Verenigde Staten staat de islam als wereldreligie in het brandpunt van de actualiteit. Nu het zo goed als zeker is dat de daders moslimextremisten waren, rijzen alom vragen over de werkelijke aard van deze religie.

Youssef heeft de discussies hierover met groeiende onrust gevolgd. „Net als ik vinden verreweg de meeste moslims de aanslagen in Amerika walgelijk en misdadig. In de media is echter een ander beeld ontstaan. Door berichten over een groepje feestende jongeren in Ede en beelden van juichende Palestijnen denken veel mensen nu dat alle moslims zo zijn. Dat is echter grote onzin. Het gaat om een heel klein percentage. Het extremisme binnen de moslimwereld is een vrij nieuw verschijnsel. Het is ontstaan als reactie op de bedreiging vanuit het Westen met zijn moderne ideeën. Ook nostalgie naar de tijd dat de islam de belangrijkste wereldreligie was, speelt een rol.”

Kun je zeggen dat het om een kleine groep gaat als uit een peiling blijkt dat bijna 50 procent van de moslims in Nederland begrip heeft voor de aanvallen?
Youssef: „Ik ken de vraagstelling niet, maar ik denk dat die peiling niet betrouwbaar is. Maar ook al zou er slechts één moslim begrip voor hebben, dan nog is dat er één te veel. De islam keurt geweld zonder meer af.”

Toch beroepen extremisten zich op teksten uit de koran.
Youssef: „Dat zegt niets. Het is net als in een supermarkt, je kunt uit de koran halen wat van je gading is en wat je goed uitkomt. Het is niet zo moeilijk om teksten te misbruiken en zo je misdaden te rechtvaardigen. Dat gebeurt met de Bijbel ook. Denk maar aan de kruistochten. Toen is er ook gemoord met het argument dat God het wilde.”

Het is toch verklaarbaar dat er bij moslims begrip is voor de acties? De grote grief van extremisten is de steun van de VS aan Israël. En Israël wordt in de Arabische wereld diep gehaat. Dat sluit op elkaar aan.
Youssef: „De weerstand tegen Israël heeft een politieke en niet een religieuze achtergrond. Omdat Israël het land van een Arabisch volk bezet, roept het veel aversie op. Maar die is niet gericht tegen de Joodse religie en ook niet tegen het Jodendom als zodanig. Moslims zijn absoluut niet antisemitisch. Tot 1948 had Marokko bijvoorbeeld een grote Joodse gemeenschap die een vredig bestaan kende.”

Door het gevecht om Jeruzalem als heilige plaats krijgt het Israëlisch-Palestijnse conflict toch een religieuze dimensie?
„Religie is in dat geheel wel een belangrijke factor, maar is niet bepalend.”

Holocaust
Doordat het grote publiek alle moslims in ons land op één hoop lijkt te gooien, is in de beleving van Youssef een bedreigende situatie ontstaan. „Ik hoor bijvoorbeeld van meisjes die een hoofddoek dragen dat ze openlijk worden uitgescholden. Een ander meisje was bewust over haar voet gereden waarbij de automobilist riep: „Jullie moeten allemaal het land uit.” Zo zijn er meer signalen van openlijk racisme. Ik ben daar heel erg bezorgd over. Het duidt op het collectief verdacht maken, en dat is het ergste wat er bestaat. De collectieve beschuldiging van de Joden heeft geleid tot een van de afschuwelijkste bladzijden uit de geschiedenis, de holocaust.”

Omgekeerd zien veel Nederlanders de moslims als een bedreiging, bijvoorbeeld omdat onder allochtone jongeren veel criminaliteit voorkomt.
„Dat laatste ontken ik niet. Voor een deel is dat te wijten aan de opvoeding. De ouders dienen daar als eerstverantwoordelijken op te worden aangesproken. Maar daar mag geen punt worden gezet. Voor een deel is het ook de schuld van de samenleving zelf doordat ze voor veel van die jongeren geen plek heeft. Daarom is het van groot belang dat de integratie wordt bevorderd. Ik vind dat het paarse kabinet daarin tekort is geschoten.”

Er is op dit gebied al zo veel gebeurd en wat heeft het eigenlijk uitgehaald?
„Het gaat niet om de hoeveelheid maatregelen die zijn getroffen, maar om de kwaliteit van die maatregelen. De situatie van die jongeren moet grondig onder de loep worden genomen. Alleen dan kun je doeltreffende maatregelen nemen. In Amsterdam zijn er al projecten die vrucht hebben afgeworpen zoals het ”buurtvaderproject”, waarbij Marokkaanse ouders op straat een oogje in het zeil houden.”