21 september 2001

„Taliban zijn stromannetjes van Bin Laden en Pakistaanse geheime dienst”

Schijnvertoningen in Afghanistan

Door A. Jansen
KABUL – „Flauwekul” noemen kenners het decreet van Afghaanse geestelijken om Osama bin Laden niet uit te leveren. Alsof zij het in Afghanistan voor het zeggen hebben! Achter het decreet doemen Pakistan, moslimradicalen en... Bin Laden zelf op, want zij zijn het die in Afghanistan aan de touwtjes trekken.

Zij waren met z'n duizenden, hij in zijn eentje, en toch klonk gisteren slechts een vriendelijk verzoek of hij misschien vrijwillig wilde vertrekken. De 1000 Afghaanse geestelijken (ulema's) kwamen bijeen in een heuse shura (islamitische raad) om een besluit rond de Saudische terrorist Osama bin Laden te nemen, met als cruciale vraag: Gaan we hem uitleveren of niet?

Het werd dus een vriendelijk verzoek tot vertrek. En „naar verwacht” zou de leider van de Taliban, mullah Omar, dit vriendelijke verzoek overnemen.

Allemaal onzin, mompelt dr. Olivier Roy, die als hoofd Onderzoek verbonden is aan het Centre National de la Recherche Scientifique in Parijs. Roy geldt als een groot kenner van de Afghaanse politiek en samenleving. „Die raad heeft geen enkele autonome positie. Mullah Omar doet net alsof hij die shura volgt, maar gelooft u mij: het besluit om Bin Laden niet uit te leveren was al eerder genomen door de echte leiders in Afghanistan: Omar zelf en een kleine groep rondom hem die weer nauw verbonden is met, jawel, Bin Laden zelf.”

Door nu zo'n vriendelijk verzoek aan Bin Laden te doen, zegt Roy, probeert Omar tijd te winnen, verwarring en verdeeldheid in het vijandelijke kamp te zaaien, en langs die weg een oplossing te vinden die zowel voor de Taliban als voor Bin Laden de minst schadelijke is.

Roy typeert de relatie tussen Omar en Bin Laden als twee handen op één buik. Er gaan zelfs geruchten dat ze familie van elkaar zijn. De 42-jarige Omar zou in 1998 met de oudste dochter van Bin Laden zijn getrouwd. Bin Ladens vierde vrouw zou weer een dochter van Omar zijn.

Vodjes papier
Dat Omar met zijn gedraal aanvallen van de Verenigde Staten riskeert verbaast Roy niet. „De man is geen pragmatisch figuur, meer een orthodoxe zonderling.” Dat laatste wordt uit andere bronnen bevestigd. De Pakistaanse journalist Ahmed Rashid beschrijft hem als schuw, teruggetrokken en weinig indrukwekkend. „Zijn werk bestaat uit langdurige debatten die afgesloten worden met het afgeven van ”chits”, vodjes papier of luciferdoosjes waarop instructies voor zijn commandanten staan.” Naast hem in zijn hoofdkwartier in de Zuid-Afghaanse stad Kandahar staan steevast twee blikken koffers: de ene met stapels Afghaans geld, de andere met stapels Amerikaanse dollars. Telkens als commandanten en „andere klagers” bij hem aankloppen volgt een greep uit een van de koffers.”

Dr. Abdul Raheem Yaseer uit Omaha, in de Amerikaanse staat Nebraska, grinnikt als hij hoort praten over „de Taliban” en „de machtige mullah Omar.” Yaseer is onderdirecteur van het Centrum voor Afghanistan Studies aan de Universiteit van Nebraska. „De Taliban stellen niets voor”, zegt Yaseer, „het zijn stromannetjes –mullah Omar incluis– van twee oppermachtige groepen in Afghanistan: de Pakistaanse veiligheidsdienst ISI (Inter Services Intelligence Directorate) en de milities van moslimradicalen onder leiding van Osama bin Laden.” Ook mullah Omar krijgt zijn bevelen van deze twee groepen, aldus Yaseer. „Hijzelf heeft geen enkel gezag. Zelfstandig besluiten nemen is er niet bij.”

„U moet Afghanistan zien als een bezet land. Moslimradicalen, onder wie die van Bin Laden en de manschappen van de ISI, hebben het in hun greep. De Taliban zijn begonnen als een Afghaans initiatief, maar geleidelijk zijn de leiders vervangen door Pakistaanse lieden en Arabische moslimradicalen.”

Het zal niet verbazen dat Yaseer het „besluit” van de duizend ulema's een schijnvertoning vindt. „De meeste van hen staan onder invloed van Pakistaanse ulema's en moeten gedwee de bevelen van de ISI volgen. Hun scholen, studenten en personeel worden rijkelijk van geld voorzien door rijke Arabische moslimradicalen –Bin Laden is een van hen– en door enkele rijke sjeiks uit de Golfstaten.”

Pashtunistan
Yaseer somt verschillende redenen op waarom Pakistan greep houdt op het buurland. „Men wil de handelsroutes naar Centraal-Azië beheersen, want daar heeft Pakistan economisch profijt van. Verder is er het aloude conflict tussen Afghanistan en Pakistan over het grensgebied Pashtunistan. De grens die er nu ligt, de Durand-linie, wordt door de Afghanen niet erkend. „Pakistan is bang dat zodra er een zelfstandig Afghaans regime in Kabul komt die grens weer ter discussie wordt gesteld.” Ten slotte speelt ook het conflict met India over Kasjmir een rol. „India en Afghanistan hebben altijd goede relaties gehad, en wat Pakistan wil voorkomen is dat een zelfstandig Afghaans bewind weer banden aangaat met Pakistans aartsvijand India.”

Pakistan mag zich deze week bij monde van president Musharraf welwillend tegenover de VS hebben opgesteld, Yaseer verwacht er niet veel van. De ISI zal immers nooit meewerken om Bin Laden te pakken te krijgen. Net als in de afgelopen jaren zal men Washington aan het lijntje houden.

Wat president Bush dan zou moeten doen om Bin Laden en zijn aanhangers aan te pakken? Zijn netwerk afbreken in de rest van de wereld, zegt Yaseer stellig. „De moslimradicalen in Afghanistan hebben goede connecties overal ter wereld. In 44 landen –inclusief de VS– hebben ze hun kantoren. Dus door alleen Bin Laden op te pakken zal de terreurbeweging niet zijn opgedoekt, want er zijn heel veel Bin Ladens in de wereld.”

De Afghaanse wetenschapper acht de tijd rijp om wat dat betreft met voortvarendheid op te treden. „Nu kun je dat netwerk oprollen omdat 99 procent van de moslim- en Arabische wereld zich tegen terroristische activiteiten als die in de VS hebben gekeerd.” Veel van die landen zijn niet in staat om daar openlijk voor uit te komen omdat ze bang zijn voor hun eigen positie. „Als de terroristen, luidt hun redenering, al een machtig land als de VS zo hard kunnen treffen, wat hebben wij dan niet te vrezen! Maar als er nu een zichtbare internationale coalitie komt, met de VS, andere westerse landen, Rusland en China voorop, zullen tal van Arabische landen graag meedoen.”

Yaseer waarschuwt voor lang dralen, want „de vijand maakt dat hij uit de voeten komt en beweegt zich waarschijnlijk toch al sneller dan wij.” Pas in een later stadium zou dan Bin Laden zelf aangepakt kunnen worden via een gerichte militaire operatie in Afghanistan. Daarbij doen de VS er goed aan al hun hightech in stelling te brengen om succes te hebben. Of de vogel dan niet inmiddels gevlogen is? Yaseer verwacht van niet. „Wie wil die kerel immers nog binnen zijn grenzen hebben? Hij zal nog kunnen reizen tussen Afghanistan en Pakistan, maar veel verder zal hij niet meer komen.”