19 september 2001

Gevolgen mogelijke kruistocht internationale coalitie moeilijk te overzien

Europa bezorgd over strijd tegen terreur

Door P. Geitner (AP)
BRUSSEL – Europeanen hebben zich over het algemeen achter de Verenigde Staten geschaard in de oorlog tegen het terrorisme. Maar velen in Europa vragen zich bezorgd af wat die „oorlog” in de praktijk zal betekenen. „Wij zitten in dezelfde boot, maar we zijn bang wat de kapitein zal beslissen”, zegt Dominique Moïsi van het Franse Instituut voor Internationale Betrekkingen.

Europa ligt geografisch gezien dichter bij de Arabische wereld dan de Verenigde Staten en er wonen meer moslims dan in de VS. Europeanen vrezen dat de Amerikanen te ver zullen gaan in hun militaire optreden en onbedoeld nieuwe terreuraanslagen oproepen, die ook Europa kunnen treffen.

Op een continent dat in de 20e eeuw –anders dan de VS– tot tweemaal toe is verwoest door een wereldoorlog nemen politici de term ”oorlog” niet gauw in de mond. De Europeanen zijn geschokt door de aanslagen in de VS, maar voelen weinig voor een groot conflict. „Het soort kruistocht dat een conflict-van-beschavingenoorlog zou veroorzaken, werkt Europa op de zenuwen”, aldus Moïsi. „Wij kunnen ons dat niet veroorloven.”

Peilingen
Een Zweedse peiling wees gisteren uit dat 47 procent van de duizend ondervraagden tegen een militaire aanval op Afghanistan is als dat land de hoofdverdachte Osama bin Laden niet wil uitleveren; 23 procent is voor en 30 procent weet het niet. In Groot-Brittannië is de steun relatief groot, maar onder de slachtoffers in het puin van het World Trade Center zijn dan ook waarschijnlijk 300 Britten. In een onderzoek van de krant de Guardian sprak 66 procent zich uit voor militaire aanvallen, terwijl 14 procent zich tegen verklaarde en 20 procent geen mening had. Voor aanvallen op landen die ervan worden beschuldigd terroristen te herbergen sprak 59 procent steun uit.

Europese leiders belegden voor vrijdag een spoedzitting om hun beleid te coördineren en ondubbelzinnige steun aan de VS uit te spreken, deels in de hoop dat hiermee ook meer invloed wordt verkregen op de besluitvorming in Washington. „Onze volledige steun betekent ook dat zij rekening zullen moeten houden met onze gevoelens en meningen”, zei de Belgische minister van Buitenlandse Zaken, Louis Michel, die momenteel voorzitter is van de EU-ministerraad.

Terwijl de Amerikanen voorbereidingen treffen om tot actie over te gaan, doen Europese leiders hun best de retoriek af te zwakken. „Het is geen oorlog”, zei Michel maandag. „Je kunt eenvoudig niet zulke woorden gebruiken. Er moet een ”mobilisatie” komen tegen terrorisme.” Michel zei verder dat België desgevraagd manschappen zal leveren, „maar niet onvoorwaardelijk.”

Een dag eerder ging de Italiaanse minister van Defensie, Antonio Martino, nog verder en sloot voor Italië „categorisch” de mogelijkheid uit van „een buitengewone mobilisatie.” De Franse president Jacques Chirac –gisteren op weg naar een ontmoeting met president Bush– zei dat Frankrijk „volledige steun” zal geven zodra degenen die achter de aanslagen zitten zijn geïdentificeerd. Franse leiders benadrukken dat Washington er zeker van dient te zijn dat degenen die tot doelwit worden gemaakt, ook werkelijk de schuldigen zijn. Minister van Defensie Alain Richard waarschuwde er daarnaast tegen de campagne tegen het terrorisme te beperken tot geweld. Premier Lionel Jospin beloofde het parlement dat Frankrijk pas mee zal doen aan de Amerikaanse vergeldingsaanvallen als de Assemblée Nationale daarvoor toestemming heeft verleend.

Duitsland
Zelfs trouwe bondgenoten als Groot-Brittannië en Duitsland hebben hun reserves. De Britse premier Tony Blair zei „schouder aan schouder” met de VS te staan, maar benadrukte tegelijkertijd de noodzaak van zorgvuldige analyse en overleg met de bondgenoten.

In Duitsland riep bondspresident Johannes Rau de VS op „met beschaafde middelen” op de aanslagen te reageren. Minister van Defensie Rudolf Scharping zei dat er nog geen besluit is genomen over het soort hulp dat Duitsland geeft. Bondskanselier Gerhard Schröder weigerde echter uit te sluiten dat Duitse soldaten worden ingezet. „Je kunt niet zeggen: Was mijn rug, zonder nat te worden'”, aldus Schröder.

Analisten hebben gezegd dat Washington waarschijnlijk niet veel daadwerkelijke militaire ondersteuning van de Europese bondgenoten behoeft, maar eerder hulp zal vragen op terreinen als het inlichtingenwerk, gebruik van luchtruim en logistieke steun. Groot-Brittannië en Frankrijk beschikken over speciale eenheden die een nuttige bijdrage kunnen leveren.

Europese leiders prezen Bush omdat hij niet onmiddellijk heeft teruggeslagen, maar de tijd neemt de Verenigde Naties bij de consultaties te betrekken en steun te werven voor een alliantie in de geest van de coalitie die het Iraakse leger uit Koeweit verdreef. „Alles wat wordt beschouwd als irrationeel terugslaan door de VS, krijgt in Europa geen steun”, zegt John Harper, professor van de John Hopkins School of Advanced International Studies in het Italiaanse Bologna. „Men zou vinden dat het meer kwaad dan goed doet.”