Veiligheidsraad verwijst naar eerdere resolutieVN willen uitlevering Osama bin LadenVan onze correspondent NEW YORK De VN-Veiligheidsraad heeft het Taliban-regime in Kabul gisteren opnieuw gevraagd om uitlevering van de Saudische terroristenleider Osama bin Laden, die zich in Afghanistan schuilhoudt. De vijftien leden van de raad deden dit door te verwijzen naar resolutie 1333 van december vorig jaar. In die resolutie wordt gevraagd om uitlevering van Bin Laden. Zo niet, dan zouden nieuwe sancties tegen Kabul volgen. De desbetreffende resolutie kwam er op verzoek van de VS, die Bin Laden ervan verdenken het brein te zijn achter de aanslagen op twee Amerikaanse ambassades in Afrika in 1998 en op de Amerikaanse torpedobootjager Cole vorig jaar in de haven van Aden. Kabul reageerde niet op dat verzoek, waarop verscherpte sancties van de VN volgden. Resolutie 1333 heeft volgens Washington extra actualiteit, omdat de Amerikanen Bin Laden er nu ook van verdenken de aanslagen vorige week in New York en in Washington te hebben georganiseerd. Daarom heeft Washington via Pakistan opnieuw om Bin Ladens uitlevering gevraagd. Kabul moet daarover nog beslissen, maar de Afghaanse minister voor Informatie, Qudrutullah Jamal, zei gisteren dat zijn regering niet uitsluit dat Bin Laden iets te maken heeft met de laatste aanslagen. Wil Kabul Bin Laden echter uitleveren, dan moet diens schuld eerst bewezen worden. Bin Laden zou bovendien alleen uitgeleverd kunnen worden aan een onafhankelijk derde land. Strijd Washington probeert inmiddels een brede internationale coalitie op te bouwen voor de strijd tegen het terrorisme. Dit is makkelijker gezegd dan gedaan. Gisteren arriveerde Frankrijks president Jacques Chirac in Washington. Hij beloofde zijn gastheer Bush steun in diens campagne tegen de verantwoordelijken voor de aanslagen van vorige week. Aanslagen die hij echter niet beschouwt als een oorlogsdaad zoals de Amerikanen. Intussen wordt er bij president Bush van verschillende kanten aangedrongen op grote zorgvuldigheid, voordat men besluit om tegen bepaalde groepen of tegen bepaalde landen op te treden. Volgens minister van Defensie Donald Rumsfeld is het duidelijk dat de terroristen die de aanslagen van vorige week beraamden en uitvoerden, steun hebben gehad van een of meer landen. Welke landen dat zijn, wilde Rumsfeld niet zeggen. Sommige bronnen in Washington melden dat een van de daders van vorige week eerder dit jaar contact had met vertegenwoordigers van Iraks geheime dienst. Of dat ook directe Iraakse betrokkenheid bij de aanslagen inhoudt wordt niet gezegd. Geen kruistocht Minister Rumsfeld benadrukte gisteren dat Amerika geen kruistocht tegen Bin Laden alleen organiseert. Wij worden geconfronteerd met een breed front van tegenstanders die in talrijke landen actief zijn, ook hier in de Verenigde Staten. Zij beschikken niet zoals vroegere vijanden over tanks en vliegtuigen of vloten. Deze vijand probeert zich onzichtbaar te maken. Daarom krijgt de komende strijd een heel ander karakter dan wij tot nu toe van oorlogen gewend zijn, aldus Rumsfeld. |