18 september 2001

„Nederland na terrorisme
de argeloosheid voorbij”

Door P. Chr. van Olst
DEN HAAG – Nederland bindt de strijd aan tegen het terrorisme. Niet alleen aan de zijde van de Verenigde Staten, maar ook in eigen huis. „We hebben lang geleefd in het land van de argeloosheid”, zegt ChristenUnie-kamerlid E. van Middelkoop. „Nu gaan we doen wat we steeds hebben nagelaten.”

Het kabinet kwam vanmorgen voor de tweede maal in crisisberaad bijeen om te spreken over de situatie in de wereld én over de kwetsbaarheid van het eigen land voor terroristische aanslagen. Vrijdag al, tijdens zijn eerste reguliere vergadering na de aanslagen in New York en Washington, besloot de ministerraad tot de oprichting van een speciale werkgroep, waarin diverse ministers samen beraadslagen over de veiligheid van Nederland.

„Doet me denken aan een veiligheidskabinet zoals ze in Israël hebben”, glimlacht Van Middelkoop. De vergelijking is hem niet onwelgevallig, al realiseert de buitenlandspecialist zich als geen ander dat een werkgroep uit de Nederlandse ministerraad niet snel zo veel bevoegdheden zou krijgen als het Israëlische veiligheidskabinet. „Wij zijn ook geen jong land dat in z'n voortbestaan wordt bedreigd.”

Wat wij wel zijn, aldus Van Middelkoop, is een land dat ruw uit een diepe zomerslaap is gewekt. „De gebeurtenissen in de VS hebben duidelijk gemaakt dat terrorisme een reële bedreiging is. De bestrijding van het internationaal terrorisme is sinds de koude oorlog in Defensienota's herhaaldelijk genoemd als een van de hoofdtaken van de krijgsmacht, maar dat was eigenlijk niet meer dan volledigheidshalve. Er is nooit veel politieke en maatschappelijke belangstelling voor geweest.”

Nu is een nieuw tijdperk aangebroken en krijgt terrorismebestrijding wel de aandacht die het verdient?

„Twee zaken staan nu op scherp. Ten eerste is de geestelijk-culturele verhouding van het Westen met de moslimwereld onder grote spanning gezet, ten tweede is er een herbezinning op gang gekomen over de betekenis van het begrip veiligheid. Het klassieke onderscheid tussen externe en interne veiligheid blijkt voor een deel te zijn weggevallen. Defensie en politie moeten gaan samenwerken om het terrorisme het hoofd te kunnen bieden. Die constatering stelt de politiek voor lastige organisatorische, financiële en instrumentele vragen.”

Wat kan de politiek concreet doen om Nederland veiliger te maken?

„We zullen eerst moeten inventariseren welke doelen zich mogelijk lenen voor terroristische aanslagen. Ik zou het World Trade Center in Rotterdam kunnen noemen, geen originele gedachte. Je kunt ook denken aan onze afhankelijkheid van dijken. Als je over wat semtex of dynamiet beschikt, kun je er een gat in blazen. Wat zijn dan de gevolgen?

Vervolgens moeten we beveiligen. Bepaalde delen van het politieapparaat, zoals de goed getrainde arrestatieteams, moeten worden versterkt. Defensie en politie moeten gaan samenwerken. Wellicht moeten we de grensbewaking ook weer aanscherpen. Ik heb het altijd al zeer ongelukkig gevonden dat die in 1992, bij de invoering van de interne markt in de EU, is opgeheven. Het internationaal transport zegevierde over de criminaliteitsbestrijding en dat heeft ons veiligheidssysteem belangrijke bewakingspunten gekost.”

Identificatieplicht
Van Middelkoop noemt ook de invoering van de algemene identificatieplicht als middel om het land te beveiligen. De Tweede Kamer heeft daarover in het recente verleden herhaaldelijk nagedacht, maar durfde de stap nog niet te nemen. Dat geldt ook voor Van Middelkoop. „Maar misschien moet ik er nu toch anders over gaan denken”, oppert hij.

Het stuit hem tegen de borst. „Ik vind het best wanneer in het buitenland naar mijn paspoort wordt gevraagd”, zegt hij. „Maar als ik in eigen land in het bos aan het joggen ben, wil ik liever niet staande worden gehouden om mijn papieren te laten zien. Dan krijgen we de sfeer van een dierentuin, waar je alleen op vertoon van een kaartje in mag.”

Misschien moeten we gewoon accepteren dat de democratie om haar openheid kwetsbaar is voor terrorisme?

„Dat gaat me veel te snel. Kijk naar Israël. Dat is een democratie, maar als het om de interne veiligheid gaat, worden er hoge eisen aan burgers gesteld. Dat toont aan dat een democratie als het moet samen kan gaan met strenge veiligheidsbewaking.”

Maar we koesteren het dat hier ministers per fiets naar hun werk gaan...

„Als je het over een langere periode beziet, komen we inderdaad uit het land van de argeloosheid. Maar er is al het een en ander veranderd. Sinds de Molukse treinkaping bij De Punt in de jaren '70 zijn er veiligheidsmaatregelen doorgevoerd. Daarvóór kon iedereen zomaar de Tweede Kamer in- en uitlopen. Nu heb je een pasje nodig. Sinds die tijd worden er ook controles uitgevoerd op vliegvelden.”

Oorlogen
„Gelukkig is het land dat zo in argeloosheid kon leven als wij”, constateert Van Middelkoop. Dat die tijd nu voorbij is, mag hem als christenpoliticus niet verbazen, vindt hijzelf. „Voorspellingen dat het einde van de geschiedenis is aangebroken en bespiegelingen over een stabiele wereldvrede mogen wij niet geloven. Volgens de Bijbel zullen de laatste dagen van de geschiedenis worden gekenmerkt door oorlogen en geruchten van oorlogen. Daar hoeven we niet altijd de hele staat op te organiseren, maar we moeten er wel rekening mee houden dat het komt.”

Het doet Van Middelkoop deugd dat premier Kok zich gisteren stevig aan de kant van Amerika stelde en daarbij zelfs het woord oorlog in de mond nam. „Het is toch een sociaal-democratisch sentiment om zo nu en dan kritiek uit te oefenen op Amerika. Dat doet Kok op dit moment niet. Ik proef dat hij als politicus van enig internationaal gewicht niet weg wil lopen voor de steun die via de NAVO aan de VS is toegezegd, en dat waardeer ik zeer. Geen gemiezemuis dat we zelf ook nog willen nadenken. Nu als één man achter Amerika.”